Na de daling van 22,5% van vorige week zet de daling van de gasprijs voorzichtig door. Er is extra aanbod uit Noorwegen en door het warme weer is er minder vraag dan verwacht. Toch is er ook een risico. De Japanse premier Fumio Kishida is in Quatar gesignaleerd om extra partijen LNG veilig te stellen.
Na de opwaartse prijsdruk in juni is de gasprijs bijna terug op het niveau van eind mei. Op 12 juli noteerde de TTF een stand van €26,64 per megawattuur. Tot maandag 17 juli zette de daling door. Op dat moment werd gas voor €25,10 verhandeld.
Vooral de voortvarende werkzaamheden aan het Noorse gasnet drukken de gasprijs omlaag. Zoals gepland is de Nyhamna-gasfaciliteit op zaterdag 15 juli opgestart, zo maakte uitbater Shell bekend. Een grote meevaller, want tot voor kort werd de deadline van verschillende onderhoudsprojecten uitgesteld. Dit heeft grote consequenties voor de Europese importcapaciteit, want maar liefst 25% van al het Noorse gas wordt via de faciliteit vervoerd. Daarnaast zijn meerdere kleinere verstoringen verholpen. Als gevolg van deze ontwikkelingen was de Noorse toevoer het hoogst sinds medio april.
Daarnaast lijkt de extra vraag door de hittegolf in Zuid-Europa de gasprijs minder op te drijven dan verwacht. Ten delen is de meevaller het gevolg van de toename van zonne-energie in Europa. Zonnecollectoren zijn namelijk het meest productief binnen kantooruren en weten het merendeel van de extra vraag op te vangen. Omdat veel huizen in Zuid-Europa traditioneel worden gebouwd om warmte buiten de deur te houden, hebben vooral kantoorpanden airconditioning.
Japanse concurrentie
Op dinsdag 18 juli werd de daling doorbroken. Op die dag steeg de koers van de TTF licht nadat bekend werd dat de Japanse premier Fumio Kishida een bezoek brengt aan Quatar om nieuwe LNG-contracten af te sluiten. Volgens Reuters volgt het bezoek na aanhoudende verzoeken van de gaslobby om nieuwe langetermijncontracten voor LNG-importen in het Arabische land af te sluiten.
In 2021 en 2022 koos Japan ervoor om verschillende Qatarese gascontracten af te laten lopen. Dat bleek een risicostrategie, want steeds meer Aziatische en Europese landen sluiten grote contracten met het Arabische land af. Om in al die nieuwe contracten te voorzien moet Quatar maar liefst 60% extra gas opwekken. Hierin zit een behoorlijk risico. Als het Japan lukt om termijncontracten af te sluiten, zou dit weleens impact kunnen hebben op de Europese markt. De Europese Unie is namelijk nog altijd erg afhankelijk van de dagmarkt om gas in te kopen. Als het Japan lukt om gas voor de lange termijn te contacteren, zou dit het internationale gasaanbod kunnen raken.