'Niet halveren, maar innoveren'. Dat is het credo van Lely om uit de stikstofimpasse te raken. Daarmee predikt de machinebouwer misschien voor eigen parochie, maar toch is dit volgens CEO André van Troost wel de oplossing voor het stikstofprobleem binnen de landbouwsector. De Lely Sphere kan 70% stikstof op een melkveebedrijf reduceren, maar zo'n systeem kost wel €170.000. En dus is het bedrijf wel afhankelijk van overheidsgeld. "Zonder subsidies is het lanceren van de Lely Sphere en andere reductiemethoden een stuk lastiger."
Het halveren van de veestapel lijkt niet aan de orde, maar voor innovatieve oplossingen loopt het kabinet ook niet warm. Waar ligt volgens u de oplossing om uit de stikstofimpasse te komen?
"Vergeleken met een jaar geleden heb ik heb het gevoel dat de politiek hier steeds meer warmloopt voor innovatieve oplossingen. Mijn glas is meer dan half vol. Dit baseer ik onder meer op de gesprekken die er zijn met bemiddelaar Johan Remkes. Zo gaat er bijvoorbeeld gekeken worden naar alternatieven voor de kritische depositiewaarde (kdw). Ook de 2030-deadline lijkt minder vast te zijn. Hoewel stikstofminister Van der Wal nog altijd hamert op reductie, meen ik te zien dat het kabinet meer oplossingen ziet dan alleen uitkopen. Waarschijnlijk ook omdat er geluiden zijn dat dit mogelijk neigt naar ongeoorloofde staatssteun. En laten we eerlijk zijn: In de afgelopen 30 jaar is 60% van de stikstofuitstoot al teruggedrongen via innovatieve reductiemethoden. Het kan dus. Daarbij moeten we onze ogen niet sluiten dat de vraag naar zuivel wereldwijd jaarlijks 2% tot 4% groeit. Als we vee saneren in Nederland, dan neemt de melkproductie elders toe. Vanuit milieuoogpunt boeken we op wereldwijde schaal dan geen winst."
Met de Lely Sphere bieden jullie een oplossing om 70% stikstofreductie op een melkveebedrijf te reduceren. Dit klinkt prachtig, maar het prijskaartje van €170.000 is flink. Subsidie is noodzakelijk dus?
"Met subsidie wordt de aankoop van de Sphere voor een boer makkelijker bereikbaar gemaakt. Door daarbij toe te staan dat de meststromen uitgereden mogen worden, ontwikkelen we bovendien een verdienmodel voor boeren. Dit omdat zij dan flink kunnen besparen op kunstmest. Als beide niet gebeurt, dan praten we over kleine aantallen die we gaan verkopen. Met de 96 Sphere's van de pilot die Lely samen met FrieslandCampina en de Rabobank als doelstelling hebben gelanceerd, gaan we het stikstofprobleem niet oplossen. Dit is een eerste aanzet vanuit de sector. Voor reductie op grote schaal praten we over duizenden aantallen. Daarbij wil ik overigens benadrukken dat ook Hanskamp, Vencomatic en JOZ goede oplossingen hebben ontwikkeld. Laten we de €25 miljard dus steken in innovatieve oplossingen. Om te beginnen op bedrijven nabij Natura 2000-gebieden. Wij kunnen immers geen 16.000 Sphere's in een jaar bouwen, maar de komende 10 jaar kan dit wel. Dat commitment wil ik het kabinet wel geven."
André van Troost
Lely heeft in Maassluis flink uitgepakt met de nieuwe Campus. Blijft Nederland de thuisbasis, wanneer de veestapel fors gaat krimpen?
"Voorlopig wel. We hebben €100 miljoen geïnvesteerd en zitten hier goed. We bedienen vanuit Nederland de 50 landen waar we actief zijn. Op de lange termijn kan ik dit niet garanderen, maar dat lijkt me logisch. Overigens halen we minder dan 10% van onze omzet uit Nederland. Maar door alle perikelen die nu spelen vraagt de Nederlandse markt momenteel wel driekwart van onze tijd. Dat is soms frustrerend. Vaak wordt dan gezegd dat de problemen die in nu in Nederland zijn over een paar jaar elders opspelen. Ik denk dat dit ook met stikstof inderdaad het geval is, maar hopelijk wel minder heftig dan hier nu het geval is."
De stikstofcrisis is 'slechts' één van de vele crisissen die momenteel gaande zijn. In hoeverre raakt de energiecrisis jullie bijvoorbeeld?
'De energiecrisis merken wij ook net als andere bedrijven. Het tekort aan grondstoffen en chips voelen wij echter sterker. Dit speelt al zeker tweeënhalf jaar. Hierdoor stagneerde de omzet vorig jaar op circa €600 miljoen, terwijl een groei van 10% zeker mogelijk was. Ons orderboek is gezond, mede ook door de gestegen melkprijs. Maar helaas kunnen we niet op volle kracht produceren. Ook de Russische boycot door de oorlog in Oekraïne kost ons aardig wat omzet. We staan volledig achter het besluit om daar geen robots meer te verkopen, maar commercieel is dit wel een gemis."
De waan van de dag is dus groot, maar als bedenker van innovaties dient Lely een verre horizon te hebben. Hoe ziet een Nederlands melkveebedrijf er over pak een beet 10 jaar uit?
"Automatisering is dan denk ik door 95% van de bedrijven omarmd. Nu is dat nog maar 20% tot 30% en wereldwijd praten we over nog maar 2%. De marktpotentie is dus gigantisch. De vraag naar automatisering komt ook door personeelstekorten in de sector. Ook traceerbaarheid wordt steeds belangrijk, misschien wel tot de koe toe. Ik ga geen producten noemen die wij ontwikkelen, maar de focus in de sector zal komen te liggen op thema's als methaanreductie, bodemgezondheid, biodiversiteit en energiemanagement. Dit alles met als doel om de licence to produce voor de melkveehouderij te beschermen."
Tot slot, u was professioneel cricketspeler in Engeland voor uw carrière bij Lely begon. Welke lessen hebt u hiervan geleerd?
"In Engeland is cricket een grote sport met veel media-aandacht. Vaak wordt gezegd dat interviews met sporters saai zijn, maar dat is met een reden. Na een winstpartij moet je waken voor euforie, net zoals je bij verlies niet in zak en as moet zitten. Als sporter leer je om te relativeren. Ook melkveehouderij staat momenteel bijna dagelijks in het nieuws, dus wat dat aangaat is dat niet nieuw voor mij. Als CEO van Lely krijg ik zowel mails van boeren die het stikstofprobleem ontkennen, als van milieuactivisten die ons van alles en nog wat beschuldigen. Ik probeer de ontwikkelingen niet te emotioneel te benaderen, maar steady te volgen. Als Lely hebben wij een visie waar wij in geloven. Daarin moet je je niet te veel laten afleiden."
Ben jij ook een bedrijf in de agribusiness dat met een vernuftig product, vernieuwende dienst of baanbrekend productieproces de boer aantoonbaar financieel voordeel oplevert? Kijk voor meer informatie op Boerenbusiness.nl/Award.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10900406/krijg-het-gevoel-dat-politiek-oplossing-ziet-in-innovatie]'Krijg het gevoel dat politiek oplossing ziet in innovatie' [/url]
Beste André van Troost, innovatie is geen oplossing! Innovatie is een directe kostprijs verhoging voor de boer met een enorme afhankelijkheid van onze erfbetreders (Lely). Misschien wel de grootste frustratie op het boerenerf: kostprijverhogingen kunnen we niet zelf direct doorberekenen in onze producten. De afhankelijkheid blijft daarmee!
De industrie wordt er beter van, niet de boer, niet de grond, niet de natuur. Het begin is verkeerd, eerst beginnen met hoe de boer een verzekerd inkomen krijgt; taak voor de overheid, niet de markt. Zorg eerst voor de randvooraarden voor je met de uitvoering begint.
Vercomposteer de dikke fractie
en als vaste mest in het voorjaar op het land brengen, goed voor bodemleven. De urine kan als stikstofgift gebruikt worden, met eenvoudige techniek te realiseren. Wat je niet uitgeeft hoef je niet te verdienen. Als stikstof kopen te duur wordt gaan boeren vanzelf wel klaver inzaaien, hoeft niet een extra vergoeding voor die elke 3 maanden door ene loog gecontroleerd moet worden; weggegooit geld, investeer dat in de boer, pak het groter aan en beloon boeren als ze bomen planten langs de randen van hun weides en geef een vergoeding voor opbrengstverlies. Als laatste beloon ook gezonde melk, waar de goede vetten in zitten; omega 3 en 6 verkregen uit lijnzaad, en genoeg mineralen en vitamines. Daar ligt een.taak voor zuivelfabrieken, maak verschil tussen consumtie melk en melk voor het winnen van grondstoffen die aan allerlei producten worden toegevoegd.
Daar kunnen boeren zich onderscheiden in minder koeien met minder kosten maar een hogere prijs voor hun gezondere product en boeren die gaan voor fabrieksmatig boeren en minder of juist gaan voor goedkope voederingen en opgejaagde productie.
De overheid zou zich met dit soort inzichten moeten bezig houden om boeren perspectief te geven zodat ze kunnen kiezen welk model het best bij hun persoon en bedrijf past met garantie op een goed inkomen.
Laten we voorkomen dat boerderijen zo weinig mogelijk kleine chemische fabrieken worden, de natuur werkt nog steeds hetzelfde als 100 of meer jaar geleden.