De olieprijs steeg deze week met ongeveer $2,50 nadat 's werelds grootste olieproducent Saoedi-Arabië aankondigde zijn olieproductie met 1 miljoen vaten te verlagen. Het besluit is het gevolg van de lage olieprijs, die door de zwakke economie flink is gedaald. Het gaat om een eenzijdige actie van het Arabische land en dat is opmerkelijk, aangezien Saoedi-Arabië er meestal voor kiest om zijn productie samen met andere OPEC+-landen te verlagen.
De olieprijs heeft deze week een flinke stap naar boven gezet. Tussen woensdag 31 mei en donderdag 2 juni steeg de prijs van een vat Brent-olie van $72,60 naar $76,13. Op woensdag 7 juni bereikte de olieprijs het hoogste punt van de week, bij een stand van $76,95.
De stijging van de olieprijs volgde op het nieuws dat Saoedi-Arabië zijn olieproductie met een miljoen vaten per dag verlaagt. Daarmee valt de Saoedische olietoevoer terug naar 9 miljoen vaten, het laagste niveau in jaren. Het besluit is opmerkelijk te noemen. Normaalgesproken kiest de golfstaat ervoor om de olievoorraden samen met de OPEC+-landen te verlagen. Door gezamenlijk aan de oliekraan te draaien, kan het kartel namelijk de prijs beïnvloeden zonder de eigen positie te verzwakken. Nu Saoedi-Arabië voor een zelfstandige ingreep kiest, zijn de kosten voor het land relatief hoog vergeleken met het schokeffect. Saoedi-Arabië moet namelijk zelf alle kosten dragen voor de verlaging. De keuze om eenzijdig de wereldwijde olievoorraad te verlagen, lijkt dan ook een drastische maatregel.
Saoedi-Arabië hintte eerder al op lagere productie toen de Saoedische minister van Energie Abdulaziz bin Salman al-Saoed aangaf dat het land investeerders die short gaan op de oliemarkt zou straffen. De markt nam aan dat de minister op een nieuwe productievermindering van OPEC+ doelde, maar al snel werd deze lezing afgeschreven, omdat Rusland de woorden van de Saoedische minister tegensprak. Het is dan ook zeer aannemelijk dat Saoedi-Arabië deze stap heeft gezet omdat het Arabische land Rusland niet meekreeg in zijn plan om de oliemarkt onder druk te zetten. Dit mag niet verbazen, want Rusland heeft al zijn oliegeld nodig om de oorlog in Oekraïne te blijven bekostigen.
Recessie-angst zet door
De Saoedische zet is het gevolg van de economisch zwakke situatie. Door de kwakkelende economie is de vraag naar olie behoorlijk vastgelopen. Als gevolg hiervan daalt de olieprijs sinds de zomer van 2022 structureel van rond de $100 a $110 per vat naar $70 a $80. In eerste instantie leken de economieën van de westerse landen verantwoordelijk voor de lagere olieprijs, maar was er de hoop voor olieproducerende landen dat de opening van de Chinese Economie na covid de wereldwijde olievraag volledig zou herstellen.
Verschillende banken schatten nog geen half jaar geleden in dat de olievraag in de tweede helft van 2023 groter zou worden dan de vraag, waardoor de prijs tot ruim boven de $100 per vat zou stijgen. Langzaam maar zeker begint het er echter op te lijken dat de Chinese economie de hoge verwachtingen niet waar weet te maken. De industrie blijkt erg afhankelijk van westerse economieën en groeit minder hard dan gedacht. Hoewel de dienstensector tot voor kort goed presteerde, begint ook de groei in die branche af te nemen. Daardoor lijkt het vertrouwen in een snel Chinese economie zo goed als verdwenen.
De dieselprijs is deze week met de olieprijs meegestegen. Op donderdag 1 juni werd 100 liter diesel voor €109,93 verhandeld. Op dinsdag 5 juni bereikte de prijs van diesel het hoogste punt van de week, bij een stand van €112,51. Volgens de laatst beschikbare notering stond de dieselprijs volgens de laatst beschikbare notering op woensdag 7 juni op €111,48.