Voor seizoen 2020/2021 wordt wereldwijd meer tarwe voorzien en juist minder maïs en sojabonen, zo laat het nieuwe WASDE-rapport van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) zien. De resultaten hebben duidelijk effect op de noteringen van sojabonen en maïs, die liggen ver boven het 5-jarig gemiddelde.
Het landbouwministerie voorziet dat de voorraden, de consumptie en de export van tarwe in seizoen 2020/2021 toenemen. Ten opzichte van de prognose in september heeft het ministerie de tarwevoorraad met 2 miljoen ton verhoogd tot 1,07 miljard ton. Rusland is hier de grootste drijfveer achter. De productie komt daar naar verwachting 5 miljoen ton hoger uit tot 83 miljoen ton, de op 1 na grootste oogst in het land. De Russische productie compenseert de forse verlagingen in Oekraïne, Canada en Argentinië. De Oekraïense productie is met 1,5 miljoen ton verlaagd tot 25,5 miljoen ton, die van Canada daalt met 1 miljoen ton tot 35 miljoen en de Argentijnse tarweproductie is met 0,5 miljoen ton afgenomen tot 19 miljoen.
Niet alleen de Russische productie is vooraanstaand in het rapport van deze maand, ook het Russische tarwe-exportcijfer is met 1,5 miljoen ton verhoogd. Daarmee komt de export vanuit dat land naar verwachting uit op 39 miljoen ton, het op 1 na hoogste resultaat ooit. De wereldwijde tarwehandel neemt daardoor met 0,5 miljoen ton toe naar 189,9 miljoen ton. De fors stijgende import vanuit China draagt ook bij aan dit verhoogde exportcijfer. De invoer bedraagt nu 7,5 miljoen ton, waarmee het land de op 2 grootste importeur is van tarwe.
Als gevolg hiervan verwacht het USDA dat de wereldwijde eindvoorraad van tarwe voor seizoen 2020/2021 uitkomt op 321,5 miljoen ton. Dit is 2,1 miljoen ton meer dan afgelopen maand werd voorzien en een nieuw record. Daarentegen komt de eindvoorraad van tarwe in de Verenigde Staten naar verwachting op het laagste niveau van de afgelopen 6 jaar uit: 24 miljoen ton.
Wereldwijd minder korrelmaïs verwacht
De wereldwijde productie van korrelmaïs wordt voor seizoen 2020/2021 geraamd op 1,45 miljard ton, een lichte daling ten opzichte van het vorige WASDE-rapport. De daling komt voornamelijk op het conto van de Verenigde Staten. Daar daalt de maïsproductie met 4,5 miljoen ton naar ruim 373 miljoen ton. Dit is met name het gevolg van een kleiner geoogst areaal. Ook in Oekraïne en de Europese Unie wordt minder maïs voorzien, al wordt dit wereldwijd enigszins gecompenseerd door stijgingen in Ghana, Kenia, Servië en Mali.
De wereldwijde eindvoorraad van maïs daalt voornamelijk als gevolg van de lagere eindvoorraad in de Verenigde Staten naar een totaal van 300,5 miljoen ton. Dit is 6,3 miljoen ton minder dan afgelopen maand verwacht werd. Deze lagere oogstverwachtingen zorgen er ook voor dat de notering zowel op de CBoT in Chicago als Matif in Parijs naar boven schiet.
Minder sojabonen in Verenigde Staten
De productie van sojabonen wordt geschat op omgerekend 117 miljoen ton, dat is circa 1,22 miljoen ton minder dan in het vorige WASDE-rapport beschreven werd. Onder andere hierdoor daalt de totale Amerikaanse productie van oliezaden tot 126,6 miljoen ton (-1,1 miljoen ton). De daling komt voort uit de neerwaartse bijstelling van het geoogste areaal. Dat is met ruim 280.000 hectare teruggebracht naar 33,3 miljoen hectare. De export loopt vlekkeloos en is met 2,04 miljoen ton verhoogd. Dit zorgt in combinatie met de kleinere voorraden voor een eindvoorraad van 7,89 miljoen ton, ruim 4 miljoen ton minder dan vorige maand verwacht werd.
Deze lagere eindvoorraad in de Verenigde Staten zorgt eveneens voor een gedaalde wereldwijde eindvoorraad. In het WASDE-rapport van het USDA wordt inmiddels uitgegaan van 88,7 miljoen ton, oftewel een verlaging van 4,7 miljoen ton ten opzichte van het rapport van de maand september. Al met al zorgen de kleinere voorraden en de lagere productie ervoor dat de notering voor sojabonen op de CBoT in Chicago op een bijzonder hoog niveau blijft staan.