De brokprijzen zijn in februari verder gestegen. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van Wageningen Economic Research (WUR). De verwachte stabilisatie van de grondstofprijzen bleef uit, al blijft de vraag naar eiwitrijk voer groot. Dat is niet alleen hier het geval, maar ook mondiaal. Prijzen van maïs, soja en tarwe zijn gestegen en dat is in de brokprijzen terug te zien.
De prijs van standaardbrok A is deze maand met €0,50 toegenomen, wat resulteert in een prijs van €25,80 per 100 kilo. De prijs stijgt daarmee elke maand verder naar het recordniveau uit 2013. Toen piekte deze prijs op €26,60 per 100 kilo. De prijs van eiwitrijke brok B laat een stijging zien van €0,55 en komt uit op €28,15 per 100 kilo. Snijmaïskernbrok is de grootste stijger en noteert met €38 hoger dan vorige maand (+€1,20).
Vleesvarkensbrok noteert deze maand €26,25, een plus van €0,75. Ook zeugenbrok dracht en zeugenbrok lakto zijn in prijs gestegen en noteren momenteel respectievelijk €27,30 en €31,60 per 100 kilo. Babybiggenkorrel is met €0,80 gestegen naar €37,80.
Krapte overheerst
De Boerenbusiness Mengvoerprijsindicator voorziet dat de toename van de brokprijzen doorzet. Dat is in lijn de grondstoffenmarkt waar over de gehele linie de prijzen stijgen. China blijft koper van voergrondstoffen en legt daarmee een flinke bodem in de markt. Tijdens het groeiseizoen van soja viel er geen regen in Brazilië. Nu de oogst daar is gestart, hebben de boeren te maken met regen waardoor de oogst vertraging oploopt.
Sinds deze maand zijn ook de exportheffingen van Rusland op tarwe van kracht. Die hebben een prijsopdrijvend effect. Europese tarwe wordt daardoor internationaal meer concurrerend. De extra vraag die daardoor veroorzaakt wordt, zorgt voor een prijsstijging van Europese voertarwe en gerst. In een toch al krappe markt zorgen deze ontwikkelingen voor extra spanning.