Europese exporteurs van frites blijven profiteren van een solide vraag naar hun producten over heel de wereld. Nadat de zomermaanden iets rustiger verliepen, zien landen als België, Nederland en Frankrijk hun wereldwijde afzet groeien.
Nederlandse aardappelverwerkers draaiden in oktober op volle toeren, zo blijkt uit eerder bekendgemaakte cijfers. Dat hieraan ook een prima fritesverkoop is gekoppeld, wordt duidelijk dankzij data afkomstig uit het geharmoniseerd handelssysteem. In zijn totaliteit daalde de verkoop vanuit de EU-28 wel met 10% in september ten opzichte van een jaar eerder, maar kijken we naar de grootste landen, dan is daar wel een plus in zichtbaar.
Stijgende marges
De gemiddelde prijs per ton diepgevroren frites is nog steeds erg goed te noemen, zeker wanneer je het gemiddelde bedrag van €1.265 afzet tegen de prijs een jaar geleden. Kijken we naar de trend dit jaar dan is wel een lichte daling zichtbaar, al is daar in de EU-4 vooralsnog weinig van te merken. Nu fabrieken kunnen profiteren van lagere aardappelprijzen en andere dalende inkoopprijzen kan het niet anders dan dat de marges fors toenemen.
Opvallend genoeg staat de Verenigde Staten op plek twee in de lijst, met een volume van 20.000 ton frites. Saudi-Arabië blijft standvastig op één. Het land kocht in september zelfs een vijfde meer frites dan in 2022. De afzet naar Brazilië daalde wel significant, met bijna 40%, maar het blijft nog altijd een grote klant van Europa.
Concurrentie
Nu de VS dit seizoen zelf een prima aardappeloogst kent, is het de vraag wanneer dit in de cijfers gemerkt gaat worden. Zowel in de thuismarkt als de export. Vooral landen in Zuid-Amerika en Azië kunnen daarvan profiteren en op deze prijsniveaus is de VS ook nog eens erg concurrerend met Europa.
Cijfers over de vijf grootste Europese exporteurs lopen nog een maand verder achter. In augustus speelde duidelijk een tekort aan aardappelen een rol bij de fabrieken, al is wel duidelijk herstel zichtbaar ten opzichte van de maand juli. In vergelijking met een jaar geleden werd 4% minder frites geëxporteerd. Het rollend totaal over een periode van twaalf maanden ligt nog altijd enkele procenten boven dat van de periode daarvoor, met ruim 6,1 miljoen ton frites.
Waarde bijna 50% hoger
Zoals eerder becijferd is de waarde van export enorm toegenomen. Het bovenstaande volume vertegenwoordigt een waarde die bijna 50% boven dat van het jaar ervoor ligt en dat is een absoluut record. Zeker in de coronaperiode ging de prijs per ton frites flink onderuit, maar daar is niets meer van te merken. Kijkend naar de prijzen binnen de EU-5 dan is de piek wel voorbij. De gemiddelde waarde daalde enkele euro's. In augustus zagen België en Duitsland hun volume licht afnemen, terwijl dat van Nederland stabiel bleef en Frankrijk er nog 9% groei uit wist te halen.
Seizoen 2023/24 wordt zeer waarschijnlijk niet zo rooskleurig aan de afzetkant voor fabrieken. Niet alleen vanwege de druk uit de VS en Canada, maar ook door de grote kopers waarvan het af te nemen volume stabiliseert of daalt. Het Verenigd Koninkrijk blijft Europa's beste klant, al is het volume gestabiliseerd. Eenzelfde beweging is in het Midden-Oosten zichtbaar. In Zuid-Amerika krimpt de markt beduidend en ook de VS is in het nieuwe seizoen minder aan de markt.
Toekomstperspectief
Met een gemiddelde prijs van €1.282 per ton voor frites in de EU-5 blijven de verwerkers prima zaken doen. Dit niveau is op termijn niet vast te houden, maar er zit de nodige rek in. Zeker met de afgenomen grondstoffenprijzen en energiekosten in het achterhoofd. In Nederland, België en Frankrijk is het vooral de vraag hoe verwerkers omgaan met een potentieel verlies van 1,4 miljoen ton aardappelen. Voor het nieuwe seizoen ligt er de uitdaging om het areaal op peil te houden. Groei is waarschijnlijk wel een ambitie, maar gezien grote tekorten in het uitgangsmateriaal mogelijk niet eenvoudig.