De agrarische sector heeft dit jaar, qua inkomsten, wisselend gepresteerd. De verdiensten van varkenshouders springen er met kop en schouders bovenuit en lopen in de tonnen euro's. De akkerbouwers en pluimveehouders kijken echter terug op een minder goed jaar en zagen hun inkomen halveren.
Wageningen Economic Research raamt het gemiddelde inkomen van een boer op €57.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dat is een toename van €6.000 ten opzichte van 2018. De uitersten tussen de verschillende sectoren zijn, zoals gebruikelijk, ook dit jaar weer extreem groot.
Varkenshouder casht
Een varkenshouder verdiende gemiddeld maar liefst €257.000. Dit is met name te danken is aan de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in China. Hierdoor explodeerde de export van Europees varkensvlees en nam de varkensprijs een loopje. De exorbitante winst verdient overigens wel een kanttekening. Door de cyclische werking op de varkensmarkt kennen de verdiensten grote pieken en dalen. In 2018 moest een zeugenhouder nog geld bijleggen. Voor een reëel beeld moeten de verdiensten daarom over een langere periode worden bekeken.
Het inkomen van melkveehouders is veel stabieler. Wel is dit jaar sprake van een daling: -€6.000 tot €31.000. Dit is onder het langjarig gemiddelde. De daling komt onder meer door de lagere melkprijs, al kan dit nog deels worden opgevangen door de hogere productie per koe. Een andere reden zijn de lagere kalverprijzen. De belangrijkste reden zijn echter de hogere kosten voor voer, gebouwen en machines.
Inkomen pluimveehouder en akkerbouwer keldert
Pluimveehouders zagen de verdiensten over 2018 kelderen. Het inkomen van leghenbedrijven daalde gemiddeld met 40% naar €45.000. Een lagere eierprijs in het eerste helft van dit jaar is hier debet aan. Daarbij zag een vleeskuikenhouder de verdiensten zelfs halveren tot €60.000, het laagste niveau sinds 2013. Tegelijkertijd is dit nog wel bijna het dubbele van wat een melkveehouder beurt.
Ook de verdiensten in de akkerbouwsector maken een vrije val. Door de droge zomer stegen de prijzen van de vrije gewassen en daardoor piekte het inkomen. Voor oogstjaar 2019 gaat het inkomen echter weer door de helft tot gemiddeld €37.000. De prijzen van uien, consumptieaardappelen en tarwe staan, volgens de WUR, iets onder druk. Daardoor staan ook de inkomens onder druk.
Stabiel inkomen in de glasteelt
In de glas- en tuinbouwsector stijgt het gemiddelde inkomen licht, naar €200.000. De verschillen tussen de bedrijven zijn groot, zo merkt de WUR op. Glasgroente- en snijbloemenbedrijven zien hun inkomen stijgen naar respectievelijk €290.000 en €170.000. Telers van pot- en perkplanten zien de inkomsten daarentegen teruglopen tot 130.000.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/financieel/artikel/10885047/grote-verschillen-tussen-boereninkomens]Grote verschillen tussen boereninkomens [/url]