Verschillende melkveehouders kennen verschillende bedrijfssituaties. In deze zomerserie vertellen een aantal van hen hoe zij kijken naar de uitwerking van de huidige wet- en regelgeving, en hoe ze daar de komende jaren binnen hun bedrijfsvoering mee denken om te gaan. Ditmaal is het woord aan biologisch melkveehouder Jaco de Groot (31) uit Kamerik.
Hoe heeft uw bedrijf zich de laatste jaren ontwikkeld?
"Wij melken momenteel 280 koeien, welke we samen met bijbehorend jongvee op 240 hectare houden. De kleinste helft van die hectares is eigendom, de rest is pacht. Daarnaast is nog 30 hectare natuurgrond, waar zelfs voor weidegang bepaalde restricties gelden. Onze koeien weiden dag en nacht en alle grond is als grasland in gebruik."
"Naast de biologische melkveetak verhuren we appartementen, houden we ons bezig met de zorg voor dementerenden, doen we aan boerderijeducatie en openen we binnenkort een winkel aan huis. Daar gaan we onder meer zelfgeproduceerde kaas verkopen. Dit doe ik onder de naam 'BoerBert'. Het is een vof samen met mijn ouders, die beiden ook een baan buitenshuis hebben. Mijn broer werkt bij ons op het bedrijf, net als 2 vaste medewerkers en enkele vrijwilligers. Toen ik in 2005 naar de Hogere Landbouwschool ging en zeker wist door te willen gaan met boeren, hebben we gekozen voor groei. In dat jaar leverden we voor het eerst biologisch en molken we circa 70 koeien. Op 2 juli 2015 molken we 245 koeien, daarna zijn we nog verder uitgebreid in het aantal dieren."
Dat levert nu problemen op binnen het fosfaatreductieplan?
"Daar leek het eerst wel op, maar wij kregen de kans om een bedrijf in de buurt over te nemen. Die ondernemer emigreerde naar Polen, waarna wij zijn bedrijf als geheel konden kopen. Dat geldt ook voor de fosfaatreferentie en de fosfaatrechten per 2018. De rechten die golden, toen we de koop sloten, kwamen uit op circa €5000 per koe. Met het bijbehorende land dat bij de aankoop hoort, hebben we nu eigenlijk wat te weinig koeien aan de melk. Als biologische boeren doen wij niet mee aan de derogatie. Voorheen heb ik mij daarom wel opgewonden over het feit dat wij ook aan het reductieplan werden gekoppeld. Maar persoonlijk zie ik het zo: we hebben er tegen gestreden en we hebben verloren. Dan moet je je daarbij neerleggen en een oplossing vinden. Dat collega’s gaan procederen is hun goed recht. Ik ben ook bestuurslid van Eko Melk Holland en vanuit die functie ondersteun ik hen ook, maar voor ons eigen bedrijf hebben wij een andere invulling gevonden."
U vindt niet dat biologische melkveehouders onevenredig hard worden getroffen?
"Dat vind ik wel, maar door de aankoop van het andere bedrijf hoef ik mij daar niet mee bezig te houden. Dat wil ik ook niet, het kost namelijk louter negatieve energie. Daar heb je helemaal niets aan. Bovendien is het bijna zover dat de gangbare boer aan meer regels moet voldoen dan de biologische. Dat terwijl wij bewust kiezen voor het leveren aan een specialistische en kleinere afzetmarkt. Een Kringloopwijzer of deelname aan BEX is bij onze fabriek niet verplicht of nodig. Dat scheelt veel gedoe."
Stoort het u ook dat de solidariteit onder melkveehouders sterk onder druk staat?
"Dat vind ik erg jammer en onnodig. Iedere melkveehouder staat waar hij/zij staat door strategische keuzes die eerder gemaakt zijn. De overheid vindt daar nu wat van. Dat pakt voor de een nogal anders uit dan voor de ander, maar laten we elkaar in waarde laten. De vraag is volgens mij hoe we als sector ervoor zorgen dat de overheid niet overal zo handelt als in Brabant. Dat is een aanpak die onwenselijk is en ook niet in lijn is met de gewone gang van zaken. Want hoewel je het vaak niet zou denken, werken de overheid en sector nog steeds goed samen. Ik heb met een Nuffield wereldtour de landbouw wereldwijd verkend en durf op basis van mijn ervaringen en verhalen die stelling wel aan."
"Als ik het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren lees, dan denk ik: met 70% ben ik het eens, met 30% niet. Ons probleem is echter dat we van beide kanten op die 30% focussen. De kern van de 70% is echter dat het systeem op de kop moet om een eerlijke prijs voor natuurlijk en gezond geproduceerd voedsel te kunnen realiseren. Dit zodat boeren een goed inkomen hebben. Daar kan ik achter staan. Met de huidige fosfaatproblematiek focussen we vooral op kilo’s fosfaat en wat wel en niet te veel is. Maar laten we liever op zoek gaan naar het antwoord op de vraag wat de maatschappij én wat de meerderheid van de sector echt wil. Van daaruit kun je werken aan consistent beleid."
Hoe verwacht en hoopt u dat uw bedrijf er over 5 jaar voorstaat?
"Ik richt mij de komende jaren nog meer op mijn directe klanten. De opening van de eigen winkel is daar een begin van. Ik wil nog beter weten wie mijn klanten zijn en hoe ik ze het beste kan bedienen. Daar hoort ook het vinden en opleiden van personeel bij. Sterker nog: het hele bedrijf dient te optimaliseren. Genoeg uitdagingen dus voor de komende jaren."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10875486/gangbare-boer-kent-meer-regels-dan-biologische][/url]