De graanmarkten hebben een turbulent eerste halfjaar achter de rug. Dit komt met name door het handelsconflict tussen de VS en China. Daarnaast hebben de wisselende weersomstandigheden sterke invloed op de prijzen. Dat meldt ABN Amro in een rapport over de granenmarkt.
Het verschil tussen de hoogte en de laagste prijs in de maïsmarkt is tot dusver 24%. Voor de tarweprijs is dit verschil 22% en voor de sojabonenprijs 15%, zo blijkt uit de rapportage van de bank. Opvallend is dat de pieken en dalen in de prijzen van de drie graanmarkten vrijwel op hetzelfde moment vallen. De gemene deler is het handelsconflict tussen de VS en China dat de gemoederen flink bezighoudt. Het resultaat van de handelsbesprekingen heeft direct invloed op de toekomstige vraag naar granen.
Weer bepalend voor output
Ook onrust aan de aanbodzijde zorgt voor beweeglijkheid in de prijs. Vooral de weersomstandigheden zijn van invloed. Veel regen en overstromingen in de VS hadden een negatief effect. De beplantingen liepen vertraging op wat ten koste gaat van de kwaliteit. De boeren in Rusland, Oekraïne, de EU en Australië hebben te maken met droogte wat zorgt voor minder productie. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) heeft dit jaar al meer dan eens haar prognoses over de productie moeten bijstellen.
Beleggers maken op basis van deze trends een vertaalslag naar de toekomstige vraag- en aanbodsituatie op de graanmarkten. Het zorgt vaak voor veel volatiliteit in de prijzen op de korte termijn. Beleggers bijten zich nu vast in nieuws over hitte in de VS, de goede tarweoogst in Duitsland en de soja-verkoop in Rusland naar China.
Tekort sojabonen, stijgende prijs
Op de korte termijn blijft het handelsconflict de prijs van sojabonen beïnvloeden. De onzekerheid over de Chinese vraag blijft hoog. Door de Afrikaanse varkenspest kopen varkensboeren in China mondiaal minder sojabonen. Dat treft in eerste instantie vooral de export vanuit Latijns-Amerika.
Komend seizoen groeit de mondiale vraag naar sojabonen volgens de International Grains Counsil (IGC) in totaal met 2%. De totale productie krimpt echter met bijna 4%. De voorraden dalen daardoor tot 13% van de totale consumptie, ofwel 6-7 weken beschikbare consumptie. In dit scenario is de prijs van sojabonen in staat om te herstellen in het seizoen 2019/2020.
Hogere maïsprijs verwacht
ABN Amro verwacht een hogere maÏŠsprijs in 2019/2020. Volgens de IGC gaat mondiaal zowel de productie als de vraag naar maïs dalen. Omdat de productie sneller afneemt dan de vraag, heeft de maïsmarkt ook volgend seizoen te kampen met een tekort. Daardoor nemen de voorraden verder af. Die dalen van een niveau van 28% van de consumptie naar 24%. Dit is circa 12 weken consumptie.
Door de extreem natte afgelopen paar maanden in de VS zijn de beplantingen sterk vertraagd. Dit heeft veel invloed op de kwaliteit en de uiteindelijke hoeveelheid van maïs. De USDA geeft aan dat halverwege juli 58% van de maïsoogst in goede tot uitstekende conditie is. Een jaar geleden was dat 72%. Deze onzekerheid over de oogst in de VS gaat de komende maanden de beweeglijkheid in de prijs bepalen. Daarmee is tevens de kans groter dat de markt volgend seizoen met een tekort te maken krijgt. Per saldo gaat hier een prijsopdrijvend effect vanuit en ABN Amro verwacht een hogere maÏŠsprijs in 2019/2020.
Stabiele prijstrend tarwe
Wat betreft de tarwemarkt gaat ABN Amro voor 2020 uit van een stabiele prijstrend. In het huidige seizoen 2018/2019 krimpt de totale productie met bijna 4% met name door de uitdagende weersomstandigheden. De consumptie blijft stabiel. Daarmee nemen de voorraden af en dit betekent dat de tarweprijs kan herstellen richting eind 2019.
Het marktbeeld kantelt echter in het seizoen 2019/2020. De IGC verwacht namelijk dat de productie in het nieuwe seizoen met bijna 5% gaat groeien. De productie van tarwe in de VS dipt naar verwachting. Dit komt door vertragingen in de oogst door nat weer en minder beplantingen. De productie neemt echter sterk toe in Australië, Oekraïne en Rusland. De yields nemen toe.
Sterke groei van de vraag
De mondiale vraag groeit uiteindelijk met iets meer dan 2%. Vooral de vraag vanuit de diervoederindustrie neemt sterk toe. Dit zorgt ervoor dat de groei van de vraag sinds drie seizoenen geleden weer boven het langetermijngemiddelde uitkomt. Per saldo stijgen de voorraden en die bereiken een piekniveau. De beschikbare voorraden ten opzichte van de totale consumptie stijgt naar 36,3%. Dit zorgt voor enige druk op de prijs. De sterkere groei van de vraag zorgt voor demping.