In de eurozone was de inflatie in april, met 7,4%, hetzelfde als in maart. De inflatie in de hele Europese Unie steeg wel: van 7,8% naar 8,1%. De Nederlandse inflatie daalde van 11,7% naar 11,2%. Nog steeds hoog, maar in maart waren er meer landen met een nog hogere inflatie dan in april.
De inflatie in Estland spant de kroon, met 19,1%. Dat was in maart nog 14,8%. Daar waar eerder alleen Estland en Litouwen (15,6% in maart, 16,6% in april) een nog hogere inflatie hadden dan Nederland, komen daar nu Tsjechië (13,2%), Letland (13,1%), Bulgarije (12,1%), Roemenië (11,7%) en Polen (11,4%) bij.
In Zwitserland stijgt het prijspeil nog altijd het minste. De inflatie bedroeg daar in maart 2,2% en in april 2,3%. In Frankrijk werden de prijzen in april op jaarbasis 5,4% hoger. Dat was 5,1% in maart. Duitsland kende in april een inflatie van 7,8%, tegenover 7,6% in maart. In België bleef de inflatie vorige maand stabiel op 9,3%. Energie heeft nog steeds een grote bijdrage aan de inflatie, maar speelde in april wel een minder grote rol dan in maart.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) bedraagt 11,2%. Volgens de consumentenprijsindex (CPI) die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder deze maand publiceerde over april is dat 9,6%. Dit was 9,7% in maart.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.