In West- en Centraal-Europa dient zich zacht voorjaarsweer aan, waarmee het voorjaar extreem vroeg op gang komt. Het zorgt er tevens voor dat de broodnodige voorraad grondwater voorlopig niet wordt aangevuld. Wat betekent dit voor de ontwikkeling van de graangewassen?
Droogte blijft een thema in de landbouwsector. In het westen en centrale gedeelte van Europa is het droog tot zelfs zeer droog. Het koolzaad en de wintergranen kwamen afgelopen herfst in een extreem droog zaaibed. Op veel plekken heeft dit tot een wisselvallige opkomst en stand van het gewas geleid.
Droog voorjaar op komst?
Regenval en sneeuw hebben de beschikbare hoeveelheid bodemvocht in december en januari wel verbeterd, maar dit vocht zit voornamelijk in de bovengrond. Naar verwachting brengt de tweede helft van februari hier weinig verandering in, want de rest van de maand verloopt waarschijnlijk relatief zonnig en droog. Het is nog onzeker of deze hogere temperaturen ook daarna blijven, of dat er een nieuwe koudegolf komt. Een lichte El Niño in de Pacific kan dit voorjaar, tot en met april voor zowel droger als natter weer zorgen.
In Rusland en Oekraïne is afgelopen winter wel genoeg sneeuw gevallen; alleen in het zuiden van Rusland is het erg droog en vrezen de telers voor opbrengstverliezen. Deze regio, die aan de Zwarte Zee ligt, is cruciaal voor de tarwe-export. Ongeveer 90% van de graangewassen in beide landen wordt als goed beoordeeld. Het voorjaarswerk in Oekraïne is inmiddels gestart met het strooien van kunstmest. Volgens het landbouwministerie kennen de gewassen hun beste stand in 5 jaar tijd.
Exportpositie
Ook het Russisch landbouwministerie is positief over de graangewassen. Marktinstituut IKAR schat de aankomende tarweoogst op 76,5 miljoen ton, terwijl dat dit seizoen 72 miljoen ton is. Het ministerie spreekt over een totaal over 118 miljoen ton granen, wat een plus van 5% is vergeleken met vorig jaar. De export ligt dit seizoen 11% hoger. Door de sterk toegenomen prijzen is tarwe echter niet langer competitief. Europese tarwe, zoals uit Roemenië en Frankrijk, wint iets meer exporttenders.
De Europese exportcijfers blijven teleurstellend. Halverwege februari was zo'n 8 miljoen ton tarwe geëxporteerd, terwijl de Europese Unie rekent op een totaal van 20 miljoen ton. De marktexperts verwachten niet dat dit niveau gehaald wordt en rekenen met 15 miljoen ton tarwe. Samen met verwachtingen van marktbureau Strategie Grains, die de Europese oogst 15% hoger inschatten (146,4 miljoen ton), zorgt dit voor een ommekeer op de granenmarkt.
Dalende termijnmarkt
De Matif in Parijs knalde donderdag 14 februari omlaag en eindigde op het laagste niveau sinds medio september. Het meicontract, waarin de meeste contracten werden verhandeld, staat zelfs op het laagste niveau sinds eind juli. Maandag 18 februari opende Euronext wederom lager (€195 per ton). De CBoT in Chicago werd meegezogen in dit verlies. Maandag 18 februari is de beurs daar gesloten omwille 'President's Day'.
De fysieke prijzen zijn minder hard gedaald. In Duitsland handhaven de maal- en voertarweprijzen zich redelijk, met een kleine teruggang. In Nederland leverden de regionale beurzen €2 tot €3 in. Handelaren nemen een afwachtende houding aan, om zodoende te zien hoe de termijnmarkt zich deze week ontwikkelt. Welk sentiment volgt de markt aangaande Europa’s exportkansen versus een verwachte grotere oogst?
Prijsvorming
Blijven de temperaturen rond 15 graden Celsius gehandhaafd, en valt er op tijd een bui, dan kennen de Europese graangewassen een zeer vlotte start. Blijft het aanhoudend droog, dan kunnen zorgen over de ontwikkeling de markt weer opveren. Daarvoor moeten verwachtingen aangaande de tarwe-export zich wel materialiseren in daadwerkelijke handel, anders ziet de toekomst voor een hoge prijs er somber uit.