De graancollecteurs hebben bijna alle wintergerst binnen. Daarmee kan de balans worden opgemaakt. De opbrengst- en kwaliteitscijfers vallen gemiddeld genomen niet tegen. Op de droogtegevoelige gronden ligt dat anders. Daar heeft vochtgebrek duidelijk zijn sporen nagelaten. Of de prima cijfers een indicator zijn voor de tarweoogst valt nog te bezien. De bedrijven zijn daar nog niet zo zeker van.
In bijna alle teeltgebieden is de wintergerst in de afrondende fase of al helemaal afgerond. Eind juni kon in het zuiden en zuidoosten al historisch vroeg gestart worden met het dorsen van wintergerst. Afgelopen weekend is in het midden en noorden de meeste gerst geoogst. In het zuidwesten is zelfs al een start gemaakt met de eerste wintertarwe. Naast CZAV heeft ook Agrifirm al tarwe ontvangen. Dat is historisch vroeg.
Grondsoort bepaalt opbrengst
Welke opbrengst telers met wintergerst op de kant halen is grotendeels afhankelijk van de grondsoort. Grofweg gezegd heeft gerst op kleigrond het prima gedaan. Op de (droogtegevoelige) zandgrond is dat een heel ander verhaal, merkt Carl Pijls van Agrea op: "Telers die niet beregend hebben halen maximaal 5 ton per hectare, waar dat elders tussen de 9 en 11 ton is. De spreiding is daarmee groter dan we een jaar geleden zagen." Overal is vroeg gezaaid en onder mooie omstandigheden. Door een mooi najaar ontwikkelde de gerst zich goed en een zachte winter bespoedigde die ontwikkeling.
"Heb je op tijd stikstof toegediend, dan heeft de gerst daar goed van geprofiteerd", aldus Bram de Visser van CZAV. "We zien extreem goede opbrengsten in het zuidwesten, tot wel 12,5 ton per hectare."
Wisselende hectoliters
Naast de opbrengsten zijn ook de hectolitergewichten goed te noemen, maar wel met een grote spreiding. Dat is voor gerst niet zo vreemd. George Pars, van het gelijknamige bedrijf uit Sint Jacobiparochie, ziet dat de meeste gerst met een hectolitergewicht van 62-63 is binnengebracht. Er zijn ook uitschieters naar beneden, tot 57. De top ligt dit seizoen op 70. "De hoogte van het hectolitergewicht is ook ras-afhankelijk", weet Pijls. De meeste wintergerst wordt als voergerst afgezet. Uitzondering daarop is Agrifirm, die met het ras Pixel zich richt op de brouwgerstmarkt. "De meeste gerst is brouwwaardig dit seizoen, wat telers een mooie brouwpremie oplevert", zegt Aart den Bakker, manager Granen. Pars zet de voergerst vooral lokaal af bij veehouders in de regio en probeert zo meerwaarde te creëren.
Bij akkerbouwers op kleigrond heeft wintergerst een vaste plek in het bouwplan verworven. Het land vroeg vrij hebben, en zo tijdig een groenbemester kunnen zaaien, is ze wel wat waard. Ook zorgt het voor oogstspreiding. Op zandgrond is een bescheiden stijging van het areaal merkbaar. Vooral Agrifirm zag telers dit jaar meer gerst zaaien. Den Bakker legt uit: "Op zandgrond speelt mee dat telers na gerst nog tagetes kunnen zaaien, om aaltjes te bestrijden." Hoe groot het gerstareaal exact is valt lastig te zeggen, omdat door een verlate Gecombineerde opgave geen areaalgegevens beschikbaar zijn.
Aarzelingen rond tarwe
In de regel betekent een prima gerstopbrengst ook goede cijfers voor tarwe. Of dat dit jaar het geval gaat zijn, daarover verschillen de meningen. In het uiterste zuiden van ons land is Pijls daar nog niet zo zeker van. "Gerst heeft de dans ontsprongen voor de echte hitte kwam. We hebben hier een hittegolf gehad en dat heeft de vroege wintertarwe snel doen afrijpen. Misschien dat de late tarwe wel van regen heeft kunnen profiteren en beter gaat presteren." In het zuidwesten ziet De Visser dat de vroege tarwe ook een goede opbrengst levert. "Er is vroeg gezaaid en de percelen die tijdig zijn bemest geven een mooie opbrengst. Het wordt geen topper, zoals vorig jaar, maar wel bovengemiddeld. Die 10 ton tikken we waarschijnlijk wel aan."
Opvallend is dat de tarwe in het zuiden veel verder is dan in Noord-Nederland, waar de percelen vaak nog groen staan. Pars is tevreden over het seizoen voor tarwe. "De problemen met verslemping en de neerslag vielen mee. Het wordt door de droogte geen topper, zeker op percelen die laat zijn bemest."
Over de zomergranen (gerst en tarwe) zijn de graanexperts unaniem: die gaat op veel plekken niet meevallen. De Visser: "Er kond half februari gezaaid worden en die percelen staan er mooi voor. Toen we na zes weken het land weer op konden was het te laat. Die gewassen hebben flink onder de droogte te lijden gehad."