Het areaal zaaiuien in Zeeland daalt al jaren gestaag door de diverse uitdagingen waar Zeeuwse telers mee hebben te kampen. Ook met de relatief hogere marktprijzen van de afgelopen seizoenen is de teelt lang niet altijd rendabel meer. Druppelirrigatie biedt de Zeeuwse uienteelt weer wat toekomst, maar verhoogt ook de teeltkosten. Jacky Dieleman, deelnemer van de Boerenbusiness Gewastour, houdt de uienteelt voorlopig zonder druppelirrigatie in de benen. Dankzij een zoetwaterbron onder zijn akkerbouwbedrijf.
In het groeiseizoen van 2024 volgt de Boerenbusiness Gewastour weer tien percelen met gele uien. Vanaf de zaai tot aan de oogst nemen de deelnemende akkerbouwers ons mee in de teelt en de beslissingen die zij nemen gedurende het groeiseizoen. Met deze serie interviews maken wij kennis met de teler en het bedrijf, zijn visie op de teelt en bepaalde strategieën. In het tweede interview van de Gewastour uien is dat Jacky Dieleman, teler in Philippine (Zeeland).
Samen met zijn ouders runt Jacky Dieleman het akkerbouwbedrijf. Hier worden verschillende gewassen geteeld op een totale oppervlakte van ongeveer 60 hectare. Zo telen de Dielemans plantuien, wintertarwe, witlof, consumptieaardappelen, zaaiuien, suikerbieten, dille en luzerne. Het bouwplan varieert, dit jaar is 7 hectare uien ingepland. De grondsoort is zeer divers en erg bont: van zand tot zeeklei. Gemiddeld komt de afslibbaarheid uit op zo'n 20%, maar vijftig meter verder kan de grond wel tot 50% afslibbaar zijn. Naast het eigen bedrijf doet de familie Dieleman werk als zzp'er bij loonbedrijven en andere akkerbouwbedrijven. Het Gewastourperceel dat dit jaar wordt gevolgd, is 7 hectare groot.
In vergelijking met een 'normaal' jaar is er dit seizoen nog maar bar weinig gebeurd, vertelt Jacky Dieleman. Op hun bedrijf zijn nog geen uien gezaaid. Ook de plantuien, waarvoor het toch wel tijd wordt, zitten nog niet in de grond. Dat terwijl zij normaliter en traditioneel gezien juist een van de vroegste van Nederland zijn in het zaaien van uien. De Zeeuws-Vlaamse regio waar Dielemans bedrijf in Philippine ligt, heeft ruime ervaring in het telen van uien. Zo is Dieleman ook wel eens in februari begonnen met zaaien. Dit seizoen dus niet. De afgelopen week is er, voordat de buien weer aan land kwamen in Zeeuws-Vlaanderen, eindelijk wat drijfmest uitgereden. Daar bleef het bij. "We hebben wat mest uitgereden, maar als je zag hoe het ging was het eigenlijk te nat om dat te doen. Alleen je moet toch wat".
In de regio zijn wel wat uien gezaaid, maar veel is het niet. Dieleman geeft aan dat ze niet te gehaast willen zijn met de zaai en wachten liever op gunstigere omstandigheden. "Vorig jaar hebben we gezien met het uien zaaien hoe je het niet moet doen met al die regen. We wilden laatst wel beginnen, maar het was nog erg nat en de weersverwachting gaf weer veel millimeters aan de komende tijd. Ik heb liever dat we het goed doen onder de juiste omstandigheden dan dat we ploeteren en gehaast zijn. Op tijd zaaien klinkt leuk, maar geeft je met slechte omstandigheden ook niet altijd een meeropbrengst. Ook is de grond nog koud op het moment".
Goede ervaring met geprimed zaaizaad
Wat betreft de rassen, staat er dit seizoen een andere naam op de doos met uienzaad in de schuur. Dieleman vertelt dat de rassen die hij heeft gekozen dit jaar hun debuut maken op het akkerbouwbedrijf. "We zaaien dit seizoen de rassen Hybound en Centro. We kiezen voor deze rassen omdat zij geschikt zijn voor de bewaring en het goed doen op onze lichtere grond. Daarnaast moet het een ras zijn die iets vroeger is dan een Dormo of Donna. Daar kwam dit uit." Met deze nieuwe rassen hoop Dieleman wat extra kwaliteit binnen te halen voor het bewaarseizoen ten opzichte van de eerdere rassen die hij had.
Ook is het uienzaad dit jaar weer geprimed, vanweg de goede ervaringen met geprimed ten opzichte van regulier zaaizaad. "Wat me opviel aan geprimed uienzaad, en daar staat het zaad ook om bekend, is dat het echt sneller groeide in het begin met een regelmatiger opkomst. Eenmaal halverwege het groeiseizoen telden we ook al snel zo'n 80.000 planten op een hectare meer bij het geprimede ras. Qua kilo's bij de oogst zaten ze uiteindelijk echt niet ver uit elkaar, maar bij het geprimede ras lagen er in het zwad net wat meer. Wel was geprimed weer net iets fijner in de maatsortering, maar dat hoeft niet per se verkeerd te zijn."
Teelt niet meer rendabel met 15 ton
De hectares zaaiuien op het bedrijf variëren afhankelijk van de grootte van het perceel, maar de teelt houdt wel stand. Dat is niet vanzelfsprekend in de regio waar het akkerbouwbedrijf zich bevindt. Droge, warme zomers teisteren de uienteelt, terwijl veel telers niet de beschikking hebben over zoetwater om te beregenen. Daarnaast heeft fusarium een steeds grotere impact op de kwaliteit. In de provincie Zeeland is de zaaiuienteelt volgens het CBS sinds 2017 van 6.060 hectare afgenomen tot 3.380 hectare in 2022. Dat is een daling van 44% in slechts vijf jaar tijd. In 2023 nam het areaal in de provincie nog wat verder af, al zijn deze cijfers nog niet bekend.
Dieleman bevestigt dat collega's klaar zijn met de teelt. In zijn regio kan de afname van de teelt nog wel wat groter zijn. "Je ziet dat veel telers stoppen in dit gebied. Ik denk dat hier in Zeeuws-Vlaanderen ongeveer 40% van de uientelers over is als je het vergelijkt met zes jaar geleden. Dat heeft puur te maken met de warmere en droge zomers, het niet kunnen beregenen en ook de trips schade die daarop volgt. Daardoor mis je gewoon je kilo's." Ook met de prijzen van afgelopen seizoenen is de gele uienteelt vaak niet rendabel. "De teelt is op zichzelf al vrij duur en de kosten zijn de laatste jaren gestegen. Met 15 ton uien per hectare kost het je geld, ook als de prijs 30 cent per kilo is."
De reden dat zij door blijven gaan met de teelt, is te danken aan de bron die zij hebben geslagen. "We hebben het geluk dat ons bedrijf net op grond staat waar een zoetwaterbel onder zit. Door die zoetwaterbron kunnen wij onze gewassen beregenen. Voorlopig komt daar nog zoetwater uit, maar het is slechts een klein belletje dus het kan ook snel afgelopen zijn. Dit is voor ons de reden dat we nog uien telen op het bedrijf. Als we die niet hebben, houdt de teelt voor ons op ben ik bang."
Druppelirrigatie onderscheidt zich
Om de uienteelt wel rendabel te houden, ziet Dieleman in zijn omgeving dat collega's zijn overgestapt naar het gebruik van druppelirrigatie. De techniek heeft de laatste jaren geprofiteerd van de droge periodes en kon zich daardoor goed onderscheiden met aanzienlijk hogere opbrengsten. Hij ziet dat naast goede opbrengsten zijn collega's het afgelopen seizoen ook kwalitatief goede uien hebben geoogst. Op het eigen bedrijf wordt er voorlopig nog geen druppelirrigatie gebruikt. Dat zit hem vooral in het beregenen vanuit de geslagen bron: deze kosten liggen een stuk lager dan druppelirrigatie. Dieleman geeft aan dat die hogere kostenpost wel een extra risico vormt. "In een jaar met de verkoopprijzen als 2023 heb je die extra kosten zo terugverdiend. Maar als je het tegen verkoopprijzen van 10 cent per kilo doet, moet je je afvragen of het wel uit kan."
Verkoopseizoen begint met aanschaf zaaizaad
Dieleman heeft geen vaste verkoopstrategie voor de zaaiuien. Het ligt aan de kwaliteit in de bewaring, de markt en het gevoel daarbij. Het is wel zo dat bij een gemiddelde hectare opbrengst er niet de ruimte is op het bedrijf om alles op te slaan. In totaal beschikt Dieleman over een opslag van ongeveer 250 ton. Wat er niet in past, gaat af land weg. "Het verkoopseizoen begint eigenlijk al vanaf het moment dat je het zaad koopt. Vanaf dan zijn er momenten waarop je de uien al kan verkopen. Zo luisteren we wel wat er kan worden gemaakt in de voorverkoop, maar zoals dit jaar vonden we de voorwaarden niet echt interessant. Een bepaalde strategie hebben we niet. Wat wel vaststaat, is dat de uien op 1 maart eigenlijk weg moeten zijn. We zitten voornamelijk op lichtere grond en dus de bewaarkwaliteit is wat minder dan op zwaardere gronden. Daarnaast is het dak niet geïsoleerd en wanneer de temperatuur begint te stijgen buiten, dan krijg je condens en dan moeten ze gewoon weg."
Trips en droge zomers hand in hand
De weersextremen maken de teelt de laatste jaren behoorlijk uitdagend, maar Dieleman ziet ook veel uitdaging in het kleiner wordende middelenpakket de komende jaren. Wat niet mag worden vergeten, is de tripsdruk. "Van de trips hebben we de laatste jaren heel veel schade gezien hier. Percelen die helemaal wit/grijs kleuren van de trips en ten onder gaan. En juist in de droge en warmere perioden krijg je veel schade. Hoe droger het wordt, hoe meer schade het beestje brengt aan het gewas. In een goed groeiend gewas heb je niet zoveel schade, maar juist wanneer het gewas begint te kwijnen, is het vatbaar voor trips en kost het je kilo's."
Het akkerbouwbedrijf in Philippine van de familie Dieleman heeft voor de toekomst nog niet directe concrete plannen voor investeringen. "De planning is om het bouwplan dusdanig aan te passen dat we de aaltjesdruk wat verminderen of reguleren. Dat is wel een uitdaging. Daarnaast is het ook een beetje onzeker met de beschikbaarheid van zoet water. Ook wil ik aan de ene kant het areaal aardappelen wel wat opschroeven. Maar na een jaar als dit met hoge pootgoedprijzen liggen de kosten ook een stuk hoger en ik wil wel vrij telen. Ik denk dan ook wel van: als we zo blijven doorgaan als nu, dan doen we het ook goed."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.