Achtergrond Techniek
Deze 7 trekkers zijn een prima investering
De prijs van tweedehands trekkers is de laatste jaren flink gestegen. Niet alleen omdat verzamelaars – ook in coronatijden – hun spaargeld stoppen in felbegeerde zeldzame modellen, maar ook omdat gebruikers vaker voor een youngtimer kiezen. Welke modellen lenen zich uitstekend als investering? We zetten er zeven op een rijtje.
Er is niet één factor aan te wijzen waarom oudere trekkers in waarde stijgen. Feit is dat dit gestaag gebeurt in de laatste vijftien tot twintig jaar. Zelfs voor een wrak op wielen worden tegenwoordig bedragen boven de €4000 gevraagd. Of de koper het krijgt is een tweede. Ook een feit is dat de coronacrisis zeker niet voor een waardedaling heeft gezorgd. Het tegenovergestelde is waar. Doordat geld op andere fronten wordt bespaard en mensen meer bij huis zijn, wordt juist geïnvesteerd in leuke dingen zoals een trekker.
Spaargeld in trekkers
Dat brengt ons bij een derde belangrijke reden: het spaargeld is niks meer waard. Sparen kost zelfs geld en, zoals de ECB het graag ziet, wordt het daarom eerder uitgegeven. Dan het liefst wel aan iets waardevols zoals een collectible, die met een beetje geluk meer waard wordt. En waarom ook niet? Kies je een populair model dan zit je relatief veilig, je hebt veel plezier en het kan nog nuttig zijn ook.
Dan reden nummer vier. Misschien wel de belangrijkste. Youngtimer trekkers worden steeds vaker gekocht door professionele of semi-professionele gebruikers. Een categorie boeren, loonwerkers, grondverzetters en wat al meer, is in toenemende mate het kopen van nieuw materiaal beu. Om te beginnen de gierend hoge prijzen voor een trekker. Jaarlijks komt er 5% bij en dit jaar met gemak 10% tot 15%. Daarnaast wordt de techniek er niet betrouwbaarder op. Emissie-eisen hebben voor een lading aan sensoren en storingsgevoelige techniek gezorgd. De afschrijving van zo'n nieuwe John Deere, Fendt of New Holland is schrikbarend de eerste jaren. Waarom dan niet een wat ouder model kiezen? De kop is eraf, de techniek betrouwbaar(der) en het comfort niet slecht. In de laatste vijftien jaar zijn trekkers vooral complexer geworden en niet per definitie beter. Zit je er geen 2000 uur per jaar op en ben je liefhebber, dan ben je op een 7810 veel gelukkiger dan op een 7R310.
Recordbedragen voor klassiekers
De situatie in Nederland is niet helemaal vergelijkbaar met het buitenland. Daar speelt mee dat een trekker die gebouwd is in eigen land meestal populairder is. Duitsers geven een vermogen uit aan Schlüter, Engelsen betalen recordbedragen voor County en Amerikanen doen hetzelfde met John Deere. Een 7810 werd afgelopen herfst in de VS verkocht voor $170.000 (met 914 uur). Omgerekend €150.240. In Engeland kocht een verzamelaar een County 1474 voor €248.847. Vooral op veilingen worden torenhoge bedragen betaald.
Een begeerde klassieker is waardevast, maar vraagt ook om fikse investering. Hoeveel stijgt een 7810 van €150K nog of een County voor bijna een kwart miljoen? Wellicht verdubbelt de prijs wel in de komende 25 jaar, wie zal het zeggen. Het blijven uitzonderingen die voor een zeer select clubje mensen is weggelegd. Beter is om een trekker te kopen die nu nog geen echte klassiekerstatus heeft, maar over 25 jaar wel. Hoe spot je zo'n klassieker to-be. We zetten er zeven op een rijtje.
John Deere 7530 - €30.000 tot €60.000
In het buitenland heeft de 7530 nog weleens een twijfelachtige reputatie. Het model was niet zonder problemen. In ons land was het type - en in mindere mate zijn kleine broertje de 7430 - een behoorlijk populaire trekker onder loonwerkers en grote akkerbouwers. Ze vulden het gat op dat de 7810 had achtergelaten en zijn op veel fronten vergelijkbaar, maar comfortabeler en moderner. Wij denken dat de 7530 weleens een echte klassieker kan gaan worden. Prijzen op de tweedehandsmarkt variëren flink. In Nederland staat er welgeteld één te koop, wat wel laat zien dat ze veelgevraagd zijn. In het buitenland kom je ze meestal niet met de traploze Autopower-bak tegen die hier erg populair was. Is een 7530 te groot voor je bedrijf? Kijk dan naar de 6430 of 6420. Ook die zijn erg waardevast. Zoek je liever een Deere met Amerikaanse genen (zoals de 7810 had), maak dan de overstap naar de 7020-serie. Die zijn qua reputatie beter dan de latere 30-reeks.
New Holland T7070 - €35.000 - €60.000
Met de moderne trekkers (zeg maar vanaf 2005) verdween het mooie motorgeluid. Niet bij de T7000 van New Holland. De fluit en het rauwe gebrul uit de dikke pijp is onmiskenbaar voor deze serie. De serie werd in 2007 gelanceerd en twee jaar later volgde het nieuwe topmodel T7070, tegelijk met de super betrouwbare Auto Command cvt-transmissie. Het was ook de trekker die voor het eerst in de Blue Power-uitvoering leverbaar was. Notabene een Nederlandse vinding! Ik denk dat dit type een echte cultstatus toebehoort in de toekomst. Zeker modellen die relatief weinig uren hebben en goed zijn onderhouden. Ook een echte loonwerktrekker en tegenhanger van de 7530. Kun je een knappe vinden, wees er dan zuinig op!
Fendt 930 Vario - vanaf €50.000
In 2002 was de immens populaire 900-serie van Fendt alweer toe aan zijn derde update. Door de mannen uit Marktoberdorf werd direct een nieuw topmodel toegevoegd: de 930. Met 300 paarden onder de kap die door een dikke MAN 6,87 liter eruit wordt gepompt. 'Wie heeft er nu zo'n zware trekker nodig?', was een veelgehoord argument destijds. Uiteindelijk werd het een verkoopknaller voor Fendt. Er zijn streken in Nederland en België waar je als loonwerker überhaupt niet serieus werd genomen zonder 930. Allestrekker, comfortkoning en culticoon. Je proeft de originele Favorit 900 nog terug in zijn vezels, maar dan met iets meer comfort uit de krappe maar bruikbare hut. Op internet moet je 930's met een loepje zoeken. Exemplaren met minder dan 10.000 uur zijn nauwelijks te vinden. Bij de 930 is 20.000 het nieuwe 10.000. En daar betaal je dan nog even dik €50K voor. Maar, dat is het waard.
Valtra 8950 - €25.000 - €50.000
Misschien wel de wildcard in dit lijstje te noemen, maar vlak de 8950 van Valtra niet uit. De laatste van de lange vierkante neuzen serie en gebouwd tussen 1998 en 2002 als opvolger van de eveneens populaire 8750. De 7,36 Sigma-motor had als eerste een powerboost. Geen cvt-model maar een powershift. Dat is even wennen maar voor een Valtrarijder gesneden koek. De cabine is niet de meest luxe of ruime, maar alles functioneert zoals het moet. Gebruikte 8950's, 8550's of 8750's zijn zeldzaam. Eveneens trekkers die meestal veel uren hebben gedraaid. Wij denken dat ze weleens erg collectible kunnen worden bij de die-hard fans.
Case IH Maxxum 135 - €25.000 - €35.000
We hadden ook voor het paradepaardje MX 170 kunnen kiezen maar voor de verandering eens niet een topmodel. De serie borduurt verder op de goede reputatie die Case IH neerzette met de originele Maxxums. Alles zit erop wat erop moet zitten en niet meer dan dat. Voorasvering was optioneel leverbaar. De versnellingsbak met powershift laat zich prima schakelen en in de cabine is het nog steeds prima uit te houden. De laatst gebouwde modellen zijn iets luxer. Ze werden zelfs nog door McCormick gebouwd nadat de fabriek in Doncaster al was verkocht.
Massey Ferguson 6499 - €27.500 - €40.000
Misschien een wat vreemde keus maar voor de verandering gekozen voor een model dat je niet heel vaak tegenkomt. De 6499, en dan vooral het eerste model gebouwd tussen 2003 en 2006 als opvolger van de 8200-serie. In Nederland was de traploze variant (7400) populairder dan de 6400 met zijn 32x32 Dynashift. Met de motor – een 7,4 liter Sisu-blok – is weinig mis. De cabine is goed te noemen. Je vindt hem op alle modellen, zoals ook op de populaire 6480. Vanwege zijn zeldzaamheid en opvallende verschijning is de 6499 misschien wel een classic in the making.
Claas Atles 936 - €28.000 - €40.000
Als wildcard in dit lijstje hebben we gekozen voor de Atles-serie van Claas. Misschien een wat vreemde keus, maar het kan zo maar een klassieker worden die nu nog te koop is voor een redelijk schappelijk bedrag. Als je er een kunt vinden… In Nederland zijn er waarschijnlijk niet meer dan vijf tot tien nieuw verkocht. De Renault-versie – die de Atles-serie eigenlijk ontwikkelde – is misschien wel net zo'n goede investering en iets ouder. Een kleine groep liefhebbers heeft wat met deze mastodont, de laatste stuiptrekking van het roemruchte Franse merk. Onder de Claas-vlag werd hij tot 2007/08 geleverd maar meestal in Oost-Europa.
De bovenstaande lijst is ook vooral bedoeld voor de fun. Neem het alsjeblieft niet te serieus. Alle merken en alle types kennen hun problemen. De een iets meer dan de ander. Zie jij meer heil in een Steyr CVT 170, Deutz-Fahr Agrotron 265 of Same Rubin, dan is dat uiteraard prima. In de eerste plaats is het belangrijk om te kiezen voor een trekker waar jij wat mee hebt en waar je met veel plezier op rijdt. Welke trekker is volgens jou een toekomstige klassieker? Laat het weten in de reacties!
10 tips bij het kopen van een klassieker
- Kies voor een exemplaar met relatief lage urenstand wanneer dat mogelijk is. Betaald zich altijd terug
- Een luxer uitrustingsniveau is altijd meer gevraagd
- Elektronica is geen probleem. Het is een fabeltje dat alleen 'mechanische' trekkers klassiekers zijn
- Kies bij voorkeur het zwaarste model uit de serie. Die zijn het meest begeerd
- Over de grens kijken kan lonend zijn. Vooral Frankrijk is populair, maar koopjes zijn er nauwelijks
- Bekijk vooraf of er nog voldoende onderdelen voor te krijgen zijn
- Trekkers die dagelijks goed bruikbaar zijn hebben de voorkeur
- Een merk met een sterke eigen identiteit zoals John Deere en Fendt zijn waardevast(er)
- Historie betaalt. Ken je de geschiedenis van de trekker, dan heeft dit zeker meerwaarde
- Niet-opgeknapte knappe trekkers zijn net zo gevraagd als een volledig gerestaureerd exemplaar
Niels van der Boom
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.