De tarwemarkt heeft veel mogelijke scenario's te verwerken en dat zorgt voor uiteenlopende reacties. Het gevolg is dat de marktprijs afgelopen temperde en gas terugnam. Maandag 21 maart is een heel ander beeld zichtbaar. Op basis van welke feiten stijgt de koers deze dag?
Terwijl Rusland voortploetert met zijn oorlog in Oekraïne – waarbij burgers steeds vaker het doelwit zijn – hebben de grondstoffenmarkten afgelopen week gas terug genomen. Vrijdag noteerde het meicontract voor tarwe op de Matif €361,75 per ton en de CBoT $389,48 per ton. Maandag staat de tarwekoers zo'n €7,50 per ton hoger voor het mei-, september- en decembercontract. Rond 16:30 is dat verder toegenomen tot een plus van €12,50. Ook de CBoT noteert flink hoger.
Koolzaad blijft plussen
Uitzondering op de regel is koolzaad. Steeds meer wordt duidelijk dat het gemis van Oekraïense zonnebloemolie een enorm effect heeft. Voorraden raken snel uitgeput en nieuw product wordt niet aangevoerd uit het oosten. Dit zorgt ervoor dat de koers van koolzaad op de Matif vrijdag een prijs van €937,75 per ton bereikte. Dat is een nieuw record.
Maandag heeft de koers er wederom een schep bovenop gedaan. Het meicontract noteert maandagmiddag een plus van €35 tot €38,50 per ton (+4,10%). De Duitse organisatie UFOP voor de plantaardige oliesector heeft een rapport gepubliceerd over de gevolgen van het wegvallen van Oekraïne. Niet alleen is het land een grote leverancier van zonnebloemolie, het levert ook veel koolzaad aan de EU.
Koolzaadtekort
Van de 6 miljoen ton koolzaad die de EU importeert is 45% afkomstig uit Oekraïne (2,7 miljoen ton). Door het gemis van Canada in de export was het land tot nu toe dit seizoen een nog belangrijkere leverancier. Het Noord-Amerikaanse land heeft tot nu toe slechts 500.000 ton raapzaad geleverd ten opzichte van 2 miljoen ton normaal. Australië is een andere grote leverancier die 27% van het geïmporteerde volume voor zijn rekening neemt dit seizoen. In de EU is fors meer koolzaad gezaaid, maar dat is niet voldoende. Veel hangt daarom af van een goede oogst in Canada.
De tarwemarkt is meer afwachtend en werkt verschillende scenario's uit. Het is niet de vraag of maar hoeveel Oekraïense tarwe komend seizoen wordt gemist. De inschattingen lopen sterk uiteen van 10% tot 50%. Daarnaast is er de vraag of Russische tarwe op de wereldmarkt wel overal in voldoende mate beschikbaar is. Direct na de Russische invasie viel de export volledig stil. Inmiddels wijzen Russische cijfers erop dat toch zo'n 2 miljoen ton tarwe is uitgevoerd sinds eind februari.
Droogte in Europa
In West- en Centraal-Europa is de maand maart grotendeels zeer droog en zonnig verlopen. Ook het restant van deze maand wordt warm en droog. Met voldoende vochtreserves na een kletsnatte winter leverde dat niet direct problemen op, maar regen is inmiddels wel gewenst. Door zachte omstandigheden afgelopen winter hebben de granen zich goed ontwikkeld. De opbrengstprognoses blijven daarmee goed. In hoeverre een groter areaal zomergranen in de EU gevolgen heeft voor de totale oogstomvang is nog onduidelijk omdat het zaaien in volle gang is. Vooral een gebrek aan zaaizaad is een knelpunten.
In de Verenigde Staten is het eveneens droog. Vooral in het westen en zuidwesten. Een deel van de tarweteeltgebieden wordt deze week op regen getrakteerd, maar niet overal. Er is nog steeds sprake van het weerfenomeen La Niña wat voor droogte in Zuid-Amerika zorgt. In Australië valt de regen juist vrij gemakkelijk, wat gunstig is voor de uitzaai van het nieuwe seizoen. Daar wordt momenteel mee begonnen. Australische akkerbouwers zien een goede vraag naar granen en oliezaden (koolzaad) op de wereldmarkt.
Productie pakt lager uit
De prijs van tarwe stijgt door de conclusie dat de productie van tarwe in Oekraïne dit jaar zeker lager uitpakt. Mogelijk fors lager. Bij koolzaad is de afhankelijkheid nog groter en de huidige voorraden nemen zienderogen af. Droogte wordt nu nog als bijzin genoemd, maar dit onderwerp kan in april weleens de koppen (mede) gaan beheersen als het huidig weertype in Europa aanhoudt.
In een aparte analyse gaan we morgenochtend (22 maart) in op de exportkansen en bedreigingen.