De ‘zachte’ commodities blijven niet gevrijwaard van de sterke beurcorrectie die maandag 5 augustus plaatsvindt. De Europese beurzen, maar ook die in de VS en Japan, zagen hun koersen allemaal flink lager openen. Ook de termijnmarktnoteringen voor onder andere tarwe, maïs en sojabonen kleuren donkerrood.
Kijkend naar de marktsituatie voor Europese tarwe is er eigenlijk helemaal geen reden voor een dalende prijs. Een zwakkere dollar ondersteunt de export in de VS en het land verwacht meer tarwe-export door een kleinere oogst in de EU. Vrijdag sloot de beurs in Chicago dan ook 1% in de plus op $5,62 per bushel. Het septembercontract op de Matif eindigde op €219,75 per ton. Een daling van 50 cent.
Maandagmiddag 5 augustus is dat een heel ander verhaal. De koers schommelt in Parijs zo'n €3 per ton onder het slot van vrijdag. Ook koolzaad en maïs moeten enkele procenten inleveren.
Na-effect uit EU
In de VS daalde de tarwekoers in Chicago met 2% tot $5,27 per bushel. Vrijdag eindigde de Amerikaanse financiële beurzen al lager, maar de reactie vanuit Europa en Japan heeft ook hier effect. Positieve verwachtingen voor de oogst in het land dragen ook niet bij aan het sentiment.
De verschuivingen bij de 'soft commodities' zijn niet zo schokkend als de financiële markten laten zien. De AEX-index daalde na opening 3,3%. In Frankfurt, Londen en Parijs was dat 2,5%. De Japanse Nikkei sloot zelfs 12% lager. Dat is de grootste daling sinds de beurscrash van 1987.
Dalende dollar
De koers van maïs in Chicago daalde 1,2% tot $3,98 per bushel. Daarmee zit het onder het belangrijke $4 niveau. Sojabonen lieten de kleinste daling zien, van 0,5% tot $10,21 per bushel. Meer druk op de koers van de dollar is gunstig voor de export van granen en oliezaden, waar Amerikaanse exporteurs het dit jaar van moeten hebben met volle silo's en een grote oogst op komst.
Een mogelijke recessie in de VS kan de koersen verder omlaag duwen en beurshandelaren proberen zo min mogelijk risico's te nemen.