China heeft een enorme tarwe voorraad opgebouwd. Het land beschik over ongeveer de helft van de wereldvoorraad. Dat is goed voor iets meer dan een jaar binnenlands gebruik. Waarom worden in China zulke grote voorraden aangehouden en wat merken we daarvan in Europa?
Veruit de belangrijkste reden om grote voorraden aan te houden is de voedselzekerheid. China kent een lange geschiedenis van hongersnoden die sociale en politieke onrust veroorzaakten. De uitbraak van het coronavirus zorgde voor problemen in de internationale handel. Dat schudde de Chinese regering wakker. Er is de overheid veel aan gelegen om onrust onder de bevolking van 1,4 miljard mensen te voorkomen. Het is niet zo dat de Chinese voedselzekerheid in het geding is gekomen, maar de onbalans tussen vraag en aanbod werd wel pijnlijk duidelijk.
Vraag naar graan groeit sneller dan productie
De vraag naar graan groeit in China sneller dan de productie. Het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) schatte het gebruik van voertarwe eerder deze week in het WASDE-rapport op 35 miljoen ton. Dat was een maand eerder nog 30 miljoen ton en in mei 2020 nog 20 miljoen ton. Dat toegenomen gebruik hangt sterk samen met de hervormingen in de varkenssector. De Afrikaanse varkenspest heeft flink huisgehouden in China. Om nieuwe de kans op nieuwe uitbraken van ziektes te verkleinen wil overheid het gebruik van rest/afvalstromen uit de voedingsmiddelenindustrie in varkensvoer aan banden leggen.
Deze maatregel zorgt ervoor dat de vraag naar voergraan sneller toeneemt dan dat op basis van het herstel van de varkenssector verwacht zou worden. Het zou voor China goed mogelijk zijn om wat in te teren op de grote graanvoorraad. Gezien het doel van de voorraden vanwege voedselzekerheid laat Beijing dat niet toe.
Dat betekent dat China voorlopig actief zal moeten kopen op de wereldmarkt. Dat druist in tegen de ambitie van het land om juist onafhankelijker te worden. China manifesteert zich nog steeds nadrukkelijker op het wereldtoneel wat geopolitieke spanningen tot gevolg heeft. Denk bijvoorbeeld aan de bekoelde betrekkingen met Australië, het grensconflict met India en de spanningen met Japan over een eilandengroep.
Europese akkerbouwers profiteren van Chinese vraag
China zet daarom in op een strategie van diversifiëring van leveranciers. De overheid werkt er aan niet te afhankelijk te worden van één leverancier en is daarom opzoek naar nieuwe markten. Daar profiteren de Europese akkerbouwers van. Het mes snijdt aan 2 kanten. Enerzijds zorgt de Chinese vraag voor hogere grondstofprijzen. Anderzijds krijgt de EU er een extra afzetmarkt bij.
Dat zien we in de exportcijfers van Eurostat terug. In seizoen 2019/2020 importeerde China nog tot 8 maart nog 1 miljoen tarwe, 4,6% van de totale export. Dit seizoen is de export opgelopen naar een marktaandeel van 9,7% met bijna 1,8 miljoen ton. Bij voergerst is de toename nog groter. Daar is het aandeel van China in de totale EU export tot 8 maart opgelopen naar 38,6% met bijna 2 miljoen ton. Een jaar was dat nog 820.000 ton.