Tarwe zoekt het hogerop, maar kopers blijven weg

Maandag 7 februari noteert het maartcontract voor tarwe op de Matif €267,75 (stand 15:30 uur). Een plus van €2,25 vergeleken met de slotkoers van vrijdag. Op de laatste handelsdag vorige week kon de koers alweer iets herstellen, nadat deze donderdag de bodem in de markt raakte. Sinds eind januari is de prijs met bijna €30 per ton afgenomen. Een koers van €261,25 per ton is de laagste sinds eind september.

Dure euro
In de Verenigde Staten brokkelde het vertrouwen in de tarwemarkt eveneens af. De koers op de CBoT daalde met zo'n $23 per ton. Daarmee is het verlies wel kleiner dan in Europa. Waar de Europese markt mee te maken heeft is een ongunstige concurrentiepositie. Die wordt steeds beter blootgelegd. Een stijging van de eurokoers ten opzichte van de dollar zorgde er afgelopen donderdag dan ook voor dat de tarweprijs naar zijn laagste niveau in vier maanden werd gedrukt.

Een relatief dure euro ten opzichte van de dollar (€1 staat tot $1,14) en een gunstige wisselkoers van de Russische roebel zorgen ervoor dat tarwe uit Frankrijk, Duitsland of Polen duurder is. Wat ook niet helpt is dat akkerbouwers nog steeds stevig in het zadel zitten in deze landen. Ze hebben weinig animo om handel te doen. De prijzen van inputs stijgen namelijk nog steeds en de huidige markt moet ervoor zorgen dat deze kosten gecompenseerd worden.

Wisselkoers blijft belangrijk
De wisselkoersen blijven een belangrijk instrument in relatie tot de Europa granenexport – die overigens wel prima cijfers schrijft over januari. Wanneer de ECB zijn zorgen blijft uiten over de stijgende inflatie kan dit de eurokoers verder doen verhogen en daarmee de Europese tarweprijs in de wielen rijden. De recente prijsverlagingen helpen wel om Europese tarwe concurrerender te maken. Met het hoog op nieuwe tenders vanuit Noord-Afrika is dat positief.

Dan is er nog de politieke situatie in Oekraïne, die de markt nauwlettend volgt op de achtergrond. Nieuws op dit front kan de koersen snel van richting doen wisselen, zo heeft het verleden geleerd. Een dreiging in het oosten heeft fors meer impact op de markt dan de coronapandemie, die je bijna zou vergeten in de huidige granenmarkt. Corona is zeker de wereld niet uit, maar het heeft weinig vat op de prijsvorming van granen. Alleen de logistieke disrupties zijn een merkbaar gevolg waar de wereldmarkt maar moeilijk mee kan leven.

Rustige fase
En zo kabbelt de tarwemarkt rustig door februari heen. Blijft het rustig op politiek vlak dan heeft de markt in deze fase weinig te vrezen en wordt in maart of begin april pas echt richting gekozen voor de laatste periode van het verkoopseizoen. In de VS zijn er zorgen over extreme droogte in het westen van het land. Ook in Canada is dat het geval. De markt wordt er niet door beïnvloedt op wereldniveau, maar meer richting het voorjaar wordt het zeker een belangrijk argument.

In Europa is die weersproblematiek er niet. Het voelt soms zelfs al erg voorjaarsachtig aan waardoor de wintergranen zich goed kunnen ontwikkelen en voorzichtig al zomergraan wordt gezaaid. Kijkend naar de brouwgerstprijzen – die records optekenen in de EU – staan akkerbouwers waarschijnlijk te springen om zomergerst de grond in te krijgen.

Denken aan de nieuwe oogst
Ook is het nu een goed moment om na te denken over het komend seizoen. Met het voorzichtig prijsherstel op de Matif is ook het septembercontract weer boven de €250 per ton uitgekomen. Dat is nog altijd een prima prijs om voor te verkopen. In de fysieke markt ligt dat niveau nog wel een tientje lager, maar kijkend naar de meerjarige trend is dat nog altijd een bovengemiddeld niveau. Zeker voor levering tijdens of net na de oogst. Laat die kans niet voorbijgaan.