De olieprijs is deze week licht gestegen, maar heeft daarbij moeite richting te kiezen. Betere economische verwachtingen en geopolitieke spanningen zorgden tot maandag 25 maart voor een stijging. Later in de week daalde de olieprijs echter door lagere vraag in de Verenigde Staten.
De olieprijs is na de daling van vorige week weer licht gestegen. Tot vrijdag 22 maart daalde de prijs. Op dat moment werd Brent-olie voor $84,83 per vat verhandeld. De hoogste prijs van de week bereikte de oliemarkt op maandag 25 maart. Op die dag steeg de olieprijs tot $86,08 per vat. Daarna daalde de prijs weer tot €85,41 op woensdag 27 maart.
De stijging van de olieprijs tot 25 maart is volgens analisten deels toe te schrijven aan een beter dan verwacht economisch klimaat. Hoewel de economie aan de zwakke kant is, lijkt de angst voor een recessie een beetje weg te ebben. Daarnaast is de inflatie een stuk minder sterk dan voorheen, samen met de sterke hints van centrale banken geeft dit het vertrouwen dat de rente deze zomer wordt verlaagd.
Geopolitieke spanningen stuwen prijs omhoog
Daarnaast zorgden stevige geopolitieke spanningen voor een hogere olieprijs. De aanvallen van Oekraïne op de Russische olie-infrastructuur zorgen nog altijd voor zorgen over het aanbod. Daarnaast zorgt de reactie van de Russische president Vladimir Poetin op de aanslag in Krasnogorsk voor de angst dat de oorlog verder escaleert. Terwijl de hele wereld naar IS wijst, probeert Poetin de schuld zo veel mogelijk bij Oekraïne te leggen. Volgens analisten is de kans sterk dat Rusland de gelegenheid aangrijpt om een nieuwe mobilisatieronde in gang te zetten.
Tenslotte geeft Israël nog altijd geen gehoor aan de oproep tot een staakt-het-vuren. Zelfs de resolutie van de VN-veiligheidsraad om het offensief te staken brengt daar geen verandering in. Op maandag 25 maart kwam de raad tot overeenstemming door een draai van de Verenigde Staten. Tot voor dat moment heeft Amerika altijd tegen resoluties die een staakt-het-vuren willen afdwingen gestemd. De Verenigde Staten besloot zich maandag echter te onthouden van stemming, waardoor het land geen veto uitbracht. Dit lijkt de situatie eerder te escaleren dan de-escaleren, aangezien de Israëlische premier Bibi Netanyahu duidelijk heeft gemaakt geen boodschap te hebben aan de resolutie. De premier besloot een delegatie aan Washington te schrappen.
Amerikaanse vraag valt tegen
Dat de olieprijs begin deze week begon te dalen, komt grotendeels door lagere vraag op de Amerikaanse markt. Uit de meting van het Amerikaanse Energie Agentschap (EIA) blijkt dat de Amerikaanse ruwe olievoorraden vorige week met 3,1 miljoen zijn toegenomen. Dit is een forse toename vergeleken met de verwachtingen van de markt. Uit een enquête van Reuters blijkt dat spelers op de oliemarkt gemiddeld gezien een daling van 3,17 vaten voor ogen hadden. Toch blijft de stijging enigszins beperkt. Het Amerikaanse Petroleum Instituut (API) constateerde eerder een stijging van de reserves met maar liefst 9,34 miljoen vaten.
{{dataviewSnapshot(52_1711610688)}}
Daarnaast is de stijging op de op de dieselmarkt sterker. Op donderdag 21 maart werd diesel voor €133,28 per 100 liter verhandeld. Op vrijdag 22 maart stond de prijs op het laagste punt van de week, bij een stand van €132,96. Op dinsdag 26 maart bereikte de dieselprijs zijn top van €134,69.