Het Comité van Graanhandelaren bestaat in 2022 maar liefst 150 jaar. De brancheorganisatie voor onder meer handelaren, voer- en meelfabrikanten en verwerkers is volgens voorzitter Jan Willem Baas springlevend. Zeker nu de grondstoffenmarkt zich in ruw weer bevindt. 'De vanzelfsprekendheid van voldoende voorraad neemt af', zegt Baas.
We tellen het jaar 1872. De Nieuwe Waterweg in Rotterdam wordt in gebruik genomen, maar ook de Oranjesluizen worden geopend. De lijnverbinding tussen Rotterdam en New York, met stoomschepen, is een feit. In 1872 komen een zestal Rotterdamse graanhandelaren bij elkaar om het Comité van Graanhandelaren te vormen. Anno 2022 is het nog de enige brancheorganisatie voor de Nederlandse granensector in feed en food. Zowel in Den Haag als Brussel is het Comité actief om belangen te behartigen, al dan niet via de overkoepelende Europese organisatie.
Kunt u meer vertellen over de aanleiding van de oprichting destijds?
"De directe aanleiding was destijds de zoektocht naar meer inzicht en openheid over graanprijzen. Wekelijks werd een brief met prijzen in het NRC gepubliceerd. Nederland was altijd al een belangrijk handelsland. Vergeet niet dat zelfs de VOC in graan handelde. Nederlandse schepen haalden bijvoorbeeld granen uit het Zwarte Zee-gebied en Polen. Met de komst van graanelevatoren en grotere schepen schaalde de import en export op. Tot 1980 werden wekelijks beursdagen in Rotterdam gehouden, waarbij handelaren fysiek samenkwamen. Technologie maakte dat overbodig. De prijzen zijn nu zo transparant dat elke boer weet wat de beurzen doen, of je nu in Nederland, Afrika of Australië woont."
U bent sinds mei 2021 voorzitter van het Comité. Handelt u zelf ook?
"Ik ben dagelijks actief in de handel. Dit is anders dan voorheen. Het Comité heeft in het verleden enkele gepensioneerde graanhandelaren als voorzitter gehad of mensen die aan de rand van deze sector staan. Dat ik dicht op de handel zit is een voordeel."
Is de huidige situatie op de markt uniek?
"De situatie is uitzonderlijk. Niet alleen zijn de granenprijzen enorm hoog, maar ook de prijs van bijvoorbeeld koolzaad. Deels komt dat door corona, een kleinere oogst en grote vraag, maar deels is het ook speculantengedrag. Wanneer je bedenkt dat het volume sojabonen dat wordt verhandeld op de CBoT drie tot vier keer de wereldproductie bedraagt, kun je inzien dat veel speculanten en investeerders actief zijn. Zij zien dat er geld is te verdienen. Daarnaast is er voorraadgedrag van landen en een tekort aan vervoersmiddelen. Schepen, auto's, containers. Alles. Je kunt het betalen, maar de leverzekerheid ontbreekt. De beschikbaarheid is niet langer zoals we gewend zijn. De 'dagelijkse gekte' is lastig mee om te gaan. Chauffeurs zitten veel vaker in quarantaine. Dat merk je. Gelukkig hebben de recente maatregelen de quarantaineverplichtingen versoepeld."
Is dat wat jullie voornamelijk doen, praten met de politiek?
"Als belangenbehartiger voor meer dan 120 bedrijven hopen we de politiek nauwer bij de sector te betrekken. Er is een (te) groot verschil tussen beleid en praktijk. We hebben met het nieuwe kabinet met vier ministeries te maken, dat is best lastig. Ook in Brussel proberen we invloed op het beleid uit te oefenen. Dat gebeurt via de overkoepelende Europese organisatie Coceral. Ook zijn we nauw bij BO Akkerbouw betrokken."
Welke taken heeft het Comité nog meer?
"Ons hoofddoel is het bewerkstelligen van vrije, transparante handel. Wij geloven er rotsvast in dat alleen vrije wereldhandel een goede en eerlijke basis is. We zetten ons in voor belangenbehartiging van de landbouw en handelspolitiek. Daar valt een breed scala aan onderwerpen onder. Denk aan voedselveiligheid en wet- en regelgeving. Er is een arbitrage-instituut om zakelijke geschillen op te lossen. Last but not least organiseren we jaarlijks een omvangrijke cursus Graanhandel voor nieuwkomers in de sector. Die wordt gegeven door mensen uit de praktijk."
Bestaan de leden alleen uit handelspartijen?
"Ik schat in dat 80% van alle graanhandelaren in Nederland lid is van het Comité. Daarnaast gaat het ook om mengvoerfabrieken die in- en verkopen, logistieke partijen, banken en verzekeringsbedrijven. Alles wat met de internationale handel te maken heeft eigenlijk."
Terug naar de politiek: is het ingezette beleid (Farm2Fork, eiwitstrategie) een vloek of een zegen?
"We zijn hier heel druk mee, maar het is een langetermijnuitdaging die enorme invloed kan hebben op iedereen in de keten. De Europese Unie is een van de grootste tarweproducenten en -exporteurs ter wereld. De wereldtarweprijs wordt deels in Europa bepaald. De Farm2Fork-strategie wijzigt dat radicaal. Denk aan 25% biologisch telen. Wanneer je de huidige studies erbij pakt, moet je concluderen dat de Europese Unie straks netto-importeur wordt, in plaats van exporteur. Dat werkt door op de wereldmarkt. Dit betekent dat prijzen stijgen en de afhankelijkheid van import groeit. Erg vreemd in het licht van de voedselzekerheid."
Als de import van soja danig wordt ingeperkt, is dat dan een fikse aderlating voor jullie leden?
"Soja telen in West-Europa is lastig, in Oost-Europa lukt dat beter. Het is zoeken naar alternatieven: bonen, erwten, lupinen. De marge ontbreekt op dit moment. Wij staan voor een vrije wereldhandel. Dat betekent ook de soja-import uit Zuid-Amerika, omdat de teeltomstandigheden daar ideaal zijn. We begrijpen dat er dingen moeten veranderen en die aanzet is gedaan. Maar, het huidig scenario is niet reëel in onze ogen. Zeker bij 25% biologisch betekent het een hogere prijs. De consument moet bereid zijn om die te betalen, of de politiek moet bijspringen. Wij geloven in een zelfregulerende markt met vraag en aanbod waar iedereen een eerlijke boterham verdient."
Dat is een mooi bruggetje naar het beleid van importbehoeftige landen. Blijft hun hamstergedrag voor disruptie zorgen op de granenmarkt?
"Overheden kunnen maar tot een bepaald niveau subsidiëren. Normaal zie je dat de handel een voorraad opbouwt. In de huidige markt nemen landen dat over, omdat de (prijs)risico's te groot zijn. Bij deze prijzen legt de handel geen voorraad aan. Hoge prijzen zijn altijd van korte termijn. De consument moet uiteindelijk de prijs kunnen en willen betalen. De weg naar beneden is steiler dan de weg omhoog, is een veelgehoorde uitspraak in de sector. Kijk je naar de huidige marktsituatie met logistieke problemen, inflatie en de energiemarkt in onbalans, dan zijn er voldoende aanleidingen voor onrust in de wereld."
Onrust klinkt als een recept voor hoge prijzen voor granen?
"Landen in Azië en Afrika nemen grotere posities in en kopen makkelijker grondstoffen. De vraag is er, dat houdt prijzen op peil. Ik heb geen glazen bol, maar ik zie de tarweprijs op korte termijn niet afzakken. Dan zijn er nog logistieke problemen, die minimaal tot de zomer aanhouden. Bedenk dat schepen die in Rotterdam moeten laden en lossen nu twee tot drie maanden in de wacht liggen. De kosten zijn gigantisch. Je kunt geen extra schepen bouwen, dan wordt de file alleen maar langer. Havens zitten snel op slot als gevolg van corona-uitbraken. Lage prijsniveaus voor transport zien we niet meer terugkeren is mijn huidige inschatting."
De huidige tarweprijzen maken telers geïnteresseerd. Mag er meer aandacht zijn voor de marktontwikkelingen bij de boer?
"Boeren die actief zijn op de granenmarkt weten heel goed wat ze moeten doen. Het is gemakkelijk om informatie te vergaren. Ook het Comité maakt wekelijks prijzen bekend via de beurs van Rotterdam. Handelaren, importeurs, producenten en makelaars leveren hiervoor informatie aan. De gepubliceerde prijzen zijn gebaseerd op gedane transacties of de biedingen die op dat moment in de markt liggen. Het is een echte wereldmarkt waar ook Nederland een actieve rol in speelt."