De elektriciteitsprijs blijft onder druk van het zonnige weer relatief laag. Toch is de handelsprijs voor elektriciteit vergeleken met de hoeveelheid groene stroom die werd opgewekt hoog. Na maanden van structurele dalingen zorgt volatiliteit op de gasmarkt namelijk voor een hoge grondstofprijs. Daarom zetten zowel ondernemers als de rijksoverheid steeds vaker in op hernieuwbare bronnen.
Hoewel de dalen van vorige week niet in zicht kwamen, viel de elektriciteitsprijs ook deze week weer relatief gunstig uit. Op dinsdag 30 mei noteerde de EPEX een stand van €84,42 per megawattuur, de hoogste stand van de week. Daarna schommelde de prijs op en neer. Op zondag 4 juni noteerde elektriciteit de laagste stand van €44,54.
Het lijkt erop dat het zomerse weer de elektriciteitsprijs weer wat verder naar beneden duwt. Met name de productie van zonne-energie blijft een belangrijke factor. 38,6% van alle stroom werd door zonnecollectoren opgewekt. In totaal werd maar liefst 73% van alle elektriciteit op hernieuwbare wijze opgewekt. Dat de prijs niet nog verder daalde is het gevolg van volatiliteit op de gasmarkt. De stemming op de TTF is duidelijk nog altijd nerveus. Door lagere LNG-importvolumes en werkzaamheden aan Noorse gasvelden steeg de gasprijs op woensdag 31 mei in slechts een paar uur tijd met maar liefst 15%. Diezelfde dag daalde de gasprijs weer met 10%. Overigens is de onrust nog niet van de markt. Op maandag 5 juni steeg de gasprijs wederom met circa 15% van €23,69 tot €27,86.
Energiekosten blijven reden tot zorg
Dit verklaart ook de relatief hoge bodem onder de elektriciteitsprijzen. Hoewel de prijzen ten opzichte van de top van vorige zomer weer flink zijn gedaald, is de elektriciteitsprijs nog niet op het niveau van voor de Oekraïne-oorlog. Voor de oorlog lag de elektriciteitsprijs meestal rond de €30 tot €50 per megawattuur. Hoewel de bodemprijzen door de grotere productie van hernieuwbare elektriciteit tegenwoordig lager uitvallen, is de prijs meestal hoger en dat merkt de eindgebruiker. Het mag dan ook niet verbazen dat energiekosten nog altijd een van de belangrijkste zorgposten van ondernemers is. Ruim twee op de drie ondernemers geeft nog altijd aan zich zorgen te maken over de hoge energiekosten, zo blijkt uit de jaarlijkse Energietransitie Benchmark 2023 van ondernemersplatform Groendus.
Om de hoge energiekosten te drukken kiezen steeds meer ondernemers ervoor om zelf energie op te wekken. Uit het onderzoek van Groendus blijkt dat inmiddels de helft van alle ondernemers zelf energie produceert. Ongeveer 86% van alle ondervraagden doet dit met zonnepanelen. Daarnaast lijken steeds meer ondernemers uitgebreide plannen te maken om hun verbruik te verminderen. 61% van alle ondernemers stelt zogenoemde energierapportages op om te zien waar nog besparing mogelijk is. Ook lijkt er veel interesse in energieopslag. Hoewel de technologie nog in zijn kinderschonen staat geeft één op de drie respondenten aan interesse te hebben in een thuisbatterij.
Overheid zet in op versnelling
Daarnaast geeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in een persbericht aan hard te werken aan de leveringszekerheid van energie. Op het moment probeert de overheid met name de banden met energieproducerende landen aan te halen.
Op het moment focust het kabinet op de inkoop van gas, maar de verwachting is dat in de toekomst ook de import van waterstof een belangrijke pilaar van het Nederlandse energiebeleid gaat vormen. Daarom wil de Nederlandse overheid zo snel mogelijk een waterstofnetwerk realiseren. Hoewel Nederland van plan is om overtollige elektriciteit van windparken in zee in waterstof om te zetten, voorziet Nederland ook een rol voor import. Om te vooromen dat Nederland net als bij de inkoop van gas te afhankelijk wordt van één leverancier wil Nederland de banden met allerlei landen versterken.
Hoewel in de praktijk nog geen productie plaatsvindt is Nederland daarom al een samenwerking gestart met Noorwegen, Portugal, Chili, Uruguay, Namibië, Canada, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Australië, Spanje en Saudi-Arabië. Wat de overheid betreft moet dat netwerk zo snel mogelijk groeien. Daarom is Nederland van plan om vergelijkbare deals te sluiten met landen in Noord-Amerika, de Golfregio en Afrika. Daarnaast heeft Nederland met Duitsland afgesproken zo snel mogelijk een grensoverschrijdende waterstofinfrastructuur op te tuigen.