De beslissing van OPEC+ om hun productietargets met 2 miljoen vaten te verminderen galmt na drie weken nog steeds door op de wereldmarkt. Om stijgende olieprijzen de baas te blijven, geeft de VS extra strategische reserves vrij. Dat deze maatregel de koers op de oliemarkt weer naar beneden drukt, ligt niet voor de hand. Door aantrekkende vraag uit China wordt eerder een verder oplopende olieprijs verwacht.
Na twee weken van prijsdalingen zit de oliemarkt weer in de lift. Op dinsdag 18 oktober stond de prijs van Brent olie op haar laagste punt van de week met $90,03 per vat. Daarna kwam de dip op de oliemarkt, die sinds 7 oktober was ingezet, ten einde en liep de koers flink op. Op het moment van schrijven (donderdag 20 oktober) staat de olieprijs op het hoogste punt van de week met $94,56 per vat.
De kans is groot dat deze prijsstijging doorzet. Uit China komen signalen dat de strenge coronaregels iets worden versoepeld. De Chinese overheid overweegt om de quarantaineperiode bij covid-besmettingen met drie dagen te verkorten. Omdat strenge lockdowns en een lange quarantaineperiode de Chinese economie behoorlijk verstoren, is de verwachting dat het versoepelen van de coronaregels het olieverbruik weer doet stijgen. Na het nieuws over de mogelijke versoepeling steeg de olieprijs met 1%.
Ingreep OPEC+ hangt nog steeds boven de markt
Volgens een rapport van het Internationaal Energieagentschap (IEA) blijft ook de ingreep van OPEC+ eerder deze maand voor reuring zorgen. Om de productie van olie rendabel te houden, besloot OPEC+ op 5 oktober hun productietargets met 2 miljoen vaten te verminderen. De ingreep van het oliekartel leidt nog niet tot de prijs van $110 per vat die Goldman Sachs voor het vierde kwartaal voor ogen heeft. Wel ligt de olieprijs volgens het IAE ongeveer $14 hoger dan voor de ingreep. Dat de effecten van nieuwe productietargets beperkt blijven, verbaast het IEA niet. In de praktijk is de productiedaling veel kleiner dan 2 miljoen vaten, omdat de meeste leden van OPEC veel minder olie produceerden dan het vorige productieplafond toestond.
Ondanks deze meevaller blijft de productieverlaging een probleem voor de Amerikaanse president Joe Biden. Brandstofprijzen zijn al het hele jaar historisch hoog. Daarom geeft de Amerikaanse regering al heel dit jaar olie uit de strategische reserves vrij. Door de ingreep van OPEC+ en met de verkiezingen van 8 november in het achterhoofd gaf Biden weer 15 miljoen extra vaten ruwe olie vrij. Prijsdalingen als gevolg van deze ingreep bleken van korte duur, want de olieproductie in de VS blijkt lager uit te vallen dan verwacht. Analisten verwachten dat de reserves van oliebedrijven deze week met 1.7 miljoen vaten zouden toenemen, maar in de praktijk slonk de voorraad met 1,4 miljoen vaten. Het is nog maar de vraag hoe lang de Verenigde Staten nog op hun strategische reserves kan teren. Met 405 miljoen vaten staat deze voorraad op het laagste niveau sinds 1984.
De dieselprijs trekt zich weinig aan van de stijgende koersen op de oliemarkt. Sinds deze week daalt de prijs van diesel. Op zondag 17 oktober stond de dieselprijs op het hoogste punt van de week met €173,83 per 100 liter. Daarna vond de koers zijn weg naar beneden. Op het moment van schrijven moet voor 100 liter diesel €168,07 worden betaald.