De tarwenotering op de Europese Matif en de Amerikaanse CBoT hebben de afgelopen dagen een tegengestelde ontwikkeling door gemaakt. De Matif steeg naar het hoogste niveau sinds maart 2008 terwijl de CBoT inleverde. Wat is hier aan de hand?
De tarwekoers op de Matif sloot gisteren (dinsdag 24 augsustus) op €272,75 per ton terwijl de CBoT op omgerekend €224,62 ton bleef steken. Dat CBoT circa €20 à €30 lager is dan de Matif komt vaker voor al lagen de koersen de laatste maanden erg dicht bij elkaar. Het plotselinge verschil van bijna €50 is dan ook opmerkelijk.
Oogst is kleiner dan verwacht
Een veel gehoorde verklaring voor de relatief hoge graan prijzen zijn tegenvallende oogsten. Het Franse marktbureau Agrritel maakte gisteren (dinsdag 24 augustus) nog bekend dat het de Franse oogst van zachte tarwe raamt op 34,93 miljoen ton, een opbrengst onder het 10-jarige gemiddelde. In juni voorspelde het bureau met 38 miljoen ton nog één van de best oogsten ooit voor de grootste tarwe producent binnen de EU.
Perioden van slecht weer tijdens de bloei en korrelvulling hebben de opbrengsten en kwaliteit flinke schade berokkend. Dat speelt niet alleen in Frankrijk maar ook in andere grote graanproducerende landen in de EU. Door de tegenvallende hectolitergewichten en eiwitgehalten is er minder baktarwe. De Franse brancheorganisatie van molenaars ANMF waarschuwde eerder deze week al voor stijgende meelprijzen. Baktarwe is erg genoeg maar prijzen liggen op een hoog niveau en de matige kwaliteit leidt extra werk en kosten voor de verwerkers.
Exportvoordeel
Bovengenoemde is één van de redenen voor de hoge tarweprijs maar het verklaart niet waarom het verschil tussen de Matif en CBoT bijna €50 per ton is. Daar spelen andere factoren een rol. Allereerst ligt Europa logistiek gezien gunstig voor de export van tarwe met name naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat wordt vaak als oorzaak voor het verschil tussen de Amerikaanse en Europese tarweprijzen aangedragen. Dat wordt op dit moment extra versterkt door een relatief lage koers van de euro. Dat heeft tot gevolg dat de Europese tarwe op de wereldmarkt een concurrentievoordeel heeft.
Ontwikkeling buiten de agrarische sector
Maar er is nog iets ander aan de hand. Daarvoor moeten we breder naar de (Amerikaanse) financiële markten kijken. Berichten over tegenvallende economische groei in Azië, een mogelijk einde aan het opkoopprogramma van obligaties door de Amerikaanse Centrale bank, stijgende inflatie en een dalend consumentenvertrouwen maakte de investeerders zenuwachtig. Vorige week stapte veel beleggers uit de meer risicovolle investeringen en daalde de koersen van onder meer grondstoffen en aandelen.
In die zin past de prijsontwikkeling van de Amerikaanse tarwe in een bredere trend. De tarweprijs op de CBoT wordt daar dit keer niet bepaald door het weer, oogst- en verbruiksramingen en voorraden maar door een algemene economische trend volgens verschillende analisten.