Shell gaat een biobrandstoffabriek bouwen. In de fabriek wil het bedrijf duurzame vliegtuigbrandstof en biodiesel produceren, deels uit afval- maar ook uit plantaardige oliën.
Dat heeft het bedrijf vandaag (donderdag 16 september) bekendgemaakt. De nieuwe fabriek, die op de plaats moet komen van de raffinaderij in Pernis, krijgt een capaciteit van 820.000 ton per jaar en wordt daarmee volgens Shell de grootste in zijn soort in Europa.
De investering past binnen de doelstellingen van het olieconcern om de uitstoot van CO2 te verlagen met 55% in 2030. Het bedrijf is van plan om de CO2 die tijdens het productieproces vrijkomt, af te vangen en op te slaan in een leeg gasveld in de Noordzee.
Afval en plantaardige olie
In de fabriek zullen afvaloliën en -vetten zoals frituurvet, dierlijk vet en industriële en agrarische reststromen worden verwerkt tot brandstof. Dat zal worden aangevuld met duurzame plantaardige oliën, zoals raapzaadolie, tot er meer duurzame alternatieve grondstoffen op de markt komen. Shell benadrukt dat er geen virgin palmolie als grondstof wordt gebruikt.
Shell is van plan de raffinaderijen om te vormen tot 5 energie- en chemieparken. "De aankondiging van vandaag vormt een belangrijk onderdeel van de transformatie van een van onze grootste raffinaderijen tot een energie- en chemiepark", zegt Huibert Vigeveno, Downstream Director bij Shell in een persbericht. "Een energie- en chemiepark dat klanten voorziet van de koolstofarme producten die ze nodig hebben."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.