Een groep van 8 Europese lidstaten heeft bij de Landbouw- en Visserijraad in Brussel een pakket aan eisen gedropt aangaande de teelt van eiwitgewassen. Een belangrijke eis is de verhoging van de gekoppelde steun binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Er zijn 16 Europese lidstaten die een gekoppelde steun kennen voor de eiwitgewassen. Nederland hoort daar niet bij. Als het aan 8 lidstaten ligt (onder meer Frankrijk, Hongarije, Tsjechië en Slovenië), komt daar fors meer geld bij. Het is slechts 1 van de eisen die tijdens de landbouwraad is gesteld.
Ontbossing
De Europese Unie (EU) wil graag voor een groot deel voldoen in de eigen eiwitbehoefte (eiwittransitie) en dat heeft een groot aantal voordelen. De teelt van soja (en aanverwante producten) en palmolie vormt een van de hoofdoorzaken van de ontbossing in Midden- en Zuid-Amerika. Daarbij is de teelt van eiwitgewassen goed voor de bodem, omdat deze stikstof uit de lucht binden en de bodemstructuur verbeteren. Naast veevoer, kan eiwit gebruikt worden in vleesvervangers.
Steun voor de teelt van eiwitgewassen, zoals die 3 decennia terug ook al werd gebezigd, heeft ervoor gezorgd dat de teelt in Europa behoorlijk is toegenomen. In totaal wordt in de EU ongeveer 3 miljoen hectare aan eiwitgewassen verbouwd. Het is een verdubbeling ten opzichte van 5 jaar geleden. Erwten zijn het grootste gewas, gevolgd door sojabonen (bijna 1 miljoen hectare). Ook de teelt van veldbonen is fors gestegen (tot 650.000 hectare).
Julia Klöckner
Ondanks dat de gekoppelde steun voor een areaalexplosie zorgt, zijn niet alle lidstaten positief. De Duitse landbouwminister Julia Klöckner laat zich kritisch uit over het 'subsidiëren' van de teelt. Zij spreekt onder meer van een verstoring in de landbouw wanneer eiwitgewassen onevenredig veel steun krijgen. Een verhoging van de gekoppelde steun is volgens haar dan ook onacceptabel. Zij is van mening dat een hogere vrije marktprijs de teelt concurrerend moet maken met andere gewassen.
Tegelijkertijd zei de minister dat er rekening moet worden gehouden met de negatieve impact van soja-import, wat haar veel positief commentaar in eigen land opleverde. Voor zover bekend heeft minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) nog geen standpunt ingenomen. LTO Akkerbouw en BO-Akkerbouw staan positief tegenover het inzetten van GLB-gelden voor de teelt. Recent sprak Jaap van Wenum zich hier al over uit.
De soja-import neemt nog steeds fors toe, vooral uit de Verenigde Staten (VS), deels als gevolg van nieuwe handelsafspraken tussen de EU en VS. Brazilië, traditioneel gezien de grootste leverancier, is daarmee op een zijspoor geparkeerd. In het huidige marketingjaar is tot begin januari 12% meer soja geïmporteerd. Ongeveer 75% is afkomstig uit de VS, gevolgd door Brazilië en Canada.
Oekraïne
Oekraïne staat als enig Europees land in de lijst van grootste afnemers, al liep de invoer wel terug. Het land ziet voor zichzelf een belangrijke rol als leverancier weggelegd. Op continent Europa wordt 66% van de soja door Oekraïne geteeld. De focus op GMO-vrije soja is echter wel een uitdaging voor het land. Wanneer de Oekraïense soja voldoet aan de Europese duurzaamheidseisen (momenteel voldoet 5% aan de eisen), dan kan het zonder importtarief worden ingevoerd. De EU importeert ruim de helft van de Oekraïense sojabonen en sojameel.
Zowel de Europese productiestijging als de import toont indrukwekkende cijfers. In het grote plaatje ziet dat er anders uit. De EU importeert zo’n 14 miljoen ton sojabonen en 20 miljoen ton sojameel per jaar. Als de EU volledig zelfvoorzienend wil zijn, dan is ruim 16 miljoen hectare vereist voor de teelt. Dit op een totaal landbouwareaal van 105 miljoen hectare (15%). Nu heeft de teelt een aandeel van nog geen 3% in Europa.