Een relatief warme start van de winter heeft ervoor gezorgd dat graangewassen bijna niet zijn afgehard. Begin december daalde de temperaturen lokaal wel fors, waardoor soms al wat vorstschade is opgetreden. Dat meldt het JRC in hun nieuwste MARS-bulletin.
Vooral de Baltische staten hadden in november met relatief warm weer te maken. De gemiddelde temperatuur was de op 1 na hoogste ooit gemeten. In Centraal- en Oost-Europa blijft het ook droger dan gemiddeld, terwijl in West-Europa de neerslag flink is aangevuld. In Spanje en Italië is sprake van een neerslagoverschot.
Zaaien afgerond
Het milde weer heeft ervoor gezorgd dat in Oost-Europa de laatste percelen graan gezaaid konden worden. De omstandigheden daarvoor waren lang niet altijd ideaal. Door het late zaaimoment zijn deze gewassen onderontwikkeld. Sowieso is er zorg over de stand van de graangewassen. Door de hoge temperaturen zijn ze niet afgehard voor komende winter. In het noorden van Roemenië daalde de temperatuur eind november en begin december al flink, waardoor daar lokaal vorstschade te vinden is. Ook in de Volga-regio van Rusland is vorstschade te ontdekken. Het kwam daar tot temperaturen van -15 tot -20 graden Celsius.
In de meeste Oost-Europa landen is sprake van onderontwikkelde graangewassen die niet voldoende zijn afgehard en die een zwak wortelgestel hebben. Vooral door veel regenval sinds begin oktober. Hierdoor is er laat gezaaid en de groei belemmerd. Graangewassen zijn veel later aan hun rustperiode voor de winter begonnen. In Rusland en Oekraïne zijn de gewassen – ondanks aanhoudende droogte – verder ontwikkeld.
Temperatuur blijft bovengemiddeld
Naar verwachting neemt de vorsttolerantie in Oost-Europa in december verder toe. Verder naar het zuiden gaat dat trager, omdat het wam blijft voor de tijd van het jaar. In Centraal- en West-Europa wordt geen verandering verwacht gezien de weersverwachtingen. Tot en met februari voorziet het JRC een warmer dan gemiddeld weertype.