De verwachtingen omtrent een vrijwillige opkoop van boerenbedrijven voor het oplossen van de stikstofcrisis moeten niet te hoog worden gesteld. Dit stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Analyse van eerdere vrijwillige beëindigingsregelingen laat zien dat budgetten nooit volledig werden besteed.
Dit stelt het PBL in het rapport Beëindigen van veehouderijen. In deze studie worden lessen getrokken uit een analyse van 25 jaar vrijwillige en verplichte beëindigingsregelingen. Verschil met eerdere regelingen is wel dat destijds veel lagere bedragen werden gereserveerd voor opkoop dan nu. Het kabinet reserveert ditmaal miljarden euro's om veehouderijen uit te kopen voor stikstof-, natuur-, klimaat- en wateropgaven. Die ambities raken duizenden boerenbedrijven en zijn maatschappelijk niet onomstreden.
De analyse laat volgens het PBL zien dat volledige besteding van de gereserveerde budgetten in de periode tot 2030 'nauwelijks voorstelbaar' is. "Bewustzijn over de realistische reikwijdte van dit instrument biedt kansen voor effectiever beleid."
De analyse van eerdere vrijwillige beëindigingsregelingen, in hoofdzaak gericht op de varkenshouderij, laat zien dat de budgetten daarvoor nooit volledig werden besteed. Deze vrijwillige regelingen realiseerden een vermindering van het aantal varkens met 2% tot 7% per jaar en bij melkvee rond de 1,5% per jaar.
Onteigenen kan jarenlang duren
Verplichtende instrumenten, zoals onteigening, zijn in het verleden weinig toegepast en hebben volgens het PBL als nadeel dat de inzet daarvan is gebonden aan strikte voorwaarden. Dat maakt het resultaat van die inzet ongewis terwijl beroepsprocedures jarenlang kunnen duren. Nog een factor die de overheid beperkt bij opkoopregelingen is dat ze niet marktverstorend mogen werken. Dit is een Europese eis.
Miljardenschade door stikstofcrisis
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) berekent ondertussen in het FD dat de schade door de stikstofcrisis almaar groter wordt en voor de bouw inmiddels wordt geraamd op €14 tot €14,5 miljard. De totale schade komt volgens de krant inmiddels op €28 miljard. Dat is vijf keer zo veel als in 2019, toen de politieke crisis rond de stikstof begon. Deze raming is nog niet door andere instellingen en organisaties nagerekend of bevestigd.