Gemengde gevoelens na afloop Global Dairy Trade

De grootste klapper maakte karnemelkpoeder. Een min van ruim 10 procent zette de gemiddelde prijs terug naar 2.783 dollar per ton. De grote prijsval is mede het gevolg van een klein beetje aanbod op de maanden maart en april. Voor de overige maanden was geen aanbod.

Vooral de eerste maanden van 2016 leveren lagere cijfers op. Juli levert wel weer een kleine plus op voor magere melkpoeder. Gemiddeld daalt de prijs van magere melkpoeder met een min van 1,6 procent, wat de gemiddelde prijs laat uitkomen op 2.612 dollar per ton.     

Wanneer beter gekeken wordt naar de prijzen van Fonterra en Arla blijkt het gat tussen de prijzen van deze verwerkers verder toegenomen te zijn. Zo schrijft Arla een prijs op van 2.310 dollar per ton tegen een prijs van 2.605 dollar per ton voor product uit Nieuw-Zeeland.

Graadmeter van de wereldmarkt is evenwel volle melkpoeder. Die schreef een min op van min 0,1 procent, wat de prijs laat staan op 3.283 dollar per ton. Hier namen de rode cijfers richting verder weg wel toe met een min van 2,9 procent voor juli als kers op de tijd. Februari en maart leverden nog wel plussen op wat aangeeft dat voor die periodes nog koopinteresse bestond vanuit China.      

Plussen konden er voor vet opgeschreven worden. Zo sluit boter af met een plus van 1,6 procent wat de prijs laat uitkomen 4.382 dollar per ton. AMF doet het met een stijging van 3,7 procent nog net even iets beter en komt uit op 5.528 dollar per ton. 

Een veiling die de balans weer door slaat slaan richting het vet ten koste van het eiwit. Toch zijn de mutaties in eiwit minder indrukwekkend dan een veiling eerder. Wat kan  betekenen dat de onderkant van de prijs alweer gevonden is.