Nadat Afrikaanse varkenspest sinds 2019 (AVP) voor flinke problemen zorgde op de Filipijnen lijkt de situatie zich nu meer en meer te stabiliseren. De voor Europese varkensvlees producenten belangrijke exportbestemming verwacht over ruim een jaar zelfs al weer zelfvoorzienend te zijn.
De inspanningen van de Filipijnse overheid lijken daarmee haar vruchten af te werpen. Het land nam dit jaar drastische maatregelen om de uitbraken in te dammen. De overheid bestempelde de uitbraak als een noodsituatie waardoor extra fondsen beschikbaar kwamen om AVP te bestrijden, en te investeren in wederopbouw van de varkensstapel. Om verdere verspreiding van AVP te voorkomen werd zelfs het leger ingezet.
Minder uitbraken gemeld
Volgens het ministerie van Landbouw in het land is er deze week nog sprake van AVP in zo'n 22 steden. Er werden in augustus dit jaar tot nog toe 147 varkens positief getest. Dit aantal is het laagste sinds zeker een jaar tijd. Een jaar geleden in augustus, toen de AVP uitbraak op de Filipijnen een hoogtepunt bereikte, waren er bijna 1.800 positieve tests.
Naast de intensieve aanpak die verspreiding moet voorkomen, investeert het land ook volop in het herstel van de varkensstapel. Hiervoor is ruim $0,5 miljard beschikbaar. Bedrijven kunnen uit dit fonds geld lenen om de varkensproductie weer op te pakken, te vergroten of te investeren in betere bio security-maatregelen. Dit alles gaat er volgens overheidsofficials toe leiden dat er in 2023 weer meer varkensvlees beschikbaar is dan dat er geconsumeerd wordt.
De Filipijnen waren dit jaar tot nog toe de zevende varkensvleesimporteur wereldwijd. Ook voor Europese exporteurs is het land een belangrijke bestemming. Na China was het zelfs de belangrijkste afnemer van Europees varkensvlees. In het eerste halfjaar werd er 185.000 ton varkensvlees naar de Filipijnen geëxporteerd, circa 260% meer dan vorig jaar. Alleen China nam meer varkensvlees af, te weten 1.693.000 ton.