Graangewassen in Europa hoeven niet te vrezen voor de koudegolf die eind februari arriveert. Dat meldt de Europese Commissie (EC) in hun laatste MARS-bulletin. De relatief hoge temperaturen hebben ervoor gezorgd dat de gewassen zich gedurende de winter goed hebben ontwikkeld.
In Centraal-, Oost- en Noordoost-Europa is het deze winter warmer dan gemiddeld. Het gaat om temperaturen die 2 tot 7 graden hoger liggen dan normaal in deze periode. Door de milde omstandigheden in de meeste Europese graanregio’s heeft het gewas niet stilgestaan, maar is de ontwikkeling doorgegaan. Vooral in Centraal-Europa zijn de granen hierdoor niet afgehard, maar relatief gevoelig voor vorst.
Vorstschade
Ondanks dat er duidelijk vorst in de lucht zit, verwacht het marktbureau niet dat er bij de komende lage temperaturen op grote schaal vorstschade op gaat treden. Tenminste, in februari acht het die kans zeer klein. Het moet namelijk minimaal -12 graden vriezen om schade te brengen aan de gewassen. Een beschermend sneeuwdek ligt namelijk nergens in West- en Centraal-Europa.
Warme winter
Voortdurend lage temperaturen in het westen van Rusland en landen als Tsjechië, Polen en Oekraïne hebben ervoor gezorgd dat de granen hier beter zijn afgehard. Toch is ook dit relatief, net zoals in Scandinavië. Hongarije, Roemenië en Bulgarije springen er in negatieve zin bovenuit. Daar kan het graan weinig hebben. Deze landen kennen zelfs de meest milde winter in de 43 jaar; het moment waarop meteorologische gegevens worden geregistreerd door de EC.
De weersgegevens wijzen uit dat de temperatuur in Centraal- en Noordoost-Europa overdag tussen de 2 en 4 graden beweegt. ’s Nachts gaat het kwik naar -5 tot -10. Daarbij blijft het wel droog.