Vragen over een nieuw model voor de agrarische sector en ons voedsel zijn aan Mark Venner niet zo besteed. Hij wil de plek waar hij als 'voorbijganger' terechtkwam 'gewoon mooier' maken. Door te kiezen voor kwaliteit en natuur, in plaats van klakkeloos mee te doen aan de consumptiemaatschappij. Het is niet bedoeld als kritiek op de gangbare landbouw, maar hij laat graag zien hoe het anders en beter kan. Door ambachtelijk te werken aan versterking van de natuur en beter voedsel voor mensen.
Jonge boer Mark (27) ontvangt me in een eenvoudig kantoortje in een omgebouwde zeecontainer. Die staat op het erf van het voormalige melkveebedrijf van zijn ouders. De inrichting bestaat uit huiselijke spullen die er gedateerd en knus uitzien. Meubels uit de jaren '50 en '60. "Dit is ambachtelijk gemaakt en kan nog heel lang mee. Dat spreekt me enorm aan", legt hij uit. Hij verbaasde zich al van jongs af aan over het economische systeem, dat volledig gericht lijkt op groei van vooral de materiële consumptie door een sterk groeiende bevolking. "Toen ik daar vragen over stelde op school, kreeg ik geen echt antwoord. Dat antwoord heb ik zelf ook nog niet gevonden, maar ik kies mijn eigen weg. Ik probeer zo veel mogelijk de natuur te omarmen, dat levert een robuust systeem op dat tegen een stootje kan. Voor mij persoonlijk is het belangrijkste: ik maak dit stukje land, waar ik toevallig geboren ben, een stukje mooier."
Boswachter
Dat hij ter wereld kwam in een warm gezin met een bloeiend bedrijf in het mooie landschap van Midden-Limburg, gaf Mark veel mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Zelf omschrijft hij het treffend als hij zegt: "Ik heb de hoofdprijs gewonnen in de geboorte-loterij." Hij ervaart het als geluk, maar ook als opdracht om zijn bevoorrechte positie verantwoord te gebruiken. Na de basis- en middelbare school koos Mark voor een studie bos- en natuurbeheer. Hij wilde boswachter worden, om zich te wijden aan natuurbeheer en -herstel.
Overname van het ouderlijk bedrijf met 50 melkkoeien aan de Leukerweg in het Limburgse dorpje Baexem lag niet voor de hand. Te klein en te weinig ontwikkelingsmogelijkheden. Ook de beide broers en zus van Mark hadden geen interesse, dus verkoop lag wel voor de hand. Zeker omdat hun ouders naast het melkveebedrijf een bloeiende zorgonderneming hadden opgebouwd. Aanvankelijk als nevenbedrijf, maar vandaag de dag een flinke onderneming. Verkoop van het melkveebedrijf zou betekenen dat de 25 hectare grond waarschijnlijk in handen ging komen van een grote boer in de omgeving. Dat had kunnen leiden tot een nog eenvormiger en grootschaliger landschap. Terwijl Mark ontdekte dat het weer laten meanderen van de beek op hun land - een project van het waterschap - een verrassend groot positief effect had: de natuur kan zich, met enige hulp, heel snel herstellen. Een fascinerend fenomeen, zeker als je - zoals Mark - kiest voor natuur, kwaliteit en duurzaamheid.
Voedselbos
De puzzelstukjes vielen in elkaar in 2017. Mark kwam in zijn zoektocht naar duurzamer leven en ondernemen in contact met Wouter van Eck, de pionier op het terrein van voedselbossen. En in zijn baan bij de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen (IKL) in Limburg trof hij Erik Rietjens van adviesbureau Food Forest Factory. "Ik realiseerde me dat dit voor mij de mogelijkheid was om met onze grond een onderneming op basis van agroforestry te ontwikkelen". Mark werd geen boswachter, maar toch boer. Samen met zijn broer Luuk, die zich bezighoudt met het businessplan en financiering. En met hulp van zijn vader Peter, die eerst moest wennen aan het idee, maar inmiddels enthousiast is over de nieuwe toekomst van het bedrijf.
Drie vormen
Op ruim 15 hectare is Mark Venner nu volop bezig om agroforestry vorm te geven. Daarbij past hij drie varianten toe:
De drie onderdelen zijn volop in ontwikkeling, op veel plekken moeten de gewassen, struiken en bomen nog tot wasdom komen. "Agroforestry betekent ook investeren in de toekomst en geduld hebben tot de natuur je er iets voor terug geeft."
Kan dit uit?
We stellen de vraag die veel boeren die Marks aanpak zien ook stellen: Kan dit uit? Kan je met agroforestry een goede boterham verdienen? "Ik ben niet uit op veel winst. We zijn nog in de opbouwfase, dus winst is er nog niet. Wel komt er dit jaar al meer geld binnen dan we hadden begroot." Deze positieve financiële ontwikkeling heeft volgens Mark ook te maken met zijn filosofie over duurzaamheid en natuur, die bij een groeiende doelgroep aanslaat. "Omdat ik de natuur voorrang geef, lukt het om mijn kippen te laten adopteren door consumenten en bedrijven voor 200 euro per jaar. Bij 200 kippen is dat al een omzet van zo'n 40.000 euro. Restaurants in de omgeving weten ons ook al te vinden, omdat ze weten dat we speciale producten hebben zoals sichuan peper en nashi peren. Lokale, bijzondere producten doen het goed in de horeca. Daarnaast ontvang ik 10.000 euro per jaar vergoeding voor ontwikkeling en beheer van kruidenrijk grasland en voor onze patrijsakker. En op de rest van de grond telen we vezelhennep voor bouwmateriaal, dat levert tussen de 1.500 en 2.000 euro per hectare op, dat is inclusief een vergoeding voor de vastlegging van CO2."
Mooie winsten
Mark neemt in deze fase genoegen met een relatief bescheiden inkomen, dat voor een deel uit de opstart van de agroforestry-activiteiten komt. Maar kan je met 15 hectare 'volwassen' agroforestry een goed rendement maken? Die vraag liet Mark Venner beantwoorden door coöperatie Agrifirm. "Als klopt wat zij uitrekenen, dan gaan we mooie winsten maken met deze activiteit." Hij voegt er meteen aan toe dat hij die winsten dan gaat investeren in het verder versterken van de natuur op zijn grond. "Ik wil eigenlijk zo veel mogelijk terug naar de situatie van vóór de ruilverkaveling: veel meer structuur in het landschap en met de natuur meewerken voor een robuust systeem. Zodat we minder last hebben van droogte en gezonde, smaakvolle producten kunnen oogsten."
Rabobank
Het zou hem niet verbazen als meer boeren deze weg kiezen. "Je ziet nu al dat er op verschillende plekken wordt geëxperimenteerd met dit type landbouw." Om het een serieuze plek te geven in de Nederlandse landbouw- en voedselproductie, moeten meer partijen in de keten mee gaan doen. Mark is daar niet pessimistisch over. Als voorbeeld noemt hij zijn ervaring met Rabobank. "Toen we daar de eerste keer onze plannen voorlegden, was de reactie ronduit negatief. Ze geloofden er totaal niet in." Maar na het nodige overleg - uiteindelijk met een nieuwe, jongere accountmanager bij de bank - lukte het wel. "Het is een omslag die niet iedereen gemakkelijk kan maken. Ik ben best tevreden dat de bank uiteindelijk wel meedoet." Iets dergelijks geldt voor verwerkers en retail. Ook daar ziet Mark een groeiende belangstelling voor lokale initiatieven die meer rekening houden met de natuur. Wat volgens hem ook helpt, is als meer agroforestry ondernemers samenwerken: niet alleen in kennisontwikkeling en -uitwisseling voor hun eigen bedrijf, maar ook in de vorm van een afzetcoöperatie. "Op die manier kunnen we een beter aanbod ontwikkelen voor retail-partijen."
Leuker
Uiteindelijk hangt het succes van natuurinclusieve agroforestry vooral af van de consument. Zolang die zonder al te veel na te denken kiest voor veel en goedkoop, blijven initiatieven zoals die van Mark Venner een niche voor een kleine groep. "Ik wil niemand de les lezen. Maar mijn eigen ervaring is dat je beter wat meer kunt betalen voor echte duurzame kwaliteit, dan steeds zoveel mogelijk te kopen voor de laagste prijs."
De jonge ondernemer vertelt het terwijl we teruglopen langs de oude ligboxenstal. Die is sinds december leeg, de koeien gingen toen definitief weg. Ernaast ligt een zandbed voor de aanleg van een parkeerplaats. Mark gaat in de stal mensen ontvangen en een winkel starten. Aan de gevel hangen nog de bordjes van CRV en FrieslandCampina. Die gaan er binnenkort af, om te worden vervangen door het logo van de nieuwe onderneming: 'Leuker, sinds 1818'.
Dit sponsored artikel is onderdeel van de reeks 'Woordvoerders van de Toekomst', een initiatief van de Transitiecoalitie Voedsel. In deze serie interviews, geschreven door Jeen Akkerman, komen visionairs aan het woord die hun kijk geven op de toekomst van de voedselproductie in Nederland. De redactie van Boerenbusiness is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze publicaties.