Met het nieuwe kabinet-Schoof in aantocht en de oude ploeg bijna echt weg, is het goed om terug te kijken naar wat de uitgaande bewindslieden eigenlijk tot stand hebben gebracht. Vanuit de agrarische sector bezien, was het weinig positiefs. Het waren stressvolle jaren met meer bedreigingen dan kansen. Iemand die het net te laat doorkreeg, maar wel de consequentie trok, is de in september 2022 opgestapte Henk Staghouwer.
Misschien was de Groningse bakker en oud-gedeputeerde politiek gezien niet de meest handige, maar als het op ruggengraat en oprechtheid aankomt, verdient hij een stukje herwaardering.
Te laat vinger opgestoken
Staghouwer stapte, wellicht zonder al te veel voorkennis, in als minister van LNV bij het aantreden van het laatste kabinet-Rutte, maar stak volgens een boek van oud-ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers binnen het kabinet net iets te laat zijn vinger op toen het ging om zeggenschap over het Stikstof/Transitiefonds. Collega Van der Wal en andere bewindslieden hadden wel een stem in de besteding van de miljarden, hij niet. Het moet een van de belangrijkste redenen zijn geweest waarom hij de boeren geen toekomstperspectief kon bieden, want hij was vleugellam. Maar hoe vertel je zoiets in de Kamer?
Hoofddoelstelling
Staghouwer begon met goede moed aan zijn taak, maar had vooral een krimpdoelstelling na te komen en moest zijn werk doen in een voor de landbouw vergiftigde omgeving. Zowel in Nederland als in Brussel. Dat bleek ook bij de toen lopende onderhandelingen over de derogatie voor het mestbeleid.
Landbouwraad enthousiast
Nederland probeerde al lange tijd Europese toestemming te krijgen voor het gebruik van kunstmestvervangers, dat is geen geheim. In Brussel wilde men daar om tal van redenen niet aan. Toen in het voorjaar van 2022 de Russische invasie van Oekraïne plaatsvond en de EU onder meer geen Russische kunstmest meer wilde importeren, rees in de Europese landbouwraad een discussie over alternatieven. Staghouwer wees op het onbenutte potentieel van de kunstmestvervangers. In de Landbouwraad werd daar enthousiast op gereageerd. Staghouwers collega's wilden daar wel werk van maken, zo blijkt uit recent openbaar gemaakte stukken.
Milieufactie ziet vals spel
Dit paste evenwel niet in het straatje van DG Milieu en toenmalig Eurocommissaris Frans Timmermans. Waar in de Landbouwraad applaus was voor Staghouwers voorstel, kreeg hij van de milieuvleugel in de Commissie de wind van voren. Milieucommissaris Sinkevicius en zijn team verweten de minister dat hij zou aansturen op een dubbele derogatie en daarmee vals spel. Timmermans medewerker Diederik Samsom vertrouwde de schrijver van dit stuk toe dat de Nederlandse minister zo 'de derogatie verklootte'. De derogatie moest aansluiten op de doelen van de Green Deal, Russische inval of niet.
Staghouwers grens
Deze lijn hield de boventoon. Staghouwer kwam steeds meer onder druk en moest tijdens de onderhandelingen aanzien dat de Europese Commissie zich bij de invulling van de laatste derogatie steeds gedetailleerder ging bemoeien met het Nederlandse beleid voor het landelijk gebied, tot de invulling van het NPLG aan toe. Dit was voor Staghouwer de grens, zo gaf hij aan. Op twee fronten verslagen en door niemand in de coalitie geholpen gaf hij zijn portefeuille terug. Misschien niet de politiek handigste, maar toch een man met een ruggengraat.
Opvolger Adema bedong wel direct een stem in het Transitiefonds, aldus Segers. Voor het overige toonde Staghouwers invaller zich buigzamer richting de Commissie. Hij kreeg wel een principe-goedkeuring voor het gebruik van kunstmestvervangers voor elkaar, maar niet voor direct en vooralsnog zijn de randvoorwaarden daarbij zo beperkend dat er nog weinig mee is gewonnen.
Hekel aan intensief
Opvallend is overigens hoe Adema zich recent uitliet over de intensieve veehouderij. Hij vindt dat Nederland ervan af moet. Volgens hem is dat nodig 'om te kunnen extensiveren' en om de melkveehouderij te kunnen redden. Als hij tot 2025 aan had kunnen blijven, had hij er ook voor gezorgd dat de intensieve veehouderij verdwijnt, zei hij zelfs tegen Omroep Friesland. De kwestie zou Adema zo bezig houden dat hij er 's nachts wakker van ligt. En eerder ruziede hij ook met de ZLTO, omdat die te weinig mee zou willen denken.
Deze emotionele uitbarsting lijkt eerder een partijpolitieke uiting dan door feiten gestaafd. Actiegroepen als Wakker Dier en andere stoppen hun campagnes niet als de varkens en kippen het land uit zijn. Daarnaast is er weinig concreet bewijs dat 'extensivering' het milieu altijd helpt.
Narrig briefje
Een sprekende onderstreping van dat gegeven is een wel superkort, bijna narrig briefje dat Adema deze week naar de Tweede Kamer stuurde. Het gaat over de pilot Koe en Eiwit, over de melkveehouderij dus! Zo'n tweehonderd boeren doen eraan mee. De gedachte daarbij is dat door het verlagen van het ruw-eiwitgehalte in het voer tot 160 of zelf 155 gram per kilo (minder intensief voeren), de uitstoot van schadelijke emissies flink zou afnemen. Voorlopig wijst daar nog weinig op, moet Adema toegeven. "De mate van intensiteit van het bedrijf - uitgedrukt in melkproductie per hectare – lijkt in de pilot minder bepalend te zijn voor het gerealiseerde RE-gehalte in het rantsoen dan het aandeel maïs in het rantsoen," schrijft hij.
Feiten weer boven emotie
De aversie van alles wat ruikt naar intensief heeft Adema gemeen met zijn voor-voorganger Carola Schouten. Die verzette zich om die reden al tegen een motie om de excretienormen voor hoogproductieve dieren aan te passen, omdat de uitkomsten tegengesteld waren aan de verwachtingen (de excretie was lager, maar aanpassen zou intensief helpen). Adema bevestigde die keuze recent nog.
Misschien is het fijn als de agrarische sector straks een minister krijgt die geen hekel heeft aan (delen van) de landbouw, de feiten nuchter beziet, en ook nog een paar leuke dingen kan doen voor de sector, zoals weer ruimte geven aan innovatie.