Na een relatief grote stijging raakte de olieprijs deze week in vrije val. De daling startte toen China bekendmaakte dat zijn industrie is gekrompen, maar werd verlengd door nieuws over verschillende economische klappen uit de verenigde staten. Ondanks de economische malaise besloot de Amerikaanse Centrale Bank (FED) hun deze week wederom te verhogen.
Eind vorige week zette de olieprijs nog een flinke stap omhoog. Tussen donderdag 27 en vrijdag 28 april steeg de olieprijs met $2,11 tot het hoogste punt van de week. Op dit hoogtepunt van de week noteerde de Brent-olie $80,33. Daarna begon de olieprijs te dalen. Op 3 mei was de olieprijs $72,27, een daling van maar liefst 10%. Op het moment van schrijven (donderdag 4 mei) lijkt de olieprijs licht te herstellen.
Van het lagere productietarget van OPEC+, dat maandag 1 mei in werking is getreden, is weinig te merken. Begin april besloot het oliekartel onverwachts zijn productie met 1,16 miljoen vaten per dag te verlagen. Het nieuws kwam binnen als een bom, met destijds een stijging van 6% op de olieprijs als gevolg.
Dat de olieprijs desondanks daalt, is het gevolg van economische ontwikkelingen in zowel China als de VS. Tegen de verwachtingen van analisten in is de omvang van de industriële activiteiten in China in april gedaald. Daarmee lijkt het verwachtte herstel van de Chinese economie na de coronalockdowns voorlopig een halt toegeroepen. De index voor Chinese industriële activiteiten daalde van 51,9 naar 49,2 punten. Een daling van maar liefst 5,2%, zo blijkt uit cijfers van het Chinese nationale statistiekbureau.
De daling komt bovenop eerder nieuws over een kleinere stijging van de waarde van de industrie dan analisten voorzagen. Terwijl de Chinese economie met 5% groeide, steeg de waarde van de Chinese industrie met slechts 3,6%.
Amerikaans nieuws houdt daling in stand
Op dinsdag 2 mei deed nieuws over de Amerikaanse economie nog een schepje bovenop de eerdere daling. Voor de derde maand op rij blijkt de Amerikaanse arbeidsmarkt te krimpen. Niet alleen het aantal vacatures nam af, maar ook het aantal ontslagen nam sterk toe. De ontwikkelingen zetten de Amerikaanse arbeidsmarkt verder onder druk. Zakenbank Barclays sprak tegen Reuters uit dat dit precies de ontwikkeling is die je verwacht in het voorstadium van een recessie.
Een dag later bleek de nervositeit rond het Amerikaanse regionale bankensysteem terug van weggeweest. Onrust ontstond toen het nieuws naar buiten kwam dat PacWest Bancorp haar strategische posities overweegt. Een van de mogelijke langetermijnplanning van de bank is verkoop. De beurzen reageerden fel op het nieuws. De aandelen van de regionale bank verloren woensdag maar liefst 56% van hun waarde.
Op dezelfde dag stookte de Amerikaanse centrale bank de recessie-angst verder op. Voor de tiende keer in slechts veertien maanden verhoogde de Fed de rente. Wederom gaat het om een verhoging van 25 basispunten waardoor lenen nog wat moeilijker wordt.
Ondertussen houden zorgen over de lagere dieselvraag van de industrie aan. Op donderdag 27 april werd diesel voor €112,55 per 100 liter verhandeld. Op woensdag 3 mei lag was de prijs gedaald tot €108,68.