Op 2 akkerbouwbedrijven in Zeeuws-Vlaanderen, die aan de weerszijden van de grens tussen Nederland en België liggen, verbouwt Andreas Ryckaert circa 80 hectare pootaardappelen. Hij boert in een maatschap met zijn vader Dirk, ze houden een ruim (1 op 5) bouwplan aan en starten de vermeerdering deels vanuit aangekochte miniknollen.
Pootgoedteler Ryckaert is tevreden over zijn eerste ervaringen met Allstar tegen Rhizoctonia. "Het middel heeft goed gewerkt en is praktisch in het gebruik." De zachte werking ervan vindt hij een onderscheidend voordeel. Ryckaert houdt de ontwikkelingen in de pootgoedsector goed bij en past regelmatig nieuwe technieken toe; zo heeft hij een computergestuurde bewaarplaats die werkt met een natuurlijke trek. Daarnaast past hij sinds 3 jaar in sommige rassen ethyleen toe en is hij in 2018 begonnen met druppelirrigatie.
Zachte werking
Het Nederlandse akkerbouwbedrijf van de maatschap is gevestigd in het dorp Waterlandkerkje. Op deze locatie heeft Ryckaert afgelopen seizoen voor het eerst Allstar toegepast. "Wij deden altijd al standaard een grondbehandeling tegen Rhizoctonia, maar ik mag graag ervaring opdoen met nieuwe dingen."
Ryckaert paste Allstar toe op een deel van zijn Nederlandse percelen en blikt nu tevreden terug op de werking van het product. "Het heeft (heel) goed gewerkt op de Rhizoctonia", bevestigt hij. "Het pootgoed is netjes in de schuur gekomen."
Zachte formulering
Ryckaert is tevens goed te spreken over de zachte formulering van Allstar. "Je hoeft niet bang te zijn de knol te raken. Dat is al een onderscheidend voordeel van Allstar. Ik ben vooral blij dat er nu een alternatief is zonder kans op remming van de knol."
Volgens de teler is 0,8 liter per hectare een mooie en lage dosering. Het scheelt hem een boel gesjouw. "Ik heb daarnaast geen last gehad van verstoppingen. We mengen Allstar alleen met een luizenmiddel, maar ik weet dat er ook positieve ervaringen zijn met het mengen met vloeibare fosfaat."