De onrust in de Rode Zee en goede economische cijfers uit de Verenigde Staten zorgden begin deze week voor de hoogste olieprijs in maanden. Na het weekend sloeg het sentiment echter om. De dreigende liquidatie van de Chinese vastgoedgigant Evergrande vergroot namelijk de zorgen over de Chinese economie.
De laatste zeven dagen heeft de prijs van olie het hoogste punt sinds november 2023 bereikt. Op vrijdag 26 januari werd olie voor $82,95 verhandeld. Sindsdien staat de olieprijs weer onder druk. Woensdag 31 januari was de prijs gedaald tot $81,92.
De acties van de Houti-rebellen in de Rode Zee zorgen nog steeds voor onrust op de oliemarkt. Voor het eerst werd daarbij de energiesector geraakt. Het schip vervoerde Russische Nafta (een bijproduct van de olieproductie die als brandstof voor onder meer lantarens en kookstellen wordt gebruikt). Als gevolg van de aanval brak een brand op het schip uit uit.
Na de aanval heeft Rusland aangekondigd om de export van de brandstof met 12.700 tot 136.000 vaten per dag te verlagen. Hoewel het product niet dezelfde toepassing heeft als olie, vergroot de aanval de zorg dat in een later stadium ook olietankers worden geraakt. Daarnaast houden de zorgen over het Russische olieaanbod aan, door nieuwe aanvallen van Oekraïne op de Russische olie-infrastructuur.
Economie blijft leidend
Dominanter dan de geopolitieke risico's bleken afgelopen week ook weer de macro-economische cijfers. Met name sterke resultaten van de Amerikaanse economie zorgden voor hogere prijzen op de oliemarkt. In het vierde kwartaal van 2023 is het Amerikaanse bbp met 3,3% gegroeid. Door forse stijgingen van de salarissen namen ook de consumentenbestedingen met 1,9% toe. Dit resultaat is sterker dan verwacht, aangezien angst voor een recessie in de Verenigde Staten vorig kwartaal de mark overheerste. Uit een enquête van Reuters onder economen bleek een gemiddelde groeiverwachting van 2%; niemand had een groei van 3,3% voorzien. Schattingen lagen tussen de 0,8% en 2,8%.
Ook zorgde het nieuws dat China zijn economie meer gaat stimuleren voor hogere olieprijzen. Zo heeft de Chinese centrale bank besloten dat banken kleinere cashreserves mogen aanhouden. Daarnaast besloot de bank om 1 biljoen yuan (€129,96 miljard) vrij te geven om deflatie te voorkomen. Na het weekend sloeg het sentiment rondom de Chinese markt om. Op maandag 29 januari besloot een rechter uit Hongkong dat China's grootste vastgoedbedrijf geliquideerd moet worden om de schuldeisers te betalen. De beslissing zorgt voor een forse schok op de Chinese markt, aanzien de vastgoedmarkt traditioneel de aanjager is van de Chinese economie.
De dieselprijs volgde het traject van de olieprijs in lichte vertraging. Op maandag 29 januari werd 100 liter diesel voor €136,78 verhandeld. Sindsdien is de prijs weer gedaald, tot €134,38 op woensdag 31 januari.