EU-lidstaten in het oosten van Europa halen Nederland in op het gebied van de melkveehouderij. Estse melkveehouders boeken de hoogste melkproductie per koe. Polen streeft Nederland voorbij als het gaat om de totale melkproductie.
Dit blijkt uit pas gepubliceerde cijfers van Eurostat, het statistische bureau van de Europese Commissie. De gepubliceerde gegevens hebben betrekking op 2020.
Nederland mag nog steeds een van de grote melkproducenten zijn in de EU, het land moet behalve Duitsland en Frankrijk nu ook Polen vóór laten gaan als het aankomt op het totale volume aan melk dat wordt geproduceerd. Polen registreerde vorig jaar een melkproductie van 14,8 miljard kilo en Nederland 14,5 miljard kilo. Daarbij loopt de Poolse melkproductie op, terwijl de Nederlandse productie onder druk staat.
Qua melkproductie per koe is Nederland met 9.256 kilo wel een van de koplopers, maar de Estse melkveehouders spannen de kroon met 10.063 kilo per koe. Het EU-gemiddelde bedroeg vorig jaar 7.509 kilo per koe. Het laagst was de productie in Roemenië. waar een doorsnee melkkoe slechts 3.228 kilo gaf.
De totale Europese melkproductie bedroeg vorig jaar 160 miljard kilo. Daarvan bleef zo'n 10 miljard kilo op de boerderij, als voer voor de kalveren en voor eigen gebruik of zuivelproductie op de boerderij. De resterende ruim 149 miljard kilo ging naar de fabriek om te worden verwerkt.
De melkproductie is niet gelijkmatig verdeeld over de EU, met name omdat niet alle regio's zich daarvoor even goed lenen. Ongeveer 65% van alle melkproductie is geconcentreerd in vijf van de 27 Europese lidstaten, te weten: Duitsland, Frankrijk, Polen, Nederland en Italië. Het Verenigd Koninkrijk zat vroeger ook in dit rijtje, maar is er door de Brexit uitgevallen.
In de periode sinds 2015 heeft de melkprijs in de EU sterk geschommeld. In 2016 daalde de prijs met gemiddeld 6,1%, gevolgd door een bijzonder sterk herstel van 20,3% in het jaar daarop. Vorig jaar was de gemiddelde melkprijs 1,4% lager dan in 2020.
Er waren echter afwijkingen, noteert Eurostat. In de belangrijkste melkproducerende lidstaten waren de schommelingen bovengemiddeld sterk. In Nederland daalde de melkprijs vorig jaar met 8,2%, in Duitsland met 2,0% en in Italië met 2,4%. In Spanje steeg de melkprijs daarentegen met 2,5% en in Ierland met 1,1%.