Rusland neemt nog meer exportbeperkende maatregelen. Er wordt namelijk vanaf 1 februari tot en met 30 juni een heffing ingevoerd op soja. Dit heeft de Russische overheid deze week bekendgemaakt. Het tarief komt uit op 30%, maar alleen voor de zendingen vanaf €165 per ton.
De importheffing moet de prijsstijging op de interne markt beperken, zo meldt het Russische ministerie van Economische Zaken. Medio december werd al aangekondigd dat de tarwe-export belast wordt met een heffing van €25 per ton en dat voor de grote supermarktketens maximumprijzen op essentiële voedingsmiddelen zijn ingesteld.
Toch zal de importheffing geen grote invloed hebben op de wereldwijde markt voor soja. Rusland is daarop namelijk een kleine speler. Het land was over de afgelopen 5 jaar goed voor gemiddeld 1,1% van de productie wereldwijd. De Russische sojaprijs lag in december wel 65% hoger dan in dezelfde maand 1 jaar eerder.
Imagoprobleem
De stijgende voedselprijzen, verwachte negatieve economische groei en oplopende werkloosheid vormen een bedreiging voor president Vladimir Poetin. Volgens analisten zijn de maatregelen dan ook vooral bedoeld om zijn eigen imago op te vijzelen. Na de oorlog met Oekraïne in 2014 stelde het Westen sancties in tegen Rusland. Als tegenreactie verbood Rusland de import van Westerse levensmiddelen. Het land probeert sindsdien de eigen agrarische productie op te schroeven en streeft naar ernaar om op termijn zelfvoorzienend te worden.
Culinair patriottisme is daarmee een van de pijlers geworden onder het beleid van Poetin. Directe staatssteun aan de landbouwsector is dan ook van 200 miljard roebel (circa €2,19 miljard) in 2012 gestegen naar ruim 308 miljard roebel (zo'n €3,38 miljard). De Russische zakenkrant Kommersant melde recent dat de verwachte productiestijging achterblijft en het land nog steeds van import afhankelijk is.