Net voor de gecombineerde opgave (GO) voor 2024 open wordt gesteld heeft minister van LNV Piet Adema de voorlopige tarieven bekendgemaakt. Verder geeft Adema in een Kamerbrief vandaag (29 februari) aan gebruik te maken van de derogatie-mogelijkheid voor de 4% braak-regeling die de Europese Commissie 12 februari invoerde. De praktische uitvoering is nog wel een probleem.
Voor 2024 garandeert Adema een basispremie van ten minste €171 per hectare. Afhankelijk van de uiteindelijke inschrijving voor de basispremie en de ecoregeling kan die verhoogd worden. Voor de ecoregeling houdt de minister de tarieven gelijk aan die van vorig jaar. "In 2024 wil ik voor de ecoregeling vasthouden aan tarieven die recht doen aan de gemaakte kosten en gederfde inkomsten van agrariërs. Dat betekent €200 voor goud, € 100 voor zilver en € 60 voor brons", schrijft Adema.
De basispremie voor 2023 is vastgesteld op €213,28 per hectare. Dat is lager dan de €220 die aanvankelijk werd beloofd, maar wel hoger dan de €207 die afgelopen november werd gecommuniceerd. Tarieven voor goud, zilver en brons in 2023 komen uit op respectievelijk €200, €100 en €60. De aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers over 2023 komt uit op €2.800 en voor de herverdeling inkomenssteun (extra steun voor de kleinere en middelgrote bedrijven) €54,53.
Braakregeling wordt aangepast
De Europese Commissie heeft de lidstaten de mogelijk gegeven af te zien van de verplichte 4% braak laten liggen van het landbouwareaal. Een 'derogatie-mogelijkheid op de goede landbouw en milieu conditionaliteit (GLMC 8)' zoals dat in jargon heet. Voor de duidelijkheid: het is dus niet zo dat de 4% braak helemaal van tafel is. Praktisch houdt dat in dat er een extra optie is voor landbouwers. 4% kan worden ingevuld met braak, stikstofbindende gewassen, vanggewassen of een combinatie hiervan. "In de GO kan de agrariër deze mogelijkheid echter niet rechtstreeks aanvragen in verband met de late publicatie door de Europese Commissie. Hier wordt in overleg met RVO een werkwijze voor gevonden", schrijft de minister.
Bij het invullen van de gecombineerde opgave is een van de grootste wijzigingen dat met kaarten van de waterschappen de bufferstrokenkaart is verbeterd. Droge en droogvallende waterlopen zijn beter geclassificeerd op basis van grondwaterstanden, peilbesluiten en slootdiepte. Verder wordt de oppervlakte van de bufferstrook automatisch verrekend in de oppervlakte voor de mestplaatsingsruimte. Ook zullen er minder vragen over bijvoorbeeld mechanisatie en irrigatie in de GO zitten. Alle lidstaten voeren drie keer in tien jaar een extra landbouwtelling uit (Integrated Farm Statstics) en dat zat in de GO van 2023.