Brent ruwe olie is flink gestegen de laatste dagen. Een mogelijke boycot van de EU tegen Russische olie en alles wat daarmee samenhangt zorgde voor onrust op de markt. Scheurtjes in de economische groeiverwachtingen en daarmee een lagere de vraag naar olie werden hierdoor naar de achtergrond verdrongen.
Na de rally van vorige week, begon de olienotering van deze week met een correctie. Dinsdag 3 mei zakte de prijs tot $105,96 per vat. Nieuws uit Brussel deed het sentiment op de markt echter razendsnel omslaan. Een mogelijke boycot op olie uit Rusland stuwde de notering omhoog naar $113,39 per vat. Dat is de hoogste prijs sinds 25 maart. De boycot gaat overigens verder dan alleen een stop op de invoer van Russische olie. Persbureau Reuters meldt dat in de conceptversie van het plan Europese bedrijven per juni ook geen transport, bemiddeling, verzekering of financiële diensten mogen leveren die ten dienste staan van de Russische olie-industrie. Of het plan erdoor komt, is nog wel onzeker. Daarvoor is instemming vereist van alle lidstaten. Hongarije en Slowakije zijn uiterst kritisch op de maatregelen.
De hoge prijzen zijn geen reden voor de OPEC+ om aanpassingen te doen aan de vastgestelde strategie om de productie geleidelijk te verhogen. Dat betekent de in juni 432.000 vaten per dag extra opgepompt mogen worden door de leden, zo maakte het kartel gisteren (5 mei) bekend. Volgens de OPEC+-leden is de oliemarkt fundamenteel in balans. Wel wees het kartel op de aanhoudende effecten van geopolitieke factoren en problemen in verband met de aanhoudende pandemie.
Economische groei kan aan de rem trekken
Hoewel de oliemarkt een opwaartse flow te pakken, heeft waarschuwen analisten dat tegenvallende economische groei een flinke deuk kan geven in het vertrouwen. De inflatie in de eurozone en de Verenigde Staten is zeer hoog, mede aangewakkerd door de hoge olieprijs. Dat vraagt om actie van de centrale banken. De Fed neemt het voortouw en verhoogde de rente met 0,5% naar 0,75% à 1%. Dat is de tweede opeenvolgende renteverhoging en de grootste stijging sinds 2000. Het doel? Het beteugelen van de inflatie. Analisten waarschuwen dat daarmee ook de economische groei geremd kan worden. Daar komt nog eens bij dat de problemen met het coronavirus nog niet over zijn, kijkende de lockdowns in China. Ook veroorzaakt de oorlog in Oekraïne de nodige onrust op de grondstoffenmarkt.
De dieselprijs volgde een bijna tegengestelde prijsbeweging, vergeleken met ruwe olie. Woensdag 3 mei steeg de dieselprijs naar het voorlopige hoogste punt: €167,12 per 100 liter. Opmerkelijk genoeg is dit de hoogste prijs sinds 27 maart, ondanks de accijnsverlaging die 1 april werd doorgevoerd. De prijs is inmiddels gedaald naar €159,12 per 100 liter
Oliemaatschappijen varen ondertussen wel bij de olie- en brandstofprijzen. Ondanks forse afschrijvingen op de Russische investeringen presenteerden bedrijven als Shell, Exxonmobile, Chevron en Total miljarden winsten in het eerste kwartaal. Uitzondering hierop is BP, dat een verlies van $20,4 miljard moest incasseren door zeer grote belangen in de Russische olie industrie.