De onheilspellende berichten die landbouwminister Piet Adema de afgelopen weken over de landbouw uitstortte inzake mestwetgeving, derogatie en emissies waren niet van de lucht. Tot nog toe reageerde de agrarische sector daar vrij apathisch op, bijna met een houding van: of je nu door de hond of de kat wordt gebeten.
Natuurlijk reageerden bestuurders wel met een zekere plichtmatige boosheid, maar vaak om daarna terug te vallen in de stand van: wat kan ik nog meer voor u doen, overheid?
Weinig smoel
Daarbij speelt natuurlijk ook wel een beetje mee dat de landbouw de laatste maanden bijna helemaal geen gezicht meer heeft. Sjaak van der Tak is weg als LTO-voorzitter, maar die was ook heel meedenkend. De NMV heeft evenmin veel smoel meer, evenals veel andere landbouworganisaties. Alleen de FDF en ook Agractie blijven enigszins strijdbaar.
Debat over regelbrei
De strijdbaarheid zit momenteel vooral in de nieuwe Tweede Kamer. Eigenlijk ook de beste plek daarvoor. In die Kamer willen ze komende week demissionair minister Adema nog eens stevig aan de tand voelen over de enorme brei aan nieuwe regels en waarschuwingen die hij op de landbouw losliet. Door hem voelt die zich momenteel eigenlijk door zowel de hond als de kat gebeten.
Veel van wat de minister uit liet gaan, leek ongefilterd vanuit Brussel of van ambtelijke bureaus doorgegeven. Neem de overbekende ecoregeling, maar ook het besluit om de regels voor hoogproductieve koeien niet aan te passen. De minister maakt zich daar met een smoesje vanaf als zouden koeien die minder stikstof en ammoniak uitstoten, dat op papier (op grond van oude data) toch doen. Nieuwe lagere mestplafonds kunnen een zorg zijn, maar nergens is geprobeerd deze situatie reglementair, creatief en rekening houdend met de Nederlandse situatie op te lossen. Alles staat op de rem.
Rechter ziet gebrek aan 'fair play'
Dat het qua natuurbeleid vaak anders gaat, is genoeg bekend. Toch komt het niet zo vaak voor dat de rechter vervolgens de minister op de vingers tikt. Op 15 december dus wel. De rechtbank Oost-Brabant tikte de minister (in dit geval Christianne van der Wal en ambtsvoorganger Carola Schouten) op de vingers vanwege schending van de regels voor 'fair play'. In het voorjaar van 2018 waren in Oost-Brabant wijzigingsbesluiten voor een aantal Natura 2000-gebieden ter inzage gelegd, maar zonder dat belanghebbenden konden inzien wat er precies werd gewijzigd.
Openbaarmakingsplicht geschonden
Dat was onder meer omdat de Nationale Databank Flora en Fauna en de Nationale Databank Vegetatie en Habitats niet konden worden ingezien. Ook werden lopende het inzageproces nog begrenzingen gewijzigd. In november vorig jaar stelde Van der Wal het besluit vast, ondanks protesten van boeren. Die (en geen milieu-organisaties) zijn naar de rechter gestapt en kregen daar gelijk. De minister had de openbaarmakingsplicht geschonden, is het oordeel en de procedure moet over. Te verwachten is dat deze gang van zaken zich op meerdere plekken in Nederland gaat herhalen. Geen projectie van nieuwe natuur buiten de vastgestelde grenzen zonder bewijs voor aanwezigheid. De provincie Gelderland wist eerder een situatie als in Brabant te voorkomen door te veel ingetekende natuur zelf van de kaart te halen.
Geheimhoudingsregels ook geschonden
Nog een voorbeeld van hoe het ministerie te veel zijn gang gaat zonder op de regels te letten, spreekt uit een recente serie WOO-documenten over PAS-melders. Daarin is te lezen dat minister Schouten zich onder druk liet zetten door MOB om alle adressen van PAS-melders via het ministerie aan genoemde actiegroep te geven, terwijl ze daar wettelijk niet toe gerechtigd was (dat is namelijk een bevoegdheid van de provincies). Dit kan dus nog een juridisch staartje krijgen.
Wösten met kinderen in de zandbak
Uit deze serie documenten blijkt overigens op overtuigende wijze hoe groot de ontreddering en ook de onervarenheid was op het net heropgerichte ministerie van LNV na de PAS-uitspraak van 2019. MOB had gewonnen en slaagde er na de genoemde uitspraak regelmatig in om de LNV-ambtenaren te overbluffen en bij de hand te nemen. Valentijn Wösten, de juridische rechterhand van Vollenbroek, schreef in een mail aan het ministerie zich tijdens overleggen met ambtenaren en agro-bestuurders vaak 'als een volwassene te voelen die met kinderen in de zandbak speelde'. Eigenlijk zonde van zijn kostbare uren.
True value nog zwarte doos
Hoe het verder moet met het landbouw- en natuurbeleid, is een zaak van een nieuw kabinet. Tot dat er is, blijft het oude beleid worden voortgezet. De Rabobank gaf vandaag aan daar niet op te willen wachten. De bank zet door met een eigen landbouwvisie en bijbehorende financieringsbeleid. Het is weinig verrassend dat duurzaamheid daarbij zwaar weegt. Daar hoort wat de bank betreft ook een specifiek financieringsbeleid bij, gebaseerd op de 'true value' van producten, de intrinsieke waarde, inclusief milieukosten. Hoe dat precies werkt, wil de bank helaas nog niet onthullen.
FAO ziet het anders
Bij de FAO zouden ze daar vermoedelijk toch iets aarzelend tegenover staan. Op de COP28-klimaattop zei hoofdeconoom Maximo Torero dat de wereld efficiënte en hoogproductieve landbouwsystemen, zoals in Nederland en Nieuw-Zeeland juist moet koesteren en hen moet helpen om meer zuivel en vlees te exporteren, want het is de enige manier om veel mensen elders op de wereld te voorzien van voldoende onmisbare voedingsstoffen. Het ontbrak er nog net aan dat hij veel van de in ons werelddeel actieve ngo's ervan beschuldigde dat ze egoïstisch zijn: als het bij ons maar schoon is. De FAO onderbouwt dit in een stevig rapport.
Liever niet ultrabewerkt
Daarin worden tussen neus en lippen door ook nog een paar kritische kanttekeningen geplaatst bij ultrabewerkt voedsel, waartoe ook een groot deel van de nu populaire vega-voedingsmiddelen horen. Ze zijn ongezond en voeden maar matig. Misschien is dat laatste precies wat de Westerse consument wil, maar voor de meeste mensen is het toch niet goed.
End of pipe
Een ander, minder in de aandacht gekomen rapport, kraakt nog een noot. De FAO concludeert daarin dat veel landen wel bezig zijn met het terugdringen van emissies en dat daar bakken met geld in worden gestoken. Dat is ook nodig, maar dat ondertussen amper geld wordt vrijgemaakt voor een broodnodige, begeleidende transitie van de landbouwproductie, in die zin dat er op veel plekken hard moet worden gewerkt om voedselproductie in stand te houden.
Dit lezend, dringt de parallel zich op met Nederlandse burgers die zich aan het begin van de Covid-epidemie opmaakten voor een periode van lang thuiszitten. Anders dan de meeste wereldburgers, besloten ze niet zozeer voeding te hamsteren, maar wc-papier.