Met 200 hectare akkerbouwgrond in beheer zit Berend Jansema uit het Groningse Sellingen letterlijk niet stil. Dat past bij het karakter van de ondernemer. "Ik heb een drive om steeds nieuwe dingen uit te proberen en hou wel van een uitdaging", zo zegt hij zelf.
Het bedrijf van de familie Jansema ligt op een steenworp afstand van de Duitse grens. Op de achtergrond draaien de vele windmolens – op Duits grondgebied – rustig hun rondjes. ’s Avonds is het een zee van rode lampjes. Berend Jansema is er aan gewend geraakt en hoopt over een aantal jaren ook op zijn grond een windmolen te hebben staan. Zo zijn er steeds nieuwe projecten waar Jansema zich op richt. Het typeert zijn ondernemerschap.
Afstanden
De overgrootvader van Jansema kocht de grote witte boerderij in 1921, waar later zijn vader ging boeren. Het akkerbouwbedrijf van zijn opa in Steendam, aan het Schildmeer, werd vanaf begin jaren '90 bij de onderneming betrokken. Dit bedrijf – op 50 kilometer afstand – werd een aantal jaren bewerkt. Aan flinke transportafstanden is hij dus gewend. De gronden liggen nu verspreid in een aantal clusters rond Sellingen, tot op een afstand van 45 kilometer. In totaal gaat het om 200 hectare eigendom, pacht-, huur- en ruilgrond. "Met de huidige trekkers is een langere transportafstand geen belemmering meer", zegt hij.
Bedrijfsgegevens |
Berend Jansema runt in Sellingen (Gr.) een akkerbouwbedrijf met zijn vrouw Gwendolyn. Ze hebben 2 dochters. Op het bedrijf wordt tevens een bed & breakfast gerund. Daarnaast werkt zijn vrouw buitenshuis. De 200 hectare leemhoudende zandgrond is deels eigendom en deels pacht/huur en ruilgrond met een melkveebedrijf. Het bouwplan bestaat uit 100 hectare zetmeelaardappelen aangevuld met suikerbieten, vezelhennep en zaaiuien. Naast 4 trekkers zijn er een eigen combine, bietenrooier en getrokken bunkerrooier voor de aardappelen en uien. |
Ruilgrond
Ook de beschikbaarheid van grond is zo’n project waar Jansema zich op richt. Sinds 2019 werkt hij samen met een melkveehouder met wie grond wordt geruild. "Emelten en engerlingen zorgden voor problemen in blijvend grasland", legt hij uit. "Door te rouleren in mijn bouwplan beschikt het melkveebedrijf nu steeds over nieuw grasland. Het grote voordeel voor mij is dat ik de rotatie kan verruimen, om zo een mogelijke AM-besmetting tegen te gaan. Op dit moment worden zetmeelaardappelen in een 1 op 2-rotatie geteeld. Iedereen weet dat dit niet ideaal is. Voor de teelt is 1 op 3 of 1 op 4 gewenst. Door te ruilen blijft de oppervlakte aardappelen behouden."
Naast 100 hectare zetmeelaardappelen voor Avebe worden suikerbieten en vezelhennep geteeld. In 2019 is daar het gewas uien bijgekomen. Jansema startte met 12 hectare en dat smaakt naar meer. "Het eerste jaar is naar tevredenheid verlopen. Dit jaar komt er zeker een vervolg. In het verleden heb ik altijd graan geteeld. Dit gewas is vervangen door vezelhennep voor Dun Agro, maar de graanteelt is in de toekomst niet uit te sluiten. De eigen maaidorser blijft voorlopig in de schuur staan."
Ingericht op bewaren
De situatie voor de uienteelt op het bedrijf is ideaal. In de grote schuur, die tevens dienst doet als machineopslag en werkplaats, is een mechanisch gekoelde kistenbewaring aanwezig voor 300 ton product. In het verleden werd hier TBM-pootgoed opgeslagen. Tegenwoordig koopt Jansema het uitgangsmateriaal in. De bewaring wordt verhuurd. Daarnaast slaat hij een deel van de uien in kisten op. De laatste zijn in november weggegaan met een prima kwaliteit. In de naastgelegen schuur, met ondergrondse ventilatiekanalen, ligt 2.000 ton zetmeelaardappelen voor aflevering in april. In de schuur bevindt zich tevens een graanbewaring voor 400 ton. "Door de gewassen op te slaan probeer ik een positief saldo te maken."
Berend Jansema
De focus op bewaring komt voort uit de historie van Jansema. In het verleden werkte hij in maatschap met zijn zwager en schoonvader. Die bestond uit een melkvee-, akkerbouw- en loonbedrijf. In 2008 besloot hij alleen verder te gaan. "Omdat de loonwerktak over alle mechanisatie beschikte, zijn alle verdiensten altijd in grond en gebouwen gestoken", vertelt hij. "Aan het einde van de samenwerking bewerkten we 700 hectare. Ik was het hele voorjaar alleen maar bezig met poten en personeel aansturen. Ik ben geen manager, maar boer. Daar ligt mijn hart. Toen besloot ik om de focus volledig op het akkerbouwbedrijf te leggen. Mijn zwager zette het loonbedrijf voort."
Modern machinepark
De liefde voor machines is evident aanwezig, zo getuige het moderne en goed uitgeruste machinepark. Nagenoeg alle werkzaamheden worden in eigen beheer uitgevoerd. Alleen het mest rijden besteedt Jansema uit aan zijn zwager. Naast een eigen bietenrooier, combine en aardappelrooier zijn er 4 moderne John Deere’s. "Op kantoor kan ik waarschijnlijk meer geld verdienen, maar mijn hart ligt toch in de werkplaats", lacht Jansema. "Afgelopen week had ik nog een cabine openliggen. Iemand anders besteedt dat wellicht uit. Dat geld steek ik in mijn zak." In de goed uitgeruste werkplaats staat momenteel een getrokken 6 meter brede Horsch zaaicombinatie. Voor het aanpassen van de dissel draait hij zijn hand niet om. Precisielandbouw is tevens groeiend binnen het bedrijf. Vooral in de wintermaanden wordt daar aandacht aan besteed om data te verwerken en taakkaarten te maken.
Ondanks de hoge mechanisatiegraad heeft Jansema geen personeel in dienst. Hij kan terugvallen op 2 zzp’ers en werkte afgelopen najaar tijdens de aardappeloogst samen met een buurman. "De buurman kon niet aan de gang, omdat zijn percelen te nat waren", verklaart hij. "Ik kon juist volop aan de slag. Zo hebben we elkaar geassisteerd. Ik sta open voor meer samenwerking. Zo heeft een andere collega de gewasbescherming in de uien uitgevoerd. Een alternatief is nauwer samenwerken met een melkveebedrijf. Als akkerbouwer kun je de landwerkzaamheden uitvoeren, en gaan voor een maximale voerproductie met 1 bouwplan. De melkveehouder kan zich op zijn veestapel focussen. Helaas zit er maar 1 melkveebedrijf in de directe omgeving en veel meer akkerbouwers."
Groenbemesters
Een kringloop van voer en mest ziet Jansema als toekomst. "Op dit moment wordt nog veel varkensdrijfmest aangevoerd. Mede vanwege het verdienmodel, omdat je €4 per kilo fosfaat ontvangt. Vaste mest heeft de voorkeur, maar die is niet in ruime mate voorhanden. Je komt al snel in de knel met de plaatsingsruimte. In het kader van de bodemgezondheid hebben organische meststoffen de voorkeur en wordt kunstmest zo min mogelijk gebruikt vanwege de zouten. Een ander onderdeel van de bodemaanpak is het jaarrond groen houden van percelen. Na iedere teelt wordt een groenbemester ingezaaid. Daarbij heeft graan een voordeel boven vezelhennep, omdat je meer mogelijkheden hebt qua groenbemesters." Om groenbemesters te verkleinen investeerde hij in een 6 meter schijveneg. Volledig mechanisch werken is uitdagend. Jansema: "De rogge spuit ik met 1 liter glyfosaat dood. Dat levert de minste milieubelasting op. Echter, vanwege de discussie over 'oranje velden' ga ik toch mechanisch aan de slag en spuit ik achteraf een grassenmiddel."
Om te beoordelen wat werkt, legt Jansema zelf praktijkproeven aan. "Op 3 hectare roggegroenbemester zaai ik dit voorjaar direct suikerbieten, zonder voorbewerking. Dat perceel ligt er prachtig bij en de mest wordt met een zodebemester geïnjecteerd. Ik zie steeds meer problemen met schimmels in suikerbieten. Dat zette me aan het denken. De bodemgezondheid speelt hierin zeker een rol, daarom voer ik zelf praktijkproeven uit met verschillende bodemstimulanten. Die worden meerjarig met elkaar vergeleken. Daarin wordt ook samengewerkt en overlegd met gelijkgestemde collega’s." In de schuur staan een kilver- en dozerbak en een diepploeg. In de rustige periodes wordt perceel- en grondverbetering uitgevoerd. Opvallend voor deze regio met zijn glooiende percelen en veenachtige ondergrond. Ook dat is een leerproces voor de akkerbouwer, maar 1 die zijn vruchten afwerpt. Bij de gewone grondbewerking is de filosofie dat de bodem zo min mogelijk wordt beroerd. Een ploeg, spitmachine en cultivator zijn aanwezig om altijd over de juiste aanpak te beschikken.
Toekomst
Een plan voor de toekomst ligt er niet. De 2 dochters hebben op dit moment geen ambitie om het bedrijf over te nemen. De Horsch zaaimachine is samen met een buurman aangeschaft om de kosten te spreiden. Die werkwijze bevalt wel. Na het overlijden van zijn vader tracht Jansema zo efficiënt mogelijk te werken. Het aardappelen poten en suikerbieten zaaien gebeurt in 1 werkgang met de spitmachine. De zetmeelaardappelteelt past daar goed bij, omdat het logistieke gedeelte volledig uit handen wordt genomen. "Dit is relatief zorgeloos en het bedrijf is er op ingericht." Toch wil Jansema zich niet als contractteler typeren. "Een deel van de uien is vrij en aan het speculeren bij de verkoop van mijn graan beleef ik ook plezier. Dagelijks bezig zijn met de handel zit echter niet in mijn aard. Ook daar kan een samenwerking voordeel bieden, wanneer een collega juist wel die ambitie heeft. Tot die tijd zijn er genoeg uitdagingen om me bezig te houden."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/fotoreportage/10885474/ik-heb-een-drive-om-steeds-iets-nieuws-te-proberen]'Ik heb een drive om steeds iets nieuws te proberen'[/url]