Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2023-2027 is nog niet goed en wel ingevoerd of de campagne voor de volgende periode begint al. Waar de Nederlandse boeren worstelen met de bufferstroken, ecoregelingen en conditionaliteiten in de Nederlandse uitwerking van het GLB, proberen politici en denktanks alvast hun stempel te drukken op hoe het na 2027 verder moet met het Europese landbouwbeleid.
De veranderingen in het GLB die vanaf dit jaar van kracht zijn hebben al het nodige stof doen opwaaien. Veel Nederlandse boeren worstelen met de gecombineerde opgave (vaak nog meitelling genoemd). Het trage of zelfs uitvallende IT-systeem van de RVO, fouten in de kaarten, een moeilijk te doorgronden puntensysteem, productieve en niet-productieve grond en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Laat het woord meitelling vallen en veel boeren beginnen te schuimbekken en adviseurs trekken wit weg. LTO en NAJK riepen niet voor niets op de indienperiode met minimaal een maand te verlengen.
Lang niet alle lidstaten kampen met zulke grote problemen als Nederland bij de uitwerking en invoering van het GLB. Maar als je Europese landbouwmedia een beetje volgt, gaat het zeker ook niet vlekkeloos in alle landen. Werk genoeg aan de winkel zou je denken om de huidige GLB-periode van 2023-2027 fatsoenlijk op de rit te krijgen.
Publiek geld voor publieke zaken
Politici zijn ondertussen al bezig met hoe het verder moet met het GLB na 2027. De Duitse minister van Landbouw Cem Özdemir (Die Grünen) nam de aftrap tijdens een conferentie met de landbouwministers van de Bondstaten. "De tijd om na te denken over het GLB na 2027 is nu", tekende Euractiv op uit de mond van Özdemir. De inzet van de Duitse minister is dat publiek geld naar publieke zaken moet gaan. Kort gezegd komt het erop neer dat Duitsland af wil van de hectarepremie en in plaats daarvan boeren wil belonen voor maatschappelijke diensten op het gebied van klimaat, gezondheid of het milieu.
De Duitse staatssecretaris van Landbouw Silvia Bender (Die Grüne) heeft volgens Euractiv bevestigd dat Duitsland bezig is met het verkennen van de visies op en welke aanpak gekozen moet worden voor het landbouwbeleid onder 'gelijk gestemde' landen waaronder Frankrijk, Spanje, Ierland, Nederland en Denemarken. Volgens Bender moet het debat gaan om wat we als maatschappelijke diensten zien. Voedselzekerheid is één van de belangrijkste doelen in het GLB. Volgens Bender zouden juist het klimaat en natuur/milieubescherming centraal moeten staan.
De denktank ARC2020 gaat zelfs nog een stap verder en stelt dat het huidige GLB op alle vlakken tekort schiet. De productiviteit in de agrarische sector neemt nauwelijks nog toe, inkomens in de landbouw liggen gemiddeld 40% lager vergleken met buiten de sector, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is al tien jaar ongeveer gelijk en problemen met erosie en uitspoeling van mest nemen toe. ARC2020 stelt voor om het GLB helemaal over de kop te gooien. De denktank wil bijvoorbeeld alleen nog subsidie voor bedrijven die biologisch werken en een maximumbedrag wat een bedrijf kan ontvangen. Daarnaast wil de organisatie inzetten op korte ketens en coöperatieve initiatieven voor een leefbaar platteland.
Weerstand
Of de verregaande hervormingen van het Europese landbouwbeleid er doorkomen valt nog te bezien. Europese landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski (PiS) heeft zich al vaker uitgelaten tegen het afromen van de directe betalingen aan landbouwers. Het GLB is in de eerste plaats boerengeld dat voor boeren bestemd moet blijven, was tot nu toe de lijn van Wojciechowski. En door de oorlog in Oekraïne klinkt het geluid van voedselzekerheid ook weer sterker door in de Europese landbouwpolitiek. Dat de Europese boeren voldoende betaalbaar voedsel produceren is op zichzelf al een publieke taak, stellen sommigen.
Dat de Duitsers nu het debat over het landbouwbeleid na 2027 aanzwengelen is interessant. In mei 2024 worden verkiezingen gehouden voor het Europese parlement. Probeert Özdemir het landbouwbeleid inzet te maken van de verkiezingscampagne of wil hij de groene wind die nu waait in het Europees parlement en in de Europese Commissie nog snel verzilveren en alvast een groene koers na de verkiezingen in de steigers zetten?