Plantveredelaars hebben het komend decennia grote uitdagingen voor zich liggen. Om minder afhankelijk te zijn van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen, en om robuuste rassen te ontwikkelen, moeten enorme stappen worden gezet. Brancheorganisatie Plantum probeert hun leden hierbij te steunen. Genoeg redenen dus om te bellen met directeur Niels Louwaars.
Plantum vertegenwoordigt zo'n 350 Nederlandse veredelaars en producenten van zaaizaden, plant- en pootgoed voor alle sectoren binnen de land- en tuinbouw. De pootgoedhandel kent zijn eigen vereniging (NAO). Hier komt Plantum alleen op voor de veredelaars. Plantum behartigt de belangen vanuit Nederland, maar ook met een belangrijk netwerk in Europa en elders in de wereld.
Plantum heeft op 18 september zijn algemene ledenvergadering gehouden. Daarbij is ingegaan op de Green Deal en Farm 2 Fork strategie. Wat betekent dit voor veredelaars?
"Onze sector beschouwt deze visie vooral als kans. Met veredeling kunnen we heel veel doen bijvoorbeeld: Anticiperen op klimaatverandering en resistenties inkruisen. Met traditionele veredeling doen we dat al, maar het kost veel tijd dus de tijdshorizon is een enorme uitdaging. Daarom pleiten we als sector voor beleid dat de veredeling kan versnellen zoals toegang tot nieuwe veredelingstechnieken en genetisch materiaal."
U doelt dan vooral op het gebruik van de veredelingstechniek Crispr-Cas?
"Inderdaad, dat is de bekendste maar er komen meer gene-editing tools beschikbaar. Die kunnen het veredelingsproces enorm versnellen, maar dan moet het wel zijn toegelaten. Het kan bijvoorbeeld de aardappelteelt enorm vooruithelpen. Het kost nu minstens 12 jaar om een nieuw ras te ontwikkelen. Het is één van de traagste plantsoorten qua veredeling. Naast het aanpassen van nuttige planteigenschappen heeft de techniek nog een groot voordeel. Je kunt het gebruiken om de gen-functie te onderzoeken. Je weet zo precies welk gen wat doet. En dat kan de gewone kruisingsveredeling enorm helpen."
Zijn er aanwijzingen dat we op korte termijn over nieuwe veredelingstechnieken kunnen beschikken?
"Het ministerie van Landbouw erkent dat ze een belangrijke rol kunnen spelen in Europa. De meeste veredelings- en productiebedrijven zijn hier gevestigd. Het belang is daarom zeer groot en dat geldt in mindere mate ook voor Denemarken, Duitsland en Frankrijk. Helaas speelt in het debat de emotie een grote rol. Dat geldt ook voor dossiers als gewasbescherming, dat voor ons ook zo belangrijk is. Blijft het bij traditionele veredeling, dan kunnen we ook nog veel bereiken. Het kost alleen veel meer tijd. In de Green Deal wordt 2030 als deadline gehanteerd. Voor een veredelaar is dat bijna morgen. Zij hanteren een enorm lange strategie om 15 jaar vooruit te kunnen plannen. Wie in 2030 nieuwe rassen wil presenteren had daar 5 jaar terug al aan moeten beginnen. De eisen komen niet als een verrassing, maar bevestigen vooral wat veredelaars 5 jaar terug al dachten. Toch kunnen ze nooit zo snel schakelen als telers soms zouden willen wisselen. Kijk naar een resistentie voor het vergelingsvirus in suikerbieten. Dat kost nog enkele jaren voor het zo ver is. Er is eerder aan begonnen, maar door de beschikbaarheid van neonicotinoïden was de vraag of er wel er een marktvraag zou zijn. Prioritering is altijd moeilijk. Farm-to-Fork geeft een langjarige visie vanuit het beleid."
U noemt gewasbescherming als cruciaal onderdeel voor Plantum. Waarom is dat zo?
"Het allerbelangrijkste is ziektevrij en hoogwaardig zaai- en plantgoed garanderen voor de sector. Het alsmaar krimpende pakket aan middelen maakt dat steeds moeilijker. Neem bijvoorbeeld de pootgoedteelt en luisbestrijding. Plantum is voorvechter van een andere aanpak wanneer het om de toelating van middelen gaat. Centraal in deze aanpak staat dat een middel niet mag verdwijnen zolang er geen alternatief is. Zeker niet wanneer dit middel cruciaal is voor de productie van uitgangsmateriaal. Het Ctgb heeft door middel van pilots aangetoond dat zo'n rationele aanpak wel degelijk mogelijk is. Dat vergt een andere manier van denken, niet alleen in Nederland maar in heel Europa. Het is van groot belang dat ruimte wordt gecreëerd om te experimenteren. Het landbouwministerie presenteert binnenkort het gezamenlijke Uitvoeringsprogramma Visie Gewasbescherming, dat daar ruimte voor moet geven. Nederland mag een gidsland zijn voor heel Europa met een rationeel vooruitstrevend beleid. Ook voor de rest van Europa en landen daarbuiten is het belang groot. Bijna iedereen profiteert van ons uitgangsmateriaal."
Naast het halveren van het GBM-gebruik wordt in de Green Deal gepleit voor minder kunstmest en meer biologische landbouwgrond. Wat betekent dit in relatie tot de veredeling?
"Een aantal veredelaars zijn al volop bezig met veredeling in relatie tot bemesting. Bijvoorbeeld aardappelrassen die heel efficiënt om kunnen gaan met meststoffen en water. Er is voor veel planten een directe link tussen de opbrengst en het gebruik van stikstof. Veredelaars onderzoeken of dit is te doorbreken. Voor wat betreft de toename van het areaal biologische landbouw is het de vraag of hiervoor voldoende uitgangsmateriaal kan worden geproduceerd. Andere landen maken nu veelvuldig gebruik van derogatie, die het mogelijk maakt om gangbaar geteelde zaden te gebruiken in de biologische teelt. Dat past niet in de filosofie. We moeten garanderen dat uitgangsmateriaal ziektevrij is. Zeker bij de biologische teelt is dat een uitdaging."
De veredelingssector is veelvuldig in het nieuws geweest door rechtszaken over octrooirechten. Daar is nu een uitspraak over geweest. Helpt dat de sector?
"Het gaat om 2 beleidspunten. Enerzijds de toegang tot genetische bronnen. Om goed te veredelen heb je diversiteit nodig. Internationale regelgeving maakt dit steeds moeilijker. Anderzijds is er het intellectueel eigendom – het kwekersrecht – en de octrooien. Na meer dan 10 jaar knokken heeft de sector het voor elkaar gekregen dat natuurlijke planteigenschappen niet langer met een octrooi beschermd kunnen worden. Het systeem van kwekersrechten werkt goed om veredeling te stimuleren. Iedereen mag nu een beschermd ras gebruiken om verder te kweken, wat kwekers aanmoedigt. Wanneer er een octrooi rust op een eigenschap mag dat niet. Er is een heel grote stap gezet vanuit Nederland."
Niels Louwaars
Tot slot iets anders. Hoe heeft de coronacrisis de veredelingssector geraakt?
"Dat is heel erg divers. De sierteelt werd in eerste instantie zwaar geraakt, maar voor een aantal producten is dat later weer hersteld. In de akkerbouw hoor je er weinig over op het vlak van de veredeling. Dat verliep redelijk probleemloos, afgezien van wat problemen met de zogenoemde 'green lanes' in Europa en de beschikbaarheid van voldoende PCR-materiaal bij de NAK. Het is wel een vrees dat sommige landen niet kapitaalkrachtig genoeg zijn om uitgangsmateriaal aan te kopen. Landen die voor hun harde valuta afhankelijk zijn van olie of toerisme hebben grote klappen gehad. Ook de brexit sluimert natuurlijk met mogelijk grote gevolgen. De manier waarop de Engelse regering omgaat met handelsafspraken geeft ons weinig vertrouwen. De verwachting is nu dat dit extra fytosanitaire problemen op gaat leveren. Het kan overigens ook Engelse boeren treffen wanneer ze afscheid nemen van de Europese rassenlijst. Dit is mogelijk wanneer een specifiek Brits rassenonderzoek nodig is. Het is aan het Verenigd Koninkrijk om duidelijkheid te scheppen in hun wetgeving, maar de politieke opinie lijkt wekelijks te veranderen."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.