De prijs van tarwe bereikte in de eerste volle januariweek het hoogste punt in 6 jaar tijd op de Matif in Parijs. Dit verlies werd maandag 11 januari flink ingehaald met een plus van €2,50. Ondanks het relatief hoge prijsniveau is het de vraag of deze de werkelijke situatie wel goed weerspiegelt. Moet de prijs niet verder omhoog?
De bulls zijn aan zet op de granenmarkt die maandag 11 januari opnieuw groene cijfers schrijft in zowel Parijs (Matif) als Chicago (CBoT). De piek voor het maartcontract tarwe ligt in Europa op €219,50. De Amerikaanse beurs noteert voor tarwe wel lager, maar voor maïs en soja opnieuw hoger. Vooral de CBoT wacht nieuwe informatie in het Wasde-rapport af, die het Amerikaanse landbouwministerie USDA dinsdag 12 januari publiceert. Dat moet meer duidelijkheid geven over onder andere het tarweareaal in de VS, de export en (eind)voorraden.
Russische olie op het vuur
Het aankondigen van een Russische exportheffing op tarwe was olie op het vuur. Na veel gespeculeer bleef het relatief kalm, maar steeds meer beurshandelaren en analisten denken nu dat de impact van dit besluit grote gevolgen kan hebben op het verdere verloop van de prijzen, met nieuwe stijgingen tot gevolg. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te dragen. We zetten er 4 op een rij:
1. De export valt tegen
De Russische export van tarwe valt meer tegen dan eerder werd gedacht. Het bekende marktanalysebureau SovEcon verwacht dat dit seizoen 36,3 miljoen ton tarwe uitgevoerd wordt, tegenover bijvoorbeeld 40 miljoen ton die het USDA inschat. De directe reden hiervoor is de exportheffing van €25 per ton. In het exportseizoen 2014-2015 maakte de Russische overheid een soortgelijk besluit, waarna de export volledig instortte. SovEcon gelooft daarom dat eenzelfde situatie ook dit jaar op de loer ligt. In dat seizoen daalde de uitvoer van 2 miljoen ton per maand naar slechts 500.000 ton, terwijl die in het voorjaar normaal gesproken juist toeneemt.
2. Gewassen staan er slecht voor
In West- en Centraal-Europa zijn de wintergranen gemiddeld op tijd gezaaid. Alleen in de kustgebieden was het erg nat waardoor laat is gezaaid en onder slechte omstandigheden. Het gebrek aan lage temperaturen geeft ervoor gezorgd dat de gewassen zich goed kunnen ontwikkelen. Toch is het areaal in Europa, en hoofdzakelijk Frankrijk en Duitsland, niet bijzonder groot. In Rusland staat bijna een kwart van de tarwepercelen er slecht voor door aanhoudende droogte. Er is weinig sneeuw gevallen waardoor vochtreserves niet worden aangevuld en gewassen door vorst gemakkelijk beschadigd kunnen worden.
3. Russische boeren willen niet verkopen
Een groot landbouwbedrijf in Rusland runnen – met misschien wel 50.000 hectare – gaat iets anders dan bij ons. De bedrijven verkopen in de winter een gedeelte van hun graanvoorraad om zaaizaad, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen voor het nieuwe seizoen in te kopen. Bedrijven zit dit seizoen financieel goed in hun jas. Door de coronacrisis zijn alle agrarische producten al heel 2020 goed geprijsd geweest. Daar hebben ze gebruik van gemaakt door veel te verkopen. Op dit moment wordt daarom nauwelijks aanbod gegeven, waardoor exporteurs de portemonnee moeten trekken. Dit jaar is de fysieke prijs (FOB) al met $13-18 per ton gestegen, ten opzichte van eind 2020.
4. Er zijn geen alternatieven
Het is niet nieuw dat Russische akkerbouwers niet willen verkopen. Daar heeft Oekraïne van kunnen profiteren, door eind vorig jaar al veel te exporteren. In tegenstelling tot Rusland viel de graanoogst daar wel erg tegen, door droogte, waardoor het land uitverkocht raakt. Van het exportquotum van 17,5 miljoen ton was half december al bijna driekwart ingevuld. Tegelijkertijd is de vraag er wel degelijk. Bijvoorbeeld in het Midden-Oosten. Regelmatig worden tenders uitgeschreven voor nieuwe verladingen. Europese leveranciers, uit Frankrijk of Roemenië bijvoorbeeld, moeten de komende maanden die tenders gaan vullen. Egypte, de grootste koper van tarwe, roept voldoende voorraad te hebben. Des te meer reden voor analisten om te geloven dat het land weldra meer tarwe gaat kopen, en via deze weg tracht de markt te kalmeren.
Conclusies
Tel je al deze factoren bij elkaar op dan pas een Matif-notering tussen €217-219 niet bij de huidige situatie omtrent vraag en aanbod. Een belangrijke factor voor de Europese markt is daarnaast de koers van de euro. Rusland heeft kunnen profiteren van hun roebelkoers, waardoor akkerbouwers veel roebels voor hun tarwe kregen. De euro bevindt zich momenteel op een breekpunt en moet óf door de weerstandsgrens breken, óf gaan dalen.
Uit Europese data over de export van tarwe blijkt dat het volume in december licht daalde. Vooral naar China, die dit seizoen de grootste afnemer is. Ook andere landen namen minder af. FranceAgriMer, de Franse overheidsdienst, heeft zijn exportverwachting voor het land voor de derde keer op rij verhoogd door een vragende markt. Toch blijft het volume onder dat van vorig seizoen liggen.
Gevolgen voor voerprijzen
De tarweprijs trekt die van korrelmaïs mee, die bij de omschakeling van de contractperiode in Parijs toch al een kortstondige piek liet zien. Daarmee zijn de huidige marktomstandigheden vooral belangrijk voor afnemers aan de voerkant: varkens-, melkvee- en pluimveehouders. Niet voor niets toont de Boerenbusiness Mengvoerprijsindicator, voor vleesvarkensbrok en voor A-brok, beide een stijgende prognose boven de 100 indexpunten. Voor akkerbouwers, die hun tarwe al in de grond hebben zitten, levert de situatie aan het einde van de rit hopelijk een betere poolprijs. Daarnaast kan het interessant zijn om nu in te dekken, met een prijsniveau op de Matif voor oogst 2021 tegen de €200 aan.