De tarwenoteringen zette gisteren weer flinke stappen omhoog. De onzekerheid over de export van graan uit Oekraïne blijft de markt in zijn greep houden. Vorige week leken de seinen op groen te staan voor het hervatten van de uitvoer. Dat optimisme is net zo snel als het opkwam nu ook weer verdwenen.
De tarwenotering op de Matif heeft gisteren een flinke stap omhoog gezet. Het septembercontract sloot op €397,50 per ton. Dat is een stijging van 5% ten opzichte van de slotkoers van voor het weekend. Daarmee komt de psychologische grens van €400 weer heel dichtbij. Ook de andere contracten voor de oogst van 2022 maakten een forse beweging opwaarts enkele stegen zelfs met bijna €19 ten opzichte van vrijdag. Op de CBoT was het beeld niet anders. Het julicontract steeg eveneens met 5,1% naar $10.93 per bushel (circa €376 per ton).
De verstoringen bij de uitvoer van graan uit het Zwarte Zeegebied blijven een belangrijke factor vormen op de graanmarkt. Rusland maakte vorige week bekend mee te willen werken aan het heropenen van de Oekraïense havens aan de Zwarte Zee. Daar komen echter steeds meer mitsen en maren bij. Er werd al snel duidelijk dat Rusland daarvoor in ruil bijvoorbeeld een verlichting van de Westerse sancties wenst.
Eén van de laatste ideeën die is geopperd is om de blokkade van de havens aan de Zwarte Zee te omzeilen is het graan per spoor door Wit-Rusland naar de Oostzee te vervoeren. Dat voorstel kan overigens niet rekenen op bijval van de Oekraïense president Zelenski, zo liet hij gisteren weten. Volgens de president blijft er deze herfst mogelijk 75 miljoen ton in Oekraïne hangen dat door alle beperkingen niet geëxporteerd kan worden. Uit de vandaag gepubliceerde cijfers van het Oekraïense ministerie van Landbouw blijkt dat de export van granen, oliehoudende zaden en plantaardige olie in mei met 80% is gestegen ten opzichte van april. Vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder blijft export overigens nog fors achterlopen. In mei 2022 bedroeg de export van maïs 959.000 ton. Dat was in mei 2021 nog 2.245 miljoen ton.
Achterstand ingelopen
De achterstand met het zaaien van maïs in de VS ten opzichte van het vijfjarige gemiddelde is omgeslagen naar een voorsprong. 94% van de maïs zit erin tegen de 92% het vijfjarige gemiddelde voor deze tijd van het jaar, zo blijkt uit het Crop Progress-rapport van USDA. Ook de stand van het gewas is goed. 73% krijgt de status goed of excellent en 4% slecht of zeer slecht. In het vijfjarige gemiddelde is dat 72% om 5%. De zomertarwe blijft wel een zorgenkindje in de VS. Van het oorspronkelijk geplande areaal zit 82% in de grond. Het vijfjarige gemiddelde staat op 97%. De groei van de zomertarwe komt traag opgang. Van het gezaaid areaal staat 55% boven versus 83% in de voorbije vijf jaar. De conditie van de wintertarwe blijft belabberd in grote delen van de VS. En ook bij de wintertarwe loopt de groei wat achter ten opzichte van het vijfjarige gemiddelde. Er staat 79% van de tarwe in de aar en dat getal ligt voor de voorafgaande jaren op 84%.