Een te kort aan vrachtwagenchauffeurs en treinmachinisten is een groot probleem voor de export van graan in vooral West-Australië. De havens zijn volgeboekt om de recordoogst over de wereld te verschepen, maar handelaren hebben de grootste moeite om hun graan daar te krijgen. En dat in een jaar met goede prijzen en grote vraag naar graan.
De coöperatie CBH - één van de grootste graanexporteurs in Australië, waarbij circa 3.700 boeren zijn aangesloten - raakt steeds verder achter op de geplande export. Waar een vracht normaal 4 dagen doet over een rondje naar een haven, is dat inmiddels opgelopen tot 10 dagen.
Grote oogst zorgt voor problemen
"De grote graanoogst van afgelopen seizoen zorgt voor extra vraag naar transport in heel Australië", zegt Ben Macnamara, operationeel manager van CBH, in de Financial Review. "Normaal kunnen we de hulp inroepen van chauffeurs uit de oostelijke staten. Maar die hebben voldoende werk op het moment. De problemen worden versterkt door de strenge coronamaatregelen. De grenzen tussen de staten zijn al diverse keren gesloten en onder chauffeurs heerst de angst dat ze niet meer naar huis kunnen als dat weer gebeurt."
De transportproblemen leiden tot frustratie bij de overzeese klanten. Australië hoopte dit jaar weer marktaandeel op met name de Aziatische markt te winnen. Rusland die de afgelopen jaren sterk groeide op deze markt, leverde aandeel in door de exportheffing op graan die het land eerder dit jaar heeft ingesteld.
De problemen door het chauffeurstekort blijven niet beperkt tot het graantransport. Ook slachthuizen en mijnbouwbedrijven hebben grote moeite hun producten in de havens te krijgen.