Koolstofboeren of carbon farming. Met enige regelmaat komen deze begrippen voorbij als oplossing voor het compenseren van CO2-uitstoot en/of als verdienmodel voor boer. In Amerika zijn inmiddels de eerste projecten gelanceerd waarbij boeren daadwerkelijk certificaten kunnen verkopen voor CO2 die ze in de vorm van organische stof in de bodem vastleggen. In Europa gaat het allemaal iets langzamer, maar ook hier krijgen de eerste initiatieven vast vorm.
Hoe zit de markt voor CO2-rechten of carbon credits in elkaar en welke kansen liggen er voor de Nederlandse boer? Daarover sprak Boerenbusiness met Erikjan van Huet Lindeman van Dutch Carbon Credits, één van de partijen die het voortouw nemen in deze jonge nog onontgonnen markt.
Carbon credits, ETS, CO2-rechten, begrippen die voor een buitenstaander erg op elkaar lijken. Wat zijn de verschillen?
"De carbonmarkt valt in grofweg twee categorieën te verdelen. De eerste is het verplichte European Emissions Trading System (EU ETS) dat in 2005 is ingevoerd. Het doel van het systeem is om de CO2-uitstoot van de zware industrie terug te dringen. Dat gebeurt door jaarlijkse emissierechten uit te geven, die bedrijven onderling mogen verhandelen. Het aantal beschikbare rechten wordt in de loop van de tijd afgebouwd en het idee daarachter is dat de CO2-rechten duurder worden en bedrijven daardoor gedwongen worden hun CO2-uitstoot steeds verder terug te brengen. Grote Europese bedrijven doen verplicht mee in dit systeem en moeten voldoende rechten hebben om hun uitstoot af te dekken."
"De andere markt is de vrijwillige carbon credits of certificaten waarbij CO2 uit de lucht wordt gehaald en langdurig wordt opgeslagen. Bedrijven kunnen door aankoop van deze certificaten vrijwillig hun CO2-uitstoot compenseren, bijvoorbeeld vanuit een drive tot maatschappelijk verantwoord produceren. Dit is een jonge markt die nog verder ontwikkeld moet worden. Hierbij zijn er kansen voor de landbouw die als enige sector met behulp van planten/gewassen daadwerkelijk CO2 efficiënt uit de lucht kan verwijderen en vastleggen in de bodem."
"Voor de duidelijkheid de ETS-markt is een verplichte en strikt gereguleerde markt die zich niet laat mengen met certificaten op basis van CO2-verwijdering. De initiatieven om CO2 uit de lucht te halen en vast te leggen om daarmee verhandelbare carbon credits te creëren berust op vrijwilligheid. In de kern klopt dat niet, vind ik. Bedrijven mogen CO2 uitstoten zolang ze maar betalen voor emissierechten, zonder verplichting die CO2 uit de lucht te laten verwijderen. Als je het klimaat echt wil helpen door het CO2-percentage in de atmosfeer te verlagen - waar het beleid op is gericht - zou er een koppeling tussen emissierechten en CO2-verwijdering moeten komen."
In Amerika maakt die vrijwillige koolstofmarkt meer op gang dan in Europa. Zijn Amerikanen milieubewuster dan Europeanen?
"Dat heeft denk ik meer te maken met de aard van de Amerikaanse landbouw. De projecten die daar lopen zijn veelal gericht op de extensieve graanbedrijven in de prairies. De opbrengsten zijn laag maar bedrijven hebben heel veel hectares. Een relatief kleine vergoeding per hectare voor het vastleggen van koolstof tikt op een groot areaal al snel aan. En door de over het algemeen lage financiële opbrengsten per hectare zijn de extra inkomsten uit credits sneller een welkome aanvulling op het saldo vergeleken met de Nederlandse situatie."
"Bedrijven die CO2 willen compenseren kijken graag naar de lage prijzen in bijvoorbeeld Amerika. Ook zijn projecten voor het aanplanten of behouden van bos in verre oorden populair bij Europese bedrijven. De stemming daarover is wel aan het schuiven. Het compenseren van CO2-uitstoot door projecten op afstand komt echter meer onder vuur te liggen. Een recent voorbeeld hiervan is het Zweedse Arla dat claimde CO2-neutrale melk te produceren door de CO2-uitstoot te compenseren met de aanplant van bomen in Afrika. De Zweedse consumentenbond vond dat Arla met deze claim consumenten misleidde en spande een rechtszaak aan tegen het zuivelconcern. Hoewel Arla niets verkeerds deed, heeft het de claim van CO2-neutrale melk wel ingetrokken en zoekt het naar mogelijkheden om de CO2-emissie bij melkveehouders te compenseren."
Erikjan van Huet Lindeman
Biedt dat kansen voor Nederlandse boeren?
"Zeker! Er is een trend gaande dat bedrijven hun CO2-uitstoot lokaal willen compenseren. Wat is er mooier dan om als bedrijf je klant te kunnen laten zien welke boer op welk perceel jou CO2 uit de lucht haalt en vastlegt. Heel praktisch en tastbaar en direct controleerbaar. Om die koolstofvastlegging voor Nederlandse boeren interessant te maken moet de prijs wel passen bij de maatregelen die hij daarvoor moet nemen én bij de Nederlandse hectareprijzen. Daar moeten bedrijven die CO2 willen compenseren nog aan wennen."
Hoe gaat dat in zijn werk als ik als boer carbon credits wil verkopen?
"In Nederland is de systematiek van Stichting Nationale Koolstofmarkt het best toepasbaar; daar werken we als Dutch Carbon Credits ook mee. Koolstofprojecten hebben een looptijd van tien jaar. Bij aanvang wordt het organische stof gehalte in de grond gemeten en met modelberekeningen op basis van de grondsoort, het bouwplan, de aanvoer van organische stof in de vorm van compost of stalmest, enzovoorts stellen we een potentiële koolstofvastleggingstreefpercentage vast. De helft van de te verwachten koolstofopslag wordt uitbetaald aan de hand van de maatregelen die de boer neemt om CO2 vast te leggen. De afrekening van de andere helft vindt plaats op basis van de hoeveelheid CO2 die daadwerkelijk in de vorm van organische stof is vastgelegd."
Wat brengen de carbon credits uiteindelijk in het laatje?
"Er zijn veel variabelen bij het berekenen van het potentieel, maar gemiddeld is het voor de meeste boeren haalbaar ergens tussen de 1.500 en 2.000 kilo CO2 per jaar per hectare extra vast te leggen. Dat zijn dus 1,5 tot 2 certificaten per hectare per jaar. Bij een prijs van €80 à €100 per ton worden de CO2-rechten voor de boer interessant. Dat verschilt natuurlijk per bedrijf en hangt af van de aanpassingen die de boer moet doen in zijn bedrijfsvoering. Op een intensief bedrijf met hoog salderende gewassen valt de rekensom anders uit dan op een extensiever bedrijf. Naast de financiële opbrengst van de carbon credits heeft het verhogen van het organische stof percentage natuurlijk ook landbouwkundige voordelen, bijvoorbeeld dat de grond beter vocht en mineralen vasthoudt en beter bewerkbaar wordt. Voor een intensief akkerbouwbedrijf dat overweegt het bouwplan te verruimen kan de opbrengst van de carbon credits net de doorslag geven te extensiveren en voor een melkveehouder met veel blijvend grasland kunnen de carbon credits een mogelijk bieden de natuurlijke CO2-vastlegging van gras te verzilveren."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10902456/carbon-credits-verdienen-aan-co2-vastlegging]Carbon credits: verdienen aan CO2-vastlegging [/url]