Als er één ding duidelijk wordt uit alle overheidsinformatie die in de voorbije week naar buiten is gekomen over stikstof, is het wel dat het beleid hiervoor vooral een kwestie is van kiezen. Die keuzes worden niet alleen op puur feitelijke gronden gemaakt. Ook emoties spelen een grote rol. Veel ambtenaren zijn geen fan van de veehouderij en ventileren dat blijkens de stukken die zijn opgevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) regelmatig tegenover elkaar.
Ook onderzoekers hebben er last van. Als men de landbouw in een bufferzone rond natuur wil aanpakken, wordt al snel gesproken over het 'leeghalen' van een gebied. Als het gaat over de kalverhouderij, dan sneert een topambtenaar van Rutte's eigen departement over 'laagwaardige activiteit'. "Wat is de meerwaarde van deze sector voor Nederland als we de kalveren uit heel Europa hiernaartoe halen; de weinige kalverhouders al decennia nauwelijks iets verdienen; en we de output tegen bodemprijzen exporteren en het verdienvermogen te gering is om zelfs maar minimale dierenwelzijnseisen te stellen."
In eerder openbaar gemaakte stukken rond te totstandkoming van het rapport 'Ontspannen Nederland', drongen ambtenaren erop aan om de landbouw maar iets meer onder druk te zetten met hun bevindingen. Letterlijk werd gevraagd om 'meer bang for a buck'. Geluiden die juist wel getuigen van sympathie of zelfs begrip voor de huidige landbouw zijn vrijwel niet te vinden.
Problemen met de bewijslast
Uit alle stukken blijkt dat er een zware focus is op stikstofproblemen in de landbouw, en minder in andere sectoren. Maar ook wordt duidelijk dat de landbouw niet zomaar aangeschoten wild is. Aerius heeft ingebakken zwakheden en onnauwkeurigheden. Dat geeft voor de overheid problemen met de bewijslast, zelfs al is Aerius de aangewezen rekenmethodiek. Verder gaat het juridisch gezien niet om de ene partij (landbouw) zwaarder aan te pakken voor dezelfde feiten dan de andere (industrie, verkeer). Ook bestaan er vragen of met een bijna exclusieve aanpak op vooral stikstof de beoogde natuurdoelen wel worden behaald.
Centrale regie op diverse rapporten
In de overheidsrapporten wordt ook veel aandacht besteed aan zo sluitend mogelijke doelredeneringen. Rapporten die op het oog afkomstig zijn van diverse instanties, blijken vaak eenzelfde penvoering te hebben, met regie vanuit dezelfde ambtenarengroep. Ook dat wordt duidelijk. Toch wil dit niet zeggen dat hun redeneringen en bewijsvoeringen niet zijn aan te vechten.
De commissie-Hordijk constateerde medio 2020 dat het rekenmodel Aerius, dat aan de basis ligt van alle stikstofbeleid en het wettelijk voorgeschreven instrument is, belangrijke aanpassingen behoeft. Het moet scherper, ook beter narekenbaar en er moet meer echt worden gemeten, werd geoordeeld. Aanleiding was de kritiek dat Aerius strenger was voor de emissies uit de landbouw dan die uit bijvoorbeeld het wegverkeer.
Fundamentele kritiek op Aerius-model
In deze week bekendgemaakte stukken was meer en fundamentelere kritiek te lezen op het model. "De onzekerheid in het model is vele malen groter dan de uitkomst van de berekeningen", zo gaf een Leidse wetenschapper mee aan de beleidsmakers. Andere onderzoekers hebben er op gewezen Nederland qua maatregelenpakket voor stikstofgevoelige natuur de industrie en wegverkeer meer uit de wind houdt dan bijvoorbeeld Duitsland. Gevolg is dat die natuur er hier veel minder goed bij staat dan bij de oosterburen.
Toch blijft de overheid werken met het model. De depositiepijn wordt dit jaar wel een beetje anders verdeeld, want er is weer een nieuwe versie van Aerius. Het is ook nog eens niet helder of alle emissie van industriële bronnen, zoals de grote energiecentrales, Schiphol, Olam Zaandam en Isover in Brabant, er op een geloofwaardige manier in worden meegenomen. Daar wijst bijvoorbeeld ook milieuorganisatie MOB op.
Twijfel bij provincies
Met behulp van Aerius wordt berekend dat de zogenoemde Kritische Depositiewaarde (KDW) in veel natuurgebied ernstig wordt overschreden. Daarom zetten Rijk en provincies in op een grootscheepse uitkoop van zogenoemde piekbelasters – hoofdzakelijk in de landbouw. Er zijn tientallen miljarden voor beschikbaar. Toch uit de Overijsselse commissaris van de koning Andries Heidema zijn grote twijfels over de vraag of het allemaal wel iets uitmaakt. Zelfs al worden alle agrarische bedrijven rond natuurgebieden opgekocht of stilgelegd, dan nog blijft de stikstofbelasting voor de natuurgebieden te hoog, stelt hij vast in een brief aan Provinciale Staten. Het grote doel om de helft van alle hectares landelijk gebied in 2050 onder de KDW te brengen, wordt niet gehaald, constateert hij.
Afnemende meeropbrengsten beleid
Heidema en veel andere provinciebestuurders met hem, zo geeft hij aan, twijfelen bovendien of het bestaande pakket wet- en regelgeving wel voldoende is om de problemen aan te pakken. Nog meer is nodig. Dat is om twee redenen opmerkelijk, want Heidema lijkt ondanks zijn twijfels toch te denken dat nog zwaarder beleid de enige weg is. Ander punt is dat de Haagse ambtenarij afgelopen voorjaar, rond de presentatie van het rapport van ABDTOPConsult nog alle vertrouwen uitstraalde dat ze met de toen klaarstaande wetgeving alles aankon, zo blijkt uit de Wob-stukken. Dat was bovendien niet de eerste keer. Je zou denken dat het stikstofbeleid last heeft van de wet van afnemende meeropbrengsten.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10896194/stikstofregisseurs-tonen-weinig-sympathie-voor-sector]Stikstofregisseurs tonen weinig sympathie voor sector[/url]