De aangescherpte eisen van de Europese commissie voor biobrandstof liggen onder vuur. De geplande veranderingen in de regelgeving zijn volgens 10 lidstaten te streng.
Het idee achter de nieuwe regelgeving is dat het geld dat de EU beschikbaar stelt ook daadwerkelijk bij duurzame projecten terecht komt. 10 lidstaten komen in verweer: Estland, Finland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Slovenië, Tsjechië en Zweden. Deze lidstaten willen dat de regels voor bio-energie uit bijvoorbeeld reststromen van land- en bosbouw gelijk blijven aan de huidige standaard. Eén van de extra eisen is dat er minimaal 80% minder broeikasgas mag worden uitgestoten in vergelijking met fossiele brandstoffen. Dat is nu 70%.
Contraproductief
"Alle vormen van vaste, vloeibare of gasvormige biobrandstoffen die onder de huidige Renewable Energy Directive vallen moeten ook op de lange termijn onder de nieuwe wetgeving als duurzame energie gekwalificeerd blijven", schrijven de 10 energieministers in een brief die vorige week naar de Europese Commissie is verzonden. De introductie van strengere regels werkt volgens deze landen contraproductief voor de Europese ambities om meer te investeren in duurzame energie. "Het voorstel van de Commissie moet daarom herzien worden," zegt Anders Ygeman, de Zweedse minister van energie.
'Nog niet ver genoeg'
Milieuorganisaties zoals het Wereld Natuur Fonds vinden echter dat de voorgestellen van de Commissie nog niet ver genoeg gaan. Zij stellen dat sommige biobrandstoffen waarbij veel broeikasgassen worden uitgestoten in de aangescherpte regelgeving nog steeds onder de noemer duurzame energie vallen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.