Export uit Zwarte Zee zet graanprijzen onder druk

De noteringen op de internationale granenmarkt stonden licht onder druk in de afgelopen handelssessie. Op de Matif daalde het septembercontract tarwe naar €336 per ton, een daling van €7 ten opzichte van de vorige slotkoers. Op de CBoT verloor het tarwecontract 1% en sloot op $8.00,52 per bushel (circa €287 per ton). Maïs en soja deden eveneens een stapje terug en daalden respectievelijk met 1,8% en 2,9%.

De dalende trend op de beurzen is voor een deel veroorzaakt door het vertrek van een graanschip uit de haven van Odessa maandagochtend. Dat was het eerste transport dat plaatsvond in het kader van de graandeal die twee weken geleden werd beklonken. Verschillende experts waarschuwen niet te vroeg te juichen. De huidige exporteurs richten zich op schepen die sinds de Russische aanval vastliggen in de Oekraïense havens. Van de tientallen schepen die gestrand zijn is nu de eerste vertrokken. Lege schepen kunnen nog niet op weg naar Oekraïne om een vracht graan te halen, zo heeft een bron uit de scheepsverzekeringswereld bij Reuters laten weten. Belangrijke afspraken zoals de procedure voor lege schepen moeten nog worden uitgewerkt volgens deze bron.

Turkije, dat een leidende rol nam in de onderhandeling over de graandeal, verwacht dat er ongeveer één schip per dag zal vertrekken uit de Oekraïense havens zolang de graandeal standhoudt, zo maakte een functionaris vandaag bekend bij Reuters. De afvaart van het eerste schip Razonni liep gisteren enkele dagen vertraging op door technische problemen die nu opgelost zijn. Het schip komt woensdagmorgen vroeg aan in Turkije en zal dan een inspectie ondergaan van Russische, Oekraïense, Turkse en VN-autoriteiten. Daarna mag het schip de reis vervolgen. Turkije verwacht dat de veilige corridors goed zullen functioneren.  

Stand van het gewas
Het neerwaartse momentum in de granenmarkt is versterkt door het Crop Progress rapport van het USDA. Analisten gingen ervan uit dat de conditie van de maïs en soja in de VS te lijden hebben onder de hitte en droogte. Daarom werd een afwaardering van de gewassen verwacht. Het USDA deed echter geen aanpassingen in de conditie van maïs en houdt 61% van het areaal op goed of excellent. Dat is vergelijkbaar met vorige week. Voor soja zijn de groeiomstandigheden zelfs verbeterd, aldus het USDA. Van de soja kreeg 60% van het areaal de conditie goed of excellent. In de vorige editie van het rapport was dat 59%.

Bij de zomertarwe krijgt 70% van het areaal de status goed of excellent. Dat is een stijging van 2% ten opzichte van een week eerder. Het is alleen nog even afwachten of dat ook resulteert in een goede opbrengst. De proeven van vorige week laten in Noord-Dakota een opbrengst zien die ruim boven het vijfjarige gemiddelde ligt. Enkele analisten twijfelen of de opbrengstprognoses niet te positief zijn. Door een relatief nat voorjaar is het zaaien van zomertarwe pas laat op gang gekomen. Een laat gezaaid gewas levert meestal geen topopbrengst op. Gunstige groeiomstandigheden hebben dat effect weliswaar voor een groot deel goed gemaakt. Het is nog even afwachten in hoeverre het gunstige groeiseizoen de late start heeft gecompenseerd.